Selectie Visma-Lease a Bike nog niet helemaal rond: “Nog bezig met een paar mannen”
Jumbo-Visma maakte onlangs de komst van Bart Lemmen bekend, maar daarmee is de ploeg nog niet klaar op de transfermarkt. Dat heeft Merijn Zeeman verteld in gesprek met de NOS. “De selectie is nog niet helemaal rond, daar zijn we volop mee bezig”, aldus de sportief manager van het Nederlandse WorldTeam.
“Ik ben nog bezig met een paar mannen. Wij verwachten dat we die de komende weken bekend gaan maken”, vertelt Zeeman. Naast de genoemde Lemmen, zullen ook Matteo Jorgenson (Movistar), Ben Tulett (INEOS Grenadiers), Loe van Belle, Per Strand Hagenes en Johannes Staune-Mittet (allen Jumbo-Visma Development) vanaf volgend jaar rijden voor Jumbo-Visma, dat in 2024 Visma-Lease a Bike zal gaan heten.
Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix
Zeeman blikte vooral ook terug op 2023. Jumbo-Visma was afgelopen seizoen ontzettend dominant, maar het team behaalde niet al zijn doelen. In de grote kasseiklassiekers – de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix – kwamen ze tekort voor de overwinning. “Met name Pogacar en Mathieu (van der Poel, red.) maakten het ons niet gemakkelijk, om een understatement te gebruiken. Zij waren in de Ronde van Vlaanderen echt een stuk beter dan dat wij waren.”
Toch hoopt Zeeman dat de rollen in 2024 zijn omgedraaid, want de twee genoemde monumenten staan opnieuw hoog aangestipt voor Jumbo-Visma. “We moeten een list verzinnen om die mannen te verslaan”, doelt hij op Pogacar en Van der Poel. “Dat is wel een mooie uitdaging, dat is ook waar sport over gaat. Aan ons om de komende weken een goed plan te maken.”
Moet Jumbo-Visma dan de breedte van de ploeg uitspelen en zo de aanval openen? “Dat hebben we vorig jaar ook geprobeerd, maar toen waren ze ons ook te slim af. Het begint erbij dat we onze renners op het beste fysieke niveau ooit moeten krijgen. Daarna moeten we tactisch heel goed nadenken hoe we ze kunnen verslaan. En stiekem hoop ik dat Pogacar de Giro rijdt en dat hij dus niet in de ronde van Vlaanderen is”, lacht de sportief manager. “Dat zou ons zeker helpen.”
Wout van Aert
Wout van Aert is de grote voorjaarskopman bij Jumbo-Visma, maar tot nog toe is het hem niet gelukt om de Ronde van Vlaanderen of Parijs-Roubaix te winnen. Tegenover Pogacar en Van der Poel lijkt hij soms net dat beetje extra te missen, stelt de interviewer van de NOS. “In de Ronde van Vlaanderen geldt dat, maar in Parijs-Roubaix is hij denk ik wel echt de evenknie van Mathieu. Daar is het maar net hoe het valt en speelt de factor pech ook nog een rol”, doelt Zeeman op de lekke band van Van Aert op Le Carrefour de l’Arbre.
“Dus Roubaix is absoluut de wedstrijd die hem het beste ligt. Maar de Ronde van Vlaanderen is voor hem iets heel speciaals, dus daar gaan we volgend jaar weer alles aandoen. Want het is voor ons de moeilijkste wedstrijd om te winnen.”

De 2020 editie werd uiteindelijk in oktober gereden.
Wout verloor daar de man-tegen-man sprint van Van der Poel
(Ben ik trouwens de enige die het een beetje gek vindt dat WF al de nieuwe, onbevestigde, sponsornaam gebruikt..? De ploeg heet momenteel gewoon Jumbo-Visma, blijf bij de feiten jongens.)
BPC is wel zo makkelijk, dat verandert niet 1, 2, 3.
- Van Baarle heeft (na zijn zege in de Omloop) nooit een rol van betekenis kunnen spelen als wisselkopman door allerlei tegenslagen.
- Ook Laporte had in Roubaix pech, net als Van Aert in de diepe finale.
Lijkt me overigens wel een aandachtspunt voor Parijs-Roubaix. Van Aert is daar een paar keer erg sterk geweest maar heeft daar al enorm veel materiaalpech gekend. Kunnen ze daar iets optimaliseren? Doet me een beetje denken aan Van Petegem die met zijn 'strontbandjes' van Michelin vaak kansloos was in Roubaix, tot zijn eigen frustratie.
Verder lijkt het besef bij Van Aert eindelijk binnengesijpeld dat hij het niet tot een man-tegen-man-gevecht moet laten komen met Van der Poel en Pogacar als er in de finale hellingen in het spel zijn. Hij is nog een stuk zwaarder, dus in normale omstandigheden bijt hij dan in het stof.
Moeilijkheid van een tactisch spel is dat in die lange klassiekers vaak de beste mannen automatisch komen bovendrijven. Vorig jaar reden ze met 3 in Vlaanderen ook spelenderwijs het grote gat toe naar de sterke kopgroep. Maar Van Aert moet zich toch vooral kunnen sparen onderweg als hij op de laatste keer Oude Kwaremont en Paterberg met Pogi en VDP mee wil kunnen.
Vraag zal inderdaad ook zijn of Pogacar volgend jaar op de RVV mikt. Al maak ik me de bedenking of naast Van Aert ook Van der Poel wel nog geneigd is om vol mee te knallen met Pogacar tot die weer zijn duivels kan ontbinden op de Oude Kwaremont. Tactisch zou het wel eens een heel andere race kunnen worden, en dan heeft TJV wel de sterkte in de breedte om daar iets mee te doen.
Hier al vaak aangehaald, maar als ik Van Aert was zou ik kiezen voor een brede basis op de weg zodat hij zijn topvorm na Roubaix kan doortrekken tot LBL zoals in 2022. Na PR 2 weken herstellen en nog eens opbouwen naar Luik, zorgt toch voor een extra kans op een grote zege. Op papier is hij daar wel de mindere van een Pogi of Evenepoel, maar in Vlaanderen is hij evenmin de grote favoriet.
En het zijn natuurlijk meestal de benen die spreken. Je kan dan wel een sterk collectief opstellen, maar in de zone van de waarheid in de monumenten moet de kopman zelf wel kunnen volgen. In die zin zie ik voor Van Aert vooral kansen in MSR en PR, in Vlaanderen moeten ze met TJV voor chaos gaan en misschien wel vooral mikken op een tactisch spel dat kan afgerond worden door Laporte of Van Baarle. Van Aert moet er dan maar proberen te blijven aanhangen bij Pogi en VDP en hopen op een sprint. In LBL een gelijkaardig scenario, mocht hij die rijden: hopen dat je overleeft en het weer samenkomt tot een sprint.
Ik zou Pellizzari wel een heel interessante renner vinden voor 2024. Nog geen (definitief) contract en heeft toch al wat mooie resultaten weten neer te zetten.