Ritzege in Tour de France bewijst: Thymen Arensman zette de knop juist op tijd om
Analyse Op een fantastische wijze heeft Thymen Arensman de zware Pyreneeënrit naar Superbagnères met liefst 4950 hoogtemeters op zijn naam geschreven. Voor wie de renner uit Deil de afgelopen jaren goed heeft gevolgd, is het absoluut geen verrassing dat hij een koninginnenrit in de Tour de France kan winnen.
Het lijkt al jaren alsof Nederland Thymen Arensman niet in de armen wil sluiten. De klimmer van INEOS Grenadiers is een van de beste renners van ons land en heeft nog altijd een ongekende groeimarge in zich. Misschien is de grote zege in de 14e Tourrit het moment waarop er eindelijk beseft wordt hoe deze renner zich op een prachtige, maar soms ook moeizame manier stapje voor stapje verder ontwikkelt. Het is twee stappen vooruit en af en toe een stapje achteruit, maar de stijgende lijn laat Arensman zeker niet los.
Voor de Tour de France-special van RIDE Magazine hadden collega Julian Dubbeld en ik een afspraak met Arensman voor wat een openhartig gesprek bleek te zijn. Plezier in de topsport, dat was het centrale woord dat gedurende het interview steeds bleef terugkomen.
Bij Arensman is de knop helemaal om na een mentaal en fysiek zwaar 2024. Mentaal gebroken na het afstappen in de Vuelta a España kwam hij tot het inzicht dat zijn carrière als profwielrenner zo niet verder kon.
Natuurlijk is het verwachtingspatroon, vooral bij hemzelf, altijd heel groot geweest. In 2018 werd hij als 18-jarige tweede in de Tour de l’Avenir achter ene Tadej Pogacar. In deze Franse ronde zie je de toekomstige kampioenen opstaan. Ook Egan Bernal, Tobias Johannessen, Cian Uijtdebroeks en Isaac Del Toro kroonden zich met de eindzege in deze Ronde van de Toekomst.
Het was onrealistisch dat voor Arensman vanaf dat moment de meetlat naast die van Pogacar werd gelegd. In het hedendaagse wielrennen met kampioenen als Pogacar, Remco Evenepoel en o.a. Juan Ayuso lijkt het de normaalste zaak van de wereld dat je als prille twintiger al mee doet voor alle hoofdprijzen.

Foto: Cor Vos
Voor 2020 concludeerden we nog dat jonge renners minimaal vijf jaar moesten rijpen in de WorldTour voordat ze op het hoogste niveau konden presteren. Dat uitzonderingen tegenwoordig anders bewijzen, wil niet zeggen dat deze oude wielerwet nog altijd voor een groot aantal jonge renners geldt. Dat er ook talenten zijn die net als goede wijn enkele jaren moeten rijpen.
Dat Arensman een zeldzaam goede wielrenner is, heeft hij al onderstreept met een vijfde plek in de Vuelta a España (op 22-jarige leeftijd) en de twee jaren daarop met twee zesde plaatsen in de eindrangschikking van de Giro d’Italia. In die eerste Vuelta wist hij ook nog eens de rit naar de Sierra Nevada te winnen.
Arensman verliet na 2022 Team DSM om voor het ‘grote’ INEOS Grenadiers te rijden. De gedachte achter deze transfer was dat het Britse keurkorps met Tour-zeges van Bradley Wiggins, Chris Froome, Egan Bernal en Geraint Thomas enorm veel ervaring in het winnen van een grote ronde heeft waar hij alleen maar van kon profiteren.
De drang om toe te slaan in een grote ronde werd gevoed door die knappe ereplaatsen alleen maar groter. Vorig jaar zette hij zijn hele seizoen op de klassementen van de Giro d’Italia en Vuelta a España. In de Giro verloor hij, gevangen door stress, te veel terrein in de eerste ritten. Toch sloot hij die ronde nog als zesde af. Om vervolgens weer helemaal als een monnik het ene na het andere loodzware trainingskamp te volgen voor de Vuelta. Dat hij in Spanje door een corona-besmetting na de tiende rit moest opgeven, was een grote deceptie.
Eyeopener
Maar, misschien ook de beste eyeopener die hij zich kon wensen. Hij besefte dat het zo niet verder kon. Dat hij het plezier helemaal aan het verliezen was. “Mijn belangrijkste prioriteit na de Vuelta was om het plezier in het wielrennen weer terug te krijgen”, zo zei hij in het interview.
De uitnodiging van Koos Moerenhout om Nederland te vertegenwoordigen op het WK in Zürich legde hij naast zich neer. Hij besloot met schoonbroer Guy een fietstocht te maken van zijn woonplaats Andorra naar zijn geboorteplaats Beesd. Gewoon met een relaxte blik fietsen voor de fun. “De romantiek van het wielrennen weer een beetje terug te vinden”, aldus Arensman.
Hij voelde zich na al die jaren opgebrand. Misschien werd hij te jong al uitgespeeld als klassementsrenner. Daardoor voelde hij de druk om zichzelf te pushen en meer te doen dan in de trainingsschema’s stond. In 2024 werd dat té extreem. Daarom was de fietsreis vorig najaar misschien wel de belangrijkste keuze uit zijn loopbaan. Beseffen dat de knop om moet en weer meer je eigen plezier, het gevoel naleven en zichzelf minder uitwringen.

