Reacties na afloop van het WK Veldrijden

foto: Sirotti
De titelstrijd om de wereldtitel veldrijden werd een onemanshow van Mathieu van der Poel. Op indrukwekkende wijze zette hij in Tabor de koers naar zijn hand. Concurrent Wout van Aert kreeg te maken met materiaalpech, terwijl ploeggenoot Lars van der Haar tactische keuzes in dienst van de Nederlandse ploeg maakte.
Mathieu van der Poel domineerde de koers. “Ik besef het nog niet helemaal en denk dat het nog wel even gaat duren,” vertelde hij na afloop aan de NOS. “Ik denk dat ik vandaag heel sterk was. Ik heb volgens mij nooit meer dan vijf of tien seconden gehad en ik ben altijd blijven geven,” kijkt hij terug, “Zo’n koers kan je alleen rijden wanneer je een superdag hebt. Die had ik vandaag ook.”
Wout van Aert baalt van zijn tweede plek. “Vooraf had ik er wellicht voor getekend, maar nu voelt het alsof ik goud verlies. Van der Poel was niet beter. Ik voelde me de sterkste in de koers. Het is wel mijn fout dat ik die schuiver maak. Met deze benen had ik niet mogen verliezen. Ik had een topdag, maar krijg nog kansen,” vertelt hij aan Sporza. Zijn ketting ging er twee maal af. “Het zou niet mogen, maar het is niemand zijn fout. Colnago heeft topfietsen, anders zou ik geen 16 keer winnen. Dit was een nieuwe fiets, die gaf me vooraf een boost, dan moet ik achteraf niet zagen. Ik heb er ook probleemloos mee getraind. Ik denk dat de ketting eraf gaat door de modder,” kijkt hij terug.
Met Lars van der Haar stond er een tweede Nederlander op het podium. “Ik voelde me in de eerste ronde niet goed,” vertelde hij na afloop aan de NOS. “Maar ik merkte al heel snel dat ik toch goed was. Mathieu was op een gegeven moment weg. Afspraak is dan afspraak en ik bleef zitten. Ik liet Kevin het werk doen, maar voelde mij wel steeds beter worden. Ik heb afgewacht dat hij kapot zat en ik kwam los. Toen ben ik doorgereden. Ik kon net niet bij Mathieu komen. Helaas komt dan in de laatste ronde Wout erbij. Ik kon niet meer sprinten en zat helemaal leeg,” kijkt hij terug. “Ik ben blij dat wij als Nederland de titel hebben gepakt, maar ook zwaar teleurgesteld dat ik hem zelf niet heb.”