Rudi Kemna deelt zorgen Visma | Lease a Bike: “Door buitenlands talent ligt de lat hoger”
foto: Cor Vos
Youri IJnsen
dinsdag 26 november 2024 om 07:23

Rudi Kemna deelt zorgen Visma | Lease a Bike: “Door buitenlands talent ligt de lat hoger”

Interview Het Nederlands wielrennen bij de mannen staat onder druk. Het succes van Mathieu van der Poel verbloemt een groot probleem: de opvolging is er niet en ook in de jeugdcategorieën staat de wielersport onder druk. Eerder dit najaar openbaarde Robbert de Groot van de opleidingsploeg van Visma | Lease a Bike al zijn zorgen. In een achtergrondverhaal in de RIDE Magazine Wintergids gaat Rudi Kemna namens de opleidingsploeg van Team dsm-firmenich PostNL daarin mee. Bij WielerFlits geeft hij nog meer toelichting.

Rudi, hoe benaderen jullie bij Team dsm-firmenich PostNL talentontwikkeling in Nederland?
“Dat is iets waar wij vol mee bezig zijn. Maar ook wij maken ons een beetje zorgen over de breedte in Nederland. Volgend jaar zijn er opnieuw minder junioren die in de wedstrijdcategorie gaan deelnemen. Het lijkt er dus op dat de pool waar we Nederlands talent uithalen, steeds kleiner en kleiner wordt. Wij als team zijn zeker begaan met het Nederlands wielrennen, maar wij scouten ook wereldwijd talenten. We zijn een WorldTeam en moeten ook daar vol op inzetten.”

Toch zijn vier van jullie nieuwe aanwinsten en zeven van de in totaal vijftien renners in jullie opleidingsploeg Nederlands. Tekent dit hoe belangrijk dit voor jullie is?
“Op het moment dat wij talenten zien en we denken dat wij met hen stappen kunnen maken, zullen we het zeker niet laten om Nederlands talent in ons team op te nemen. Maar wat me eigenlijk het meest zorgen baart is de aanwas van de wedstrijdsport. Volgens mij beleven wij in Nederland met z’n allen enorm het wielrennen. Op alle niveaus. Alleen in de wedstrijden bij de nieuwelingen en junioren zie je dat niet meteen terug. Dat terwijl wielrennen wel een sport is waar je beleving bij nodig hebt. Anders doe je niet echt mee. Wielrennen kun je er niet even bij doen. We zien dat uit die categorieën momenteel in de breedte minder talenten voortkomen.”

Met welk doel leiden jullie talenten op bij jullie U23-team?
“Wij zijn ervan overtuigt dat je niet alleen het fysieke deel moet kennen, maar ook het mentale en technische aspect van een wielrenner. Je kunt daar passende begeleiding op neerzetten. Dan gaat je ontwikkeling veel sneller. Wij willen altijd voor topsport gaan. Zoals je weet moet je daar heel veel voor doen, maar ook heel veel voor laten. Wie is daar bereid toe? Wie kan met het mentale en technische gedeelte de top halen? Fysiek is wat dat betreft het makkelijkst: iemand heeft talent, of niet. Mentaal talent kun je wel een beetje bijschuren, maar je moet ook een beetje idioot – in de goede zin van het woord – zijn om als wielrenner er zo veel voor over te hebben.

Voor dat gedeelte moet je iemand écht kennen, waar kan hij de volgende stap zetten. Voor ons is dat heel erg belangrijk. Tegenwoordig is het met personal plates, afgemeten trainingen, noem het maar op: we vragen nogal wat van onze jonge renners. Dat moet je mentaal ook wel weg kunnen zetten. Dat wil overigens niet zeggen dat we niet kunnen werken met jongens die dat minder goed of niet kunnen. Het is alleen kijken of onze manier van werken ook bij die jongens past. Je bent op zoek naar een klik. Wij kiezen voor onze opleiding waar wij vertrouwen in hebben.

Onze opleiding is gebaseerd op vertrouwen geven, gepaard met het zien of er een volgende stap in zit. Bij onze opleidingsploeg is het ook heel duidelijk dat we niet móeten scoren. Talenten rijden niet in onze U23-team om zo veel mogelijk wedstrijden te moeten winnen. Wij houden onze blik veel groter. Onze talenten willen we ontwikkelen tot een goede WorldTour-renner. Dat is ons vlaggenschip, daar leiden wij onze talenten voor op.”