Foto: Cor Vos
Dit voorjaar bezocht Tom Dumoulin hem in Andorra. Iemand die precies besefte wat er mentaal door het hoofd van Arensman heen ging. Ze deelden telefoonnummers uit en de lessen en wijze woorden van Dumoulin gaven hem nog meer houvast om aan zijn nieuwe beleving van de wielersport vast te houden.
In februari werd hij dit jaar al vierde in de Ronde van Valencia, maar vervolgens kon hij die lijn niet doorzetten in de Ronde van de Algarve. Dat kwam omdat hij na Valencia weer even terugviel in oude patronen door ineens te veel te willen doen. Uiteindelijk kreeg hij in de Algarve opnieuw de bevestiging dat dit niet werkt. Met veel minder trainingskilometers en zelfs dagen dat hij zijn fietstochten skipte omdat hij geen goede benen had, ging hij naar Parijs-Nice. De derde plek daar in het eindklassement bewees hem dat hij zich niet iedere keer zo druk hoefde te maken.
Toch ging de klassementsman Arensman in de Giro d’Italia weer gebukt onder die druk van start. De eindrangschikking en een korte top-tien klassering gingen helemaal verloren na een val in de 15e etappe, waarmee zijn opwaartse lijn bruut werd onderbroken.
Element
In deze Tour de France is Arensman helemaal in zijn element. Zonder klassementsambities kan hij genieten van zijn eerste Ronde van Frankrijk. Hij mag zijn dagen uitkiezen om toe te slaan. Zoals hij dat naar Le Mont-Dore deed, waar hij uiteindelijk alleen Simon Yates moest voorlaten. De zware rit naar Superbagnères had hij ook rood omcirkeld. Of zoals zijn teammanager Dave Brailsford zei: “Als je vaak genoeg op de deur klopt, dan geraak je ooit binnen.”
Heel de wielerwereld, en ook heel wielerminnend Nederland, heeft nu kunnen zien wat voor een zeldzaam goede wielrenner Arensman is. Een renner die in een grote ronde niet kapot lijkt te gaan en alleen maar beter wordt.
Deze zege bewijst dat Arensman vorig najaar de juiste keuze heeft gemaakt om het plezier weer de voorrang te geven. Nu is het duidelijk dat dit plezier hem heel veel kan geven.
De vraag of hij moet vasthouden aan zijn ambities als klassementsrenner in de grote rondes zal nu gaan rijzen. Al is die vraag vandaag eigenlijk ook beantwoord. Hij kan gewoon met klassementsambities van start gaan. Mocht dat er in het eerste deel om de een of andere reden niet uitkomen dan heeft deze Pyreneeënrit aangetoond dat er vervolgens in die grote ronde nog altijd genoeg valt te winnen voor de rittenkaper Arensman.

Heb je vrienden