Tadej Pogacar en Mathieu van der Poel blijven scoren in de Monumenten
Tadej Pogacar won met Luik-Bastenaken-Luik zijn zesde monument. De Sloveen komt daarmee op gelijke hoogte met Mathieu van der Poel. Een opvallende statistiek: van de laatste tien monumenten wonnen beide heren er samen acht.
Overzicht winnaars monumenten vanaf 2020
Van der Poel begon aan zijn monumentenreeks in de Ronde van Vlaanderen van 2020. De Ronde won hij in totaal al drie keer, met daarnaast ook een zege in Milaan-San Remo en twee keer Parijs-Roubaix. Pogacar daarentegen blonk drie keer uit in de Ronde van Lombardije, twee keer in Luik en één keer in Vlaanderen.
Het duo heeft wel nog enkele jaren werk willen ze Eddy Merckx van zijn monumententroon stoten: die won er 19. Merckx was zeven keer de beste in San Remo, vijf keer in Luik, drie keer in Roubaix en twee keer in zowel Vlaanderen als Lombardije. En dat in een tijdspanne van elf jaar.
Overzicht winnaars van minstens zes monumenten
1. Eddy Merckx (19)
2. Roger De Vlaeminck (11)
3. Costante Girardengo (9)
4. Fausto Coppi (9)
5. Sean Kelly (9)
6. Rik Van Looy (8)
7. Gino Bartali (7)
8. Tom Boonen (7)
9. Fabian Cancellara (7)
10. Henri Pélissier (6)
11. Alfredo Binda (6)
12. Fred De Bruyne (6)
13. Francesco Moser (6)
14. Moreno Argentin (6)
15. Johan Museeuw (6)
16. Mathieu van der Poel (6)
17. Tadej Pogacar (6)
Wat zijn de vijf monumenten?
De vijf monumenten in het wielrennen zijn vijf klassiekers met een heel rijke geschiedenis. Milaan-San Remo is de eerste die in het voorjaar op de kalender staat, gevolgd door de Ronde van Vlaanderen, Parijs-Roubaix en Luik-Bastenaken-Luik. In het najaar volgt nog de Ronde van Lombardije. Slechts drie renners slaagden erin om elk monument minstens één keer te winnen: Eddy Merckx, Roger De Vlaeminck en Rik Van Looy.

Aan de andere kant mogen ze allebei op 6 blijven steken als het wisselgeld meer spannende koersen zou opleveren, 'onterechte winnaars' op de koop toegenomen. Solo's van rond het uur en stilvallende commentatoren is niet mijn ding zeg maar. Laten we in ieder geval beginnen met niet driekwart van de directe competitie in het ziekenhuis of ergens anders voor de buis, aankomend jaar.
Ik kan ook genieten van een lange solo, die de overwinning nog net wat heroischer maakt. Maar zoals alle goeie dingen moet dit met mate gebeuren.
Een voorjaar zoals deze waar in elke grote koers de winnaar al een uur op voorrand bekend is, haalt de spanning volledig uit het koers. En ik denk niet dat het positief is voor het wielrennen mocht dit nog veel voorkomen.
Natuurlijk waren de omstandigheden een beetje in hun voordeel met blessures van Van Aert en Evenepoel (en mindere mate Stuyven, Pedersen en Roglic) en het programma waarin de favorieten elkaar vermijden ( VdP niet in actie voor Sanremo, Van Aert die geen italiaanse koersen reed, Pogacar geen kassei-koersen).
Maar laten we vooral genieten van wat ze nu doen en hopen op nog mooie ( en hopelijk spannendere) koersen
en is het erbij sleuren van de Tour-zege's van Tadej als ronderenner compleet naast
de kwestie net zoals dat het geval is indien je dit met de 6 WK CX-zege's, WB CXO
zege's alsook 1 WK-zege op de weg van Mathieu als klassiekerrenner, crosser en
mountainbiker zou doen.
Indien je objectief 'prestaties' wilt vergelijken? Dan plaatst Pogacar, alle andere ronderenners
van deze generatie, zoals Vingegaard, Roglic en Evenepoel, wat betreft monumentale
zege's, compleet in zijn schaduw met diens impressionante zegereeks hierin.
En net zo doet Mathieu dit tegenover alle andere klassiekerrenners van deze generatie,
zoals WVA, Mads Pedersen enz....