Hirschi is een product van de opleidingsploeg van Kemna en co – foto: Cor Vos

Wat is dan de boodschap die jullie die jongens meegeven in hun beloftenjaren?
“Dat er nooit volle druk op staat om te presenteren, dat ze móeten zorgen dat ze uitslagen rijden. Wij leggen uit hoe je stap voor stap je carrière kan voortzetten. Renners van ons development team gaan of bij ons door in de WorldTour, of ze gaan naar een andere ploeg waar ze verdergaan en de ruimte krijgen om te groeien. Ik geloof niet dat het in iedere opleidingsploeg zo gaat, omdat ze daar ook willen scoren. Dan pak je in onze optiek korte lijnen voor snelle uitslagen. Dat is een keuze. 

Wij zetten een goede klimmer bijvoorbeeld ook in tijdens waaierkoersen op een vlak parcours. Dat moeten ze ook leren. Als je een goede klimmer enkel aan etappekoersen met bergen laat deelnemen, dan zal hij zeker eens een koers winnen. Maar heb je dan ook een complete renner die in de Tour de France mee kan? Dat is wat het peloton vraagt op het hoogste niveau. Dat is de wijze hoe wij naar onze talenten kijken, waar wij mee aan het werk zijn. Een talent is vaak niet opgebrand na twee jaar, maar kan dat wel worden als je de druk er vol opgooit.”

Kunnen we Team dsm-firmenich PostNL dan vergelijken met een voetbalclub, dat veelal ook investeert om eigen jeugd in het eerste elftal te krijgen?
“Ieder talent dat wij verwelkomen in onze ploeg, daar willen we graag jarenlang mee werken. Natuurlijk is dat afhankelijk van de ontwikkeling, gedrevenheid, leergierigheid en of die aanpak van ons werkt bij diegene. Bij ons is er altijd ruimte om door te groeien, zowel in de opleidingsploeg als in ons WorldTeam. Je kunt plekken stijgen in de hiërarchie, je kunt een ander programma rijden. Als je het goed doet, dan kan dat. Volgens ons is het supermotiverend om talenten verder te laten ontwikkelen. En ook voor oudere renners om te blijven vechten voor hun huidige positie.

Wij willen een renner pas promoveren naar ons WorldTeam als diegene er klaar voor is. En ik moet zeggen dat de mixregel van de UCI de laatste jaren daar een heel goed middel voor is geweest. Renners uit de opleidingsploeg kunnen in .1-wedstrijden met de profs heel goed zien hoe ver ze staan, waar ze nog iets missen en vooral ook waar kansen liggen. Renners krijgen daar antwoord op de vraag wat er nodig is om uit te groeien tot een goede wielrenner. Ook kun je het verschil met de renners uit ons WorldTeam duidelijk aanduiden. In mijn ogen werkt dat heel goed.”

Casper van Uden is door Team dsm-firmenich PostNL vanaf de beloften zelf opgeleid – foto: Cor Vos

Deel jij de mening van jouw collega Robbert de Groot bij Visma | Lease a Bike die stelt dat ze de Nederlandse toptalenten momenteel niet kunnen vinden?
“De vraag is wanneer je iemand goed genoeg acht. Als je alleen de keuze hebt uit Nederlandse renners, dan denk ik dat je er vrij snel doorheen bent. Ook als je de keuze hebt uit veel meer talenten en je vergelijkt dat met Nederlandse talenten, dan zitten er nog steeds goede jongens tussen. Beloftevolle coureurs die goede WorldTour-renners kunnen zijn, met een mooie carrière. Maar als je wereldwijd scout, ligt die lat wel hoger. Dat is bij ons ook zo. En dan kun je tot de conclusie komen dat het talent in Nederland inderdaad niet toereikend is. Ik deel dat wel.”

