Materiaalzone 
Fietstoerisme 
Olympisch dilemma 2024: de vier zekerheden van Loes Gunnewijk, toch?
Discussie De klassiekers zitten erop en dus kunnen we een voorzichtige balans opmaken richting de Olympische Spelen 2024 in Parijs. In de Franse hoofdstad ligt een parcours dat vergelijkbaar is met een Vlaamse klassieker, zelfs gekenmerkt door de kasseiklim van Montmartre in de finale. Bij de vrouwen lijkt de vierkoppige selectie redelijk vast te leggen, maar de keuze is groot. Wat kiest bondscoach Loes Gunnewijk? WielerFlits zet de opties op een rij.
De UCI Team Ranking van 17 oktober 2023 was bepalend voor de quota met het aantal rensters per land dat in actie mag komen op de Olympische Spelen. Nederland is al jarenlang het beste land op die ranglijst en dat was in oktober niet anders. De oranje brigade van Gunnewijk mag in Parijs dus het maximale aantal van vier rensters afleveren. Daarmee moeten zij een plan zien te smeden tegen de Belgische topfavoriete en tevens wereldkampioene Lotte Kopecky. Twee van die rensters moeten bovendien acht dagen eerder ook de vlakke olympische tijdrit afwerken.
De zekerheden (?)
Met zoveel Nederlandse toprensters is de keuze voor Gunnewijk geen gemakkelijke. Toch lijkt de selectie op voorhand redelijk vast te liggen. Demi Vollering is na haar ploeggenote Kopecky de nummer twee op de individuele UCI Ranking en – momenteel – de op een na beste wielrenster van de wereld. Haar voorjaar was er een zonder zeges, maar met podiumplekken in Strade Bianche, Brabantse Pijl, Waalse Pijl en Luik-Bastenaken-Luik was het ook allesbehalve slecht. In een offensieve tactiek lijkt zij de meest vooruitgeschoven pion om België onder druk te zetten.
Demi Vollering - foto: Cor Vos
Lorena Wiebes - foto: Cor Vos
In dat geval heeft Nederland normaal gesproken nog twee wapens achter de hand. ’s Werelds snelste sprinter is Lorena Wiebes en haar zeges in de Ronde van Drenthe, Gent-Wevelgem en haar tweede plek in de Amstel Gold Race en zevende plaats in Parijs-Roubaix (hoewel dat natuurlijk een ander profiel heeft), tonen dat Wiebes veel meer is dan een pure sprinter. Ze heeft inhoud en zou daarom ook het 159 kilometer lange parcours in Parijs goed aan moeten kunnen. Als alles terug samentroept in de finale, is Wiebes kandidaat nummer één voor olympisch goud.
Dan is er uiteraard ook nog Marianne Vos, de levende legende die dit voorjaar opnieuw blinkt in haar vel. Ondanks haar bijna 37 jaar, lijkt de drievoudig wereldkampioene op haar beste niveau ooit rond te rijden. Namens Visma | Lease a Bike won ze dit voorjaar de Omloop Het Nieuwsblad (door Kopecky te kloppen in een rechtstreekse sprint), Dwars Door Vlaanderen en in extremis de Amstel Gold Race. Voorts was ze vierde in zowel de Ronde van Vlaanderen als Parijs-Roubaix en zevende in Luik-Bastenaken-Luik. Met die resultaten kan Gunnewijk eigenlijk niet om Vos heen.
Marianne Vos - foto: Cor Vos
Ellen van Dijk - foto: Cor Vos
Die laatste zou in Parijs twaalf jaar na haar zege in Londen de eerste sinds 1984 (de eerste Spelen met een vrouwenwedstrijd voor vrouwen) zijn die meer dan eens olympisch goud op de weg pakt. Destijds was Ellen van Dijk ook al van de partij. De 37-jarige renster van Lidl-Trek nam in 2023 een tussenjaar om te genieten van haar zwangerschap, maar keerde dit voorjaar bijzonder sterk terug. Van Dijk heeft de kwaliteiten om iets recht te zetten en zelf ook te anticiperen. Gunnewijk zat vorige week achter haar tijdens de nationale tijdrit in Borsele en dat verraadt veel. Net als Vollering zou Van Dijk ook de tijdrit kunnen afwerken. Meer zelfs: ze is daar zélf ook titelkandidaat.
