Special: Lastige tijden voor criteriumorganisaties
vrijdag 19 juli 2013 om 10:00

Special: Lastige tijden voor criteriumorganisaties

Het einde van de honderdste Tour de France nadert. Toch reizen de meeste renners niet onmiddellijk naar hun thuisland. Zij worden namelijk uitgenodigd in Nederlandse en Belgische na-Tourcriteriums om daar enkele rondjes rond de plaatselijke kerktoren te rijden. Welke toppers rijden waar dit jaar, en hoe lokken de organisatoren deze grote renners naar hun criterium? WielerFlits maakte een overzicht.

Wie rijdt waar?
Tourwinnaar Chris Froome is door de criteriumorganisatoren het meest gewild. De Brit zegde enkel toe voor de criteriums van Aalst, Stiphout, Sint-Niklaas, Ninove, Surhuisterveen, Antwerpen en Etten-Leur. Groene truidrager Peter Sagan daarentegen wil weinig tot geen criteriums rijden, om zich zo perfect voor te kunnen bereiden op het WK op de weg. De winnaar van het jongerenklassement, Nairo Quintana, toont zijn witte trui de criteriums van Aalst, Roeselare en Peer. Ook drievoudig etappewinnaar Marcel Kittel is populair. De Duitser komt naar Boxmeer, Roeselare, Wateringen en Wolvertem.

Na het succes van Bauke Mollema en Laurens ten Dam zijn ook zij zeer gegeerd door de criteriumorganisatoren. Mollema werd vastgelegd voor de criteriums van Boxmeer, Stiphout, Wateringen en Emmen. De Nederlander laat een groot deel van de Nederlandse races aan zich voorbijgaan, omdat hij zich wil voorbereiden op de Clasica San Sebastian. Ten Dam daarentegen zal de komende weken erg actief zijn op Nederlandse bodem. De huidige zevende in de algemene rangschikking in de Tour komt immers naar Boxmeer, Stiphout, Heerlen, Chaam en Wateringen. Een volledig overzicht vindt u hier.

Kostprijs
Om deze renners naar de plaatselijke criteriums te laten afzakken, moeten organisatoren vaak diep in de geldbeugel tasten. Tourtoppers vragen namelijk een hoge som geld in ruil voor hun deelname. Over de exacte geldsom wordt bij de organisaties erg mysterieus gedaan. Volgens Roland Descheemaeker, die het na-Tourcriterium in Antwerpen organiseert, heeft dit een reden. “De startgelden liggen enorm hoog. In enkele Vlaamse kranten werden al enkele – soms foutieve – bedragen gelekt. Als de renners dit lezen, zullen ze geen moeite meer doen om de prijs te drukken”, vreest de Antwerpse organisator.

Descheemaeker geeft toch enkele concrete bedragen vrij aan WielerFlits.
Chris Froome: 38.000 euro
Peter Sagan: 30.000 euro
Mark Cavendish: 25.000 euro
• Stijn Devolder: 6.000 euro

Om te zorgen dat het startgeld dat de Tourrenners aan de criteriumorganisatoren vragen niet te hoog oploopt, komt het Nederlandse bedrijf Cycling Service tussen beiden. Zij maakten een duidelijke lijst met realistische prijzen, waaruit de organisaties een selectie maken waarin ze bekend maken welke renners ze in hun criterium zouden willen. Cycling Service stuurt vervolgens – met toestemming van de wielerploegen – de contracten uit. Renners mogen van hun ploeg niet elk na-Tourcriterium rijden, dus maken ze in samenspraak met de teamleiding een selectie van ongeveer een drietal criteriums.

Overtuigingskracht
Om renners naar de na-Tourcriteriums te laten afzakken is meer dan geld nodig, zo ondervond ex-renner John van den Akker, die nu actief is voor Cycling Service. “Ook het transport en de hotels staan soms ter discussie. Uiteraard blijft het financiële aspect wel het belangrijkste”, weet Van den Akker. “Helaas houden niet alle renners van de na-Tourcriteriums. Fransen en Spanjaarden keren na de Tour het liefst snel weer naar huis, terwijl met Italianen en renners uit Anglosaksische landen gemakkelijk te onderhandelen is. Zij zakken graag na onze na-Tourcriteriums af, en houden van de unieke sfeer.”

Elk criterium heeft daarnaast een eigen troef om de toppers naar hun race te lokken. In het criterium van Wateringen is die troef het talrijke publiek. “In Wateringen komen jaarlijks tussen de 40.000 en 45.000 bezoekers. Als renners kunnen kiezen welk criterium ze rijden, dan kiezen ze meestal voor een koers waar veel volk aan de kant staat”, legt Marco Vijverberg, mede-organisator van de Wateringse Wielerdag, uit. “In Antwerpen hebben we een andere troef”, aldus Roland Descheemaeker. “Wij organiseren het enige na-Tourcriterium achter derny’s. Veel renners vinden dat leuk en speciaal.”

Internationaal
Omdat in België en Nederland de criteriums op de eerste dagen na de Tour vaak op hetzelfde tijdstip plaatsvinden, lijkt dit voor onderlinge concurrentie om de Tourtoppers te kunnen zorgen. John van den Akker en zijn team proberen dit echter te voorkomen. “Problemen hebben zich in het verleden nog niet vaak voorgedaan. Het is ook onze taak om voor beide criteriums voor een evenwichtig deelnemersveld te zorgen. We hebben geluk dat de Belgische criteriums ook op toppers van het klassieke voorjaar azen, terwijl de Nederlandse organisatoren toren enkel Tourrenners aan de start van hun race willen.”

De organisaties zelf bevestigen dit. “Wij hebben in Wateringen nog nooit problemen ondervonden”, aldus Marco Vijverberg. “Ons criterium wordt op dezelfde avond als dat van Herentals verreden, en zowel ons als hun criterium heeft elk jaar een degelijk deelnemersveld. Enkel vorig jaar was het moeilijk om toppers naar Nederland te laten afzakken, omwille van de concurrentie met de Olympische Spelen. Vele renners mochten geen criteriums rijden, omdat dit een slechte voorbereiding zou zijn op de Spelen. Toch hadden wij met Laurens ten Dam een degelijke winnaar”, haalt de hij aan.

RIDE Magazine