De negende etappe maakte duidelijk dat er maar twee echte kanshebbers meer zijn voor de eindzege in de Tour de France: Andy Schleck en Alberto Contador telden op de Col de la Madeleine de overige favorieten volledig uit. Voor de dagzege kwamen ze echter te kort. De reactie van winnaar Sandy Casar kon u hier al lezen, hier krijgt u een overzicht van de reacties van de overige blikvangers.

Luis León Sánchez (tweede)
“In deze etappe waren veel renners gretig om me te gaan in de lange vlucht. Wij stuurden enkele mannetjes mee opdat ik zo veel mogelijk tijd zou kunnen goedmaken in het algemeen klassement. Christophe Moreau en José Ivan Gutierrez hebben het fantastisch gedaan. De ploegleiding vond dat ik voor de overwinning moest gaan, maar als je je plannen omgooit, is de kans klein dat het ook lukt. Ik had er de kracht niet meer voor.”

Damiano Cunego (derde)
“Ik voel een mix van teleurstelling omdat ik een grote kans heb laten liggen, en trots omdat ik zo dicht was bij een eerste ritwinst in de Tour. Het begin van de etappe was erg zwaar, en pas bij mijn derde poging lukte het me om voorin te geraken. Ik wist dat ik een goede kans had in de eindsprint, maar Casar en Sánchez waren sneller. Ik heb een grote kans laten liggen.”

Andy Schleck
“Deze gele trui is fantastisch, ik ben er heel blij mee. Het is nu wel duidelijk dat Alberto (Contador, red.) en ik deze Tour zullen beslissen. Ik heb veel aangevallen en Contador weet ook wel dat ik dat nog zal doen. Ik heb hem niet gelost, maar hij mij ook niet. We zijn voorlopig even sterk. We zullen zien wat het in de Pyreneeën wordt. Ik hoop op een dag dat hij minder goed is.”

“Op een bepaald moment zei hij: ‘Ik wil wel meerijden, maar we vallen niet meer aan’. Dat vond ik oké, zo konden we nog wat tijd nemen op de concurrenten. En als ik moest blijven aanvallen, dan kon ik zelf wel eens het slachtoffer worden. Ik moet nog aanvallen, want 41 seconden zijn niet genoeg voor de tijdrit. We gaan proberen om het geel zo lang mogelijk te behouden. Wat ze er ook van denken, daar heb ik wel de ploeg voor.”

Alberto Contador
“Het team heeft buitengewoon goed werk verricht. Na enkele aanvalspogingen hebben Andy (Schleck, red.) en ik besloten om samen te werken. We zijn beide de grote winnaars, de verschillen zijn groter dan verwacht. De beklimming van de Madeleine was heel zwaar, vooral een dag na de rustdag. Toch voelde ik me erg goed. Ik weet perfect wat mijn doel is en welk wiel ik daarvoor moet houden. Dat van Andy, want hij is de gevaarlijkste.”

Jurgen Van den Broeck
“Ik was echt slecht vandaag, ik voelde het vanaf de start. De toppers zijn er vroeg aan begonnen op de Madeleine. Ik zat toen echt op mijn limiet en kon niet sneller. Na mijn lekke band heb ik ook nog echt veel krachten en veel risico’s moeten aanspreken om terug te komen. Ik zat in die afdaling echt aan mijn limiet, ik kon niet meer sneller. Hopelijk was dit mijn slechtste dag van de Tour. Mijn doel is nog altijd de top tien en dat kan nog altijd. Veel concurrenten hebben moeten lossen, dat is alvast goed.”

Lance Armstrong
“Ik wou Levi Leipheimer helpen om zo hoog mogelijk te eindigen. Maar ik zat in een groepje met Van den Broeck en Basso, Levi’s concurrenten voor een podiumplaats. Ik kon dan ook niet veel meer doen dan gewoon bij hen blijven. Ik voelde me wel beter dan verhoopt. In de Pyreneeën wil ik nog iets proberen, maar ik zal lang niet de enige zijn. De Pyreneeën worden zwaar. Als het zo warm blijft, zal dat het er niet makkelijker op maken.”

Cadel Evans
“Mijn team heeft fantastisch gereden. Ik bedank iedereen die in mij geloofde en mij heeft gesteund en ik vind het jammer dat ik hen nu teleurstel. Ik moet de stand nog zien, maar voor mij is de Tour afgelopen.”

John Lelangue (ploegleider BMC)
“We hebben geprobeerd om te pokeren, maar het is mislukt. Hij (Cadel Evans, red.) heeft geprobeerd zijn gele trui te verdedigen en is nu heel ontgoocheld dat hij de Tour heeft verloren. We moeten kijken wat het geeft met die barst als hij aan zijn stuur trekt. De arts zal over het vervolg beslissen. We bekijken het dag per dag.”

Bron: Sporza, Het Nieuwsblad, Biciciclismo, Tuttobiciweb