Silvan Dillier heeft in de Giro d’Italia de zesde etappe gewonnen. De renner van BMC maakte onderweg naar Terme Luigiane deel uit van de vlucht van de dag en toonde zich in de finale de sterkste vluchter door Jasper Stuyven te kloppen in de sprint.

Vijf vluchters
In de eerste etappe op het Italiaanse vasteland koos een groep van vijf renners voor de aanval. Trek-Segafredo had met Jasper Stuyven en Mads Pedersen twee man vertegenwoordigd in de kopgroep, die verder bestond uit voormalig rozetruidrager Lukas Pöstlberger (Bora – Hansgrohe), Simone Andreetta (Bardiani – CSF) en Silvan Dillier (BMC). De vijf kregen de zegen van het peloton en reden een maximale voorsprong van meer dan acht minuten bij elkaar. Met name Cannondale-Drapac en Wilier-Selle Italia bepaalden aan kop van het peloton het tempo.

Peloton komt te laat
De wind waaide in Calabrië hevig en de voorsprong bleef lang rond de vijf minuten. De Quick-Step-ploeg van rozetruidrager Bob Jungels liet het initiatief aan de andere teams en de ploegen aan kop van het peloton slaagden er niet in om het gat met de koplopers te dichten. De vluchters mochten onderling de strijd aangaan voor de dagzege.

Pedersen – die in de kopgroep veel werk verzet had – moest op 6,5 kilometer van het einde afhaken. Na een demarrage van Stuyven ging ook Andreetta overboord. In de straten van Terme Luigiane plaatste Dillier op 150 meter van de finish een versnelling. Stuyven probeerde langszij te komen, maar slaagde daar niet in. Dillier passeerde als eerste de finish en boekte de grootste overwinning uit zijn carrière.

Het peloton finishte 39 tellen later. Omdat er geen verschillen waren tussen de klassementsmannen, start Bob Jungels morgen opnieuw in de roze leiderstrui.