foto: Sirotti

Rob Ruijgh mag zich op gaan maken voor zijn eerste deelname aan de Tour de France. Een opvallend optreden in het Critertium du Daupiné zorgde ervoor dat de 24-jarige Limburger op het laatste moment opgeroepen werd in plaats van de Belg Stijn Devolder. Ruijgh kijkt uit naar zijn debuut. WielerFlits sprak met hem.

Ruijgh reist met een goed gevoel richting Frankrijk. “Met de vorm zit het goed. Aanvankelijk zou ik dit jaar alleen de Vuelta rijden, maar ik heb dit seizoen wel een stap gezet. Aan de vooravond van de Dauphiné kreeg ik te horen dat ik in de voorselectie zat. Dat zag ik als een teken van vertrouwen. Het gaf mij extra moraal.”

Voor Ruijgh kwam zijn optreden in Frankrijk niet als een verrassing. “Ik ben altijd bewust geweest van mijn kwaliteiten. Maar ik ben blij dat ik dat nu ook heb kunnen laten zien.” Tijdens de rittenkoers zag hij progressie. “In de Dauphiné ging het met de dag beter. Dat is bij mij vaker zo in etappekoersen, ik heb het gevoel dat ik daar elke dag beter wordt. ”

Hij is niet bang vermoeid aan de Tour te beginnen. “Ik ben in de kracht van mijn leven. De Ster ZLM Tour heb ik uit voorzorg overgeslagen. Vorige week heb ik mijn training terug opgepakt. Ik heb het gevoel dat mijn conditie op het moment vrij goed is.”

Ruijgh ziet nog de nodige verbeterpunten. “Aan mijn tijdrit moet nog veel gedaan worden. Binnen de ploeg is daar nog geen aandacht aan besteed, bij mij in ieder geval niet. Een windtunnel hebben we van binnen nog niet gezien.” Ook aan de ploegentijdrit is weinig aandacht besteed. “Hier hebben we gezamenlijk niet op getraind. Dat hoeft volgens mij ook niet. Je moet gewoon keihard rijden. De renner die het beste in vorm is, draagt daar het meeste bij.”

Hij staat in Frankrijk onbevangen aan de start. “Ik wil vooral ervaring opdoen. Als het goed gaan kan ik misschien nog een dag uitkiezen. Voorlopig ben ik binnen de ploeg vooral een dienende renner. Als ik een beschermende rol wil, zal ik dat zelf af moeten dwingen. Ik hoop dat de ploeg dagsucces kan behalen. Wanneer we een hechte groep vormen, kunnen wij dat doel bereiken. Mijn kansen liggen denk ik in de tweede week . De eerste week is het te vlak en in de derde week moeten we nog maar zien hoe het gaat. Ik hoop dat ik Parijs haal en dan een ervaring rijker ben. Ik rij deze Tour vooral voor de toekomst. In de Dauphiné heb ik laten zien dat mijn kwaliteiten bergop liggen. Ik heb geen hoogtestages of iets dergelijks gedaan. Mocht ik falen is er nog geen man overboord. Ik hoop de Tour goed te volbrengen en hoop mezelf te verbazen.”