Rennersvakbond over Amerikaanse veldrittrip : “Kan niet dat kostenplaatje bij renner belandt”
Interview Om en bij de 5.000 euro. Zoveel kost de trip naar de Verenigde Staten aan de veldrijders. Te betalen uit eigen zak en daar staat – vooral voor de tweede en derde rij – te weinig prijzengeld tegenover. Rennersvakbond United Athletes is bezorgd en waakzaam. “Renners en rensters zijn werknemers, bedienden. Het kan niet dat zij de kosten moeten dragen die voortvloeien uit een verplichting tot arbeid.”
Marc Leroy is nationaal verantwoordelijke van de Belgische rennersvakbond United Athletes, het vroegere Sporta. In een gesprek met WielerFlits uit hij zijn bezorgdheid over de gang van zaken wat buitenlandse verplaatsingen in de Wereldbeker Veldrijden betreft. “Kijk, elke werknemer die voor zijn job naar het buitenland moet, ziet zijn gemaakte kosten vergoed. Het kan niet de bedoeling zijn dat hij daar geld aan toesteekt, integendeel.”
“Zeker niet omdat die verplaatsing naar bijvoorbeeld de Verenigde Staten zo goed als verplicht (lees: noodzakelijk) is, want er zijn belangrijke punten in zowel de Wereldbeker als de UCI-ranking te verdienen. Mondialiseren is mooi, maar het kan niet dat de renner zelf de kosten daarvan moet dragen”, gaat Leroy verder. “Wie daar wint, komt misschien nog uit de kosten, maar wie het met een verre ereplaats moet doen of pech heeft, steekt veel toe uit eigen zak.”
Overleg
Leroy wil daarom zo snel mogelijk overleg met de betrokken partijen. “United Athletes vertegenwoordigt de belangen van 90 procent van het veldritpeloton. De meeste Belgen, maar ook een aantal Nederlandse toppers. We willen eerst overleggen met de renners die lid zijn, daarna gaan we andere partijen – waaronder de teams en Belgian Cycling – benaderen. Als het van mij afhangt, moeten de organisatoren hier hun steentje in bijdragen en de ploegen vergoeden. Met die vergoeding kunnen de teams dan hun renners tegemoet komen in de kosten. Is er sprake van onwil, dan kunnen de ploegen eventueel druk zetten. Maar nog eens, ik wil eerst overleg met de renners zelf.”
Renners wachten nog steeds op prijzengeld van WB Zeven 2017
Opvallend, United Athletes heeft nog steeds een dossier uit 2017 dat maar niet opgelost geraakt. De renners die toen deelnamen aan de Wereldbeker in het Duitse Zeven wachten nog steeds op hun prijzengeld. “De organisator is failliet. Normaal is het prijzengeld (om en bij de 40.000 euro bij de mannen alleen al) verzekerd via een bankgarantie bij de UCI, maar die was er daar niet”, zegt Leroy. “De UCI beweert echter geen betrokken partij te zijn en blijft haar kop in het zand steken. Het dossier zit muurvast.”

Van Aert won in 2017 de Wereldbeker in Zeven – foto: Cor Vos © 2017
Professioneel veldrijden is alleen in Vlaanderen mogelijk. Nergens anders is de benodigde publieke interesse aanwezig. Het zou beter zijn als de UCI dat gewoon accepteerde, i.p.v. renners door een absurd oneerlijke verdeling van punten tussen wereldbekers en andere topkoersen (superprestige e.d.) te chanteren naar Amerika te gaan.
Geen idee wat de invloed, als je beide Amerikaanse koersen in het zelfde weekend doet, is op entree/tv-gelden, maar voor het gros van de renners scheelt dat wel 6 dagen hotel voor jou en eventueel entourage (1 dag eerder heen, 7 dagen eerder weg). Daarnaast kun je dan als mindere god ook weer een paar dagen werken/stagelopen etc., dat scheelt natuurlijk ook enorm. Voor de niet-Europeanen is het natuurlijk allemaal enorm kut, maar daar is niet heel veel aan te doen, die zullen naar Europa moeten.
Ik had het nergens over een vetpot, maar over uit de kosten komen. Een aantal Amerikanen vlogt enthousiast, dus hoe die leven als ze in België verblijven is perfect te volgen. Dat is low-budget en met een zo klein mogelijke entourage. Maar als de kerstperiode erbij zit, is het goed te doen.
Iemand als Gosse van der Meer leeft ook dat leven.
Fantastisch. Maar Vlaamse of Nederlandse subtoppers hebben natuurlijk te maken met een totaal ander kostenplaatje, omdat die een professionele entourage hebben. Als de UCI zo nodig wil internationaliseren, moeten ze de top 50 tegemoetkomen qua reiskosten, i.p.v. goede sier te maken met mega-hoge prijsgelden.
Dit is overigens een probleem in heel veel kleine sporten. De sponsorinkomsten zijn bijvoorbeeld € 200.000 en de totale kosten van een vol seizoen zijn € 240.000. In zo'n situatie moet je keuzes maken, wat ieder mens moet doen als inkomsten en uitgaven niet in balans zijn.
Je gaat van cyclosport geen enorme mondiale topsport maken. Wake up and smell the coffee.
Ze gaan daar echt niet met 9 koersen als de rest niet komt opdagen.
Logisch echter dat werkgever de reiskosten vergoedt aan werknemer als hij overzee moet werken. Lastig dilemma als dan kleine teams een startplicht hebben in een WB competitie.
Sta je bij de Europese wereldbekers op de zoveelste startrij.
Als je überhaupt mag starten, want er is ook nog een goede kans dat je uit de top 50 duikelt. Want je kunt bij C1's en C2's top 10 rijden tot je ons weegt, het levert bizar weinig punten op vergeleken bij wereldbekers.
Daarnaast het sub-bericht over het prijzengeld uit Duitsland. Op en top UCI.