Roglic of Pogacar? Sloveense wielerbond zit met dilemma voor Olympische tijdrit
Nu het wielerseizoen 2023 definitief ten einde is, weten we ook hoeveel renners en rensters alle landen naar de Olympische Spelen van 2024 mogen sturen voor de wegrit en de tijdrit. Een ding is zeker: er moeten de nodige knopen worden doorgehakt. Zo zit de Sloveense wielerbond met een dilemma.
Het zit zo: Slovenië heeft maar één ticket weten te bemachtigen voor de Olympische tijdrit bij de mannen. De Sloveense wielerbond zal met andere woorden moeten kiezen tussen Primož Roglič of Tadej Pogačar. Roglič lijkt – als de huidige Olympisch kampioen tegen de klok – een streepje voor te hebben, ook al omdat Pogačar geen rol van betekenis kon spelen op de voorbije tijdritkampioenschappen.
Toch zal de Sloveense bond een wereldtopper als Pogacar niet graag willen passeren. Dat de twee kleppers het volgend jaar niet tegen elkaar zullen opnemen op de tijdritfiets, is deels te wijten aan de mindere WK-tijdrit van Pogacar dit jaar. Hij eindigde ‘slechts’ als 21e in Stirling. De twee Slovenen zullen normaliter wel samen optrekken in de wegwedstrijd, aangezien Slovenië vier renners mag selecteren voor de wegrit.
Om nog even terug te komen op de Olympische tijdrit. België, Groot-Brittannië, Italië, de Verenigde Staten, Portugal, Australië, Denemarken, Noorwegen, Zwitserland en Canada mogen wel twee renners selecteren voor de tijdrit. Nederland mag, net als Slovenië, maar één deelnemer afvaardigen.
Olympische Spelen 2024 – Wegwielrennen
Startplekken
Tijdrit mannen
2 renners
België
Groot-Brittannië
Italië
Verenigde Staten
Portugal
Australië
Denemarken
Noorwegen
Zwitserland
Canada
1 renner
Onder meer
Slovenië
Nederland
Frankrijk
Spanje
Colombia
Duitsland

Dan ook maar Dumoulin sturen voor de TT en Mollema kopman van de wegrit maken.
misschien moeten die tickets niet verdeeld worden op basis van 1 momentopname en meer op basis van de kwaliteit en breedte van een land tijdens het hele seizoen, zoals ze op weg ook doen
Ook bij de tijdrit wordt gekeken naar het hele seizoen: alle landen in de top-25 van de landenranking kregen 1 plek.
Op het WK was voor de 10 beste landen een tweede plek te verdienen. Gee slaagde daar in, Pogacar niet.
'Kort en vlak', dan hangt het een beetje af van hoe het er precies uitziet. Met veel bochten en wat korte hellingen, schrijf ik beiden met hun explosiviteit en wat supercompensatie na de Tour niet bij voorbaat af.
Herinner mij nog die tijdrit in de eerste week van de Tour '21 (toen VDP zijn gele trui wist te behouden) waar Pogi alles en iedereen in de vernieling reed. Ook Roglic kan dat werk prima aan.
En om nu al de titel aan Tarling toe te schrijven zoals hierboven omdat die in het najaar erg sterk presteerde, toen de meeste andere kanonnen al niet meer in topvorm waren... Mjoa, beetje voorbarig.
Als de renner in de tussentijd gestopt is, valt die kwestie sowieso weg.
In het andere geval zal er af en toe misschien wel eens een gevalletje Froome tussenzitten die op 4 jaar tijd helemaal weggezakt is door een zware blessure, maar op papier moeten ze toch nog redelijk in de buurt kunnen komen van hun oude niveau waarmee ze destijds wonnen.
En zelfs als dat niet het geval zou zijn, is het dan zo erg dat er nog eentje extra zou tussenrijden van het niveau Iran, Algerije of Refugee Team die ook mogen meedoen?
En anders de renner die zich wil focussen op een medaille