Komend weekend zakt de Wereldbeker veldrijden weer af naar Frankrijk voor de enige Franse manche van deze reeks. Nu Besançon niet meer in het regelmatigheidsklassement zit, zijn alle ogen op de stad helemaal in het oosten van Frankrijk gericht.

De Wereldbeker van Flamanville kennen we vooral van de idyllische omgeving van het Château de Flamanville – niet zo ver van de Franse kust. De organisatie verandert dit jaar weinig aan het parcours, wat de herkenbaarheid ten goede komt.

Vlak na de start liggen wacht er al snel een eerste trappenpartij en twee artificiële bruggen, zo merkte de Franse ex-renner Steve Chainel tijdens zijn verkenning in Flamanville op. “Meteen daarna gevolgd door een zeer technische strook langs het water. Je draait daar helemaal naar binnen, ik noem hem ‘de serpentine’. Daarna ga je ook weer terug naar boven, in totaal wachten zo’n vijf explosieve hellinkjes.”

Pronkstuk
Middenin het rondje wacht hét pronkstuk van de cross, de renners rijden daar zowaar over het water. “Vroeger ging het parcours gewoon naast de gracht, naast de straat waar de campers stonden”, vertelde Chris Mannaerts, Head of Cyclocross bij Wereldbeker-organisator Flanders Classics, ons eerder. “Sinds vorig jaar is er parallel een ponton over de slotgracht aangelegd, zodat ze die weg niet meer moeten overgaan.”

Een tweede opvallende verandering in het parcours, was toen de verlegging van de balkenpassage. “Die liggen niet meer naast de materiaalpost, maar vlak voor de finish. Aan het einde van een hopelijk spannende cross, kan dat nog wel een rolletje spelen”, denkt Mannaerts.

Ook wordt het rondje gekenmerkt door een tweede trappenpartij. Chainel: “Helemaal aan het einde wacht eerst een talud, waar je een goede aanloop voor hebt. Aan de tweede begin je met minder snelheid en geraak je maar net boven. Daarna gaat het via de balkjes naar de mooie laatste rechte lijn aan het kasteel.”

Geen zware kost
Verder moet de Wereldbeker in Flamanville voor de renners een verademing worden. Mannaerts: “Het bolt daar goed, we krijgen zeker geen moddercross. Zelfs bij hevige regenval zal het daar wel altijd redelijk goed berijdbaar blijven. Ik denk dat de renners daar wel nood aan zullen hebben, na het zware werk van de afgelopen weken. Het moet niet altijd zware kost zijn.”

“Het blijft een fantastisch decor, die omgeving rondom het kasteel”, zegt Mannaerts. “Het is een redelijk typisch Frans parcours. Er zijn minder van die glooiende bochten dan in Troyes, maar de renners zullen wel geregeld recht op de pedalen moeten staan. Er zijn nooit lange of écht lastige hellingen, maar ze zullen wel vaak moeten optrekken van en naar het water.”

Dit bericht op Instagram bekijken

Een bericht gedeeld door 📍 Manche – Normandie (@attitudemanche)