Jullie hebben komend seizoen wel zeven Nederlanders in jullie opleidingsploeg, terwijl zij er maar één hebben. Wat is de reden dat die talenten wél bij jullie rijden en niet bij hen?
“Daar heb ik geen antwoord op. Ik kan alleen zeggen dat wij al heel vroeg scouten en zodoende ook talenten naar ons toe weten te trekken. We hebben wat dat betreft best een naam opgebouwd. Wij begeleiden talenten op een goede manier, zodat ze kunnen doorgroeien. Op één staat onze aantrekkingskracht. De tweede is dat Nederlands talent voor ons heel belangrijk is. Daar sturen we echt op aan. Maar we zullen ook altijd blijven speuren naar Belgische, Franse, Duitse talenten en beloftevolle coureurs uit andere landen.”

Toch zijn er de laatste jaren ook heel veel jongens doorheen geglipt bij de grote opleidingsteams. Denk aan Elmar Reinders, Bart Lemmen, Sjoerd Bax, Arvid De Kleijn, dit jaar nog Jelte Krijnsen en ook Frank van den Broek bij jullie. Hoe kan dat?
“Dat hangt er vanaf tot wanneer je iemand als een talent beschouwt. Ik vind Frank van den Broek een groot talent. Door de coronapandemie zat hij hij een periode waarin hij weinig wedstrijden kon rijden. Hij is er een beetje tussendoor gewipt. Twee jaar geleden zou niemand vol hebben ingezet op Frank. Maar nu is het een heel groot talent die misschien wel kan aansluiten bij de wereldtop. Daar heeft hij wel tijd voor nodig. Ik denk dat die mogelijkheid er is. Een talent hoeft niet altijd achttien, negentien of zelfs zeventien jaar te zijn. En ze rijden ook nooit allemaal in één team. 

Frank van den Broek won dit jaar de Ronde van Turkije – foto: Cor Vos

Dat kan ook niet bij Visma | Lease a Bike, dat kan ook niet bij ons. Het kan alleen wel heel goed bij een van de andere continentale ploegen of ProTeams. Dat is ook een kweekvijver voor de WorldTour. Er zijn best wel veel talenten die zich pas op latere leeftijd ontwikkelen. Vaak is het zo dat de beste junioren megacontracten krijgen aangeboden. Maar er zijn best veel coureurs in Nederland tussen de 22 en 24 jaar oud die een WorldTeam echt wel iets kunnen brengen. Als zij zich dan nog verder ontwikkeling met heel goede begeleiding, dan kunnen ook daar potentiële wereldtoppers uit voortkomen.”

Is dat dan niet het grote probleem? Dat we een Nederlands georiënteerd ProTeam missen?
“Misschien wel. Er is een heel pak talent dat zich niet verder kan ontwikkelen, omdat ze misschien op een te laag niveau rijden, misschien zelfs werk ernaast moeten zoeken of alleen nog maar criteriums rijden. Dan ontwikkel je niet de capaciteiten die je misschien wel hebt. Het zou dus heel goed zijn, absoluut heel goed, als er een soort verbindingsteam tussen de opleidingsploegen en profformaties komt te hangen. Met Unibet Tietema Rockets is dat er wel een beetje. Misschien op een andere manier. Alleen daar kunnen Nederlanders zich ook verder gaan ontwikkelen. Het mooiste zou zijn als zij daar ook echt op insteken. Alleen is dat ook een ploeg die wel gewoon aan geld moet komen. Ik weet niet hoe ze dat precies doen. Maar zo’n type ploeg zou heel goed zijn voor onze Nederlandse talenten.”


De teloorgang van Nederland en de opmars van België
In de RIDE Magazine Wintergids (€9,95) lees je een uitgebreid achtergrond over de talentontwikkeling binnen Nederland en België. Wat is er aan de hand in de Nederlandse jeugd en waarom spreekt men van een ’teloorgang’ van het Nederlandse wielrennen? En wat is het verhaal achter het succes en de opmars van de Belgische jeugd?Het volledige verhaal lees je in het 156 pagina’s tellende wintermagazine van RIDE. Ideaal voor de feestdagen om aan jezelf of iemand anders cadeau te geven. Bestel jouw exemplaar van het winternummer 2024 van RIDE Magazine hier!


RIDE Magazine
1 Reacties
25-11-2024 22:54
De dt-fout nog steeds niet opgevallen bij de rest van de redactie?

Reacties zijn gesloten.

RIDE Magazine