De overige opties
Met bovengenoemde vier namen zou Nederland een ijzersterk collectief naar Parijs kunnen sturen en het ligt in de lijn der verwachting dat dit kwartet ook de uiteindelijke selectie haalt. Toch moet je altijd rekening houden met strubbelingen onderweg naar de Spelen in de vorm van ziekte of spijtige valpartijen. Maar over de reserves hoeft Gunnewijk zich geen zorgen te maken. Daar zijn er namelijk genoeg van in Nederland en die zouden de selectie niet eens slechter maken. Een luxepositie, maar wellicht heeft het Gunnewijk de laatste weken ook wel wat twijfels gebracht.
Shirin van Anrooij – foto: Cor Vos
Een van de rensters die dit voorjaar opzien baarde, was Shirin van Anrooij. Het 22-jarige toptalent van Lidl-Trek zou bij ieder ander land een no-brainer zijn. Zij reeg de ereplaatsen in grote klassiekers als Omloop Het Nieuwsblad (vierde), Strade Bianche (vijfde), Dwars Door Vlaanderen (tweede), de Ronde van Vlaanderen (derde) en de Brabantse Pijl (vijfde) aan elkaar vast. Van Anrooij heeft ook een meer dan degelijke tijdrit, waarmee ze bij de beloften al diverse medailles verzamelde op diverse kampioenschappen. Zichzelf wegcijferen zal voor nu geen probleem zijn.
Als we kijken naar de tijdrit en iemand die in de wegwedstrijd ook een voorname rol in de ondersteuning kan spelen, dan kom je ook snel uit bij Riejanne Markus. De 29-jarige renster van Visma | Lease a Bike werkte ook een zeer degelijk voorjaar af en heeft komende zomer een hoofddoel gemaakt van de Tour de France Femmes. Ze is op dit moment Nederlands kampioene tijdrijden en in die titelstrijd was ze vorig jaar met afstand de betere van wereldtoppers als Demi Vollering en Annemiek van Vleuten. De combinatie weg-tijdrit zou zij dus ook kunnen maken.
Riejanne Markus - foto: Cor Vos
Charlotte Kool - foto: Cor Vos
Afgelopen najaar maakte Markus ook deel uit van een groepje met zes vrouwen die het olympisch parcours vast hebben verkend. Naast de vier vrouwen die bij de voorlopige zekerheden lijken te horen, was ook Charlotte Kool (24) daarbij. De sprintster van Team dsm-firmenicht PostNL reed ook een mooi voorjaar, maar moest het daarin wel afleggen tegen Wiebes. Andere vrouwen die eventueel nog het overwegen waard zijn: Amber Kraak, Yara Kastelijn, Lucinda Brand, Thalita de Jong, Floortje Mackaij en youngsters Fem van Empel en (al gaat ze ook MTB’en) Puck Pieterse.
De grote vraag is dan alleen: wie moet eruit?
Bondscoach Loes Gunnewijk – foto: Cor Vos
(Advertorial)
Demi Vollering en Polestar bundelen de krachten. Als topsporter staat Demi voor focus, balans en duurzame prestaties, net als Polestar. Samen laten ze zien dat performance en verantwoordelijkheid perfect samenkomen. Schrijf je in en ontvang persoonlijke berichten van Demi en een tot nu toe onverteld verhaal. Over haar weg naar de top, haar keuzes buiten de koers en haar visie op vooruitgang die verder gaat dan snelheid alleen. Ook deelt ze waarom de Polestar 3 haar inspireert in vorm, functie en filosofie.
Dus er zijn vier zekerheden en een hele hoop goede opties in geval van strubbelingen door ziekte of spijtige valpartijen. Tot daar kan ik me er helemaal in vinden. Al denk ik dat Vollering in Parijs geen parcours op haar maat vindt, maar een renster met haar verdienste kan je inderdaad moeilijk thuis laten als ze zelf meewil.
Maar dan komt de grote vraag: wie moet eruit? Hoezo 'moet' eruit?
Moet ik nu stemmen wie ik ziekte of een spijtige valpartij toewens?
Wiebes thuislaten.
Als er een sterke groep wegrijdt in de finale - wie gaat er dan achteraan rijden? Met die kleine ploegen, niemand toch? Denk dat de winnaar uit een kleine groep komt.
Ik zou in ieder geval beginnen met Van Dijk, Vos en Wiebes. Van Dijk vanwege haar tijdrit en haar capaciteiten als hardrijdster, die je zowel als knecht als via een solo zou kunnen uitspelen. Wiebes is gewoon de snelste in een sprint en kan dit parcours volgens mij prima aan. En Vos kan zo'n beetje in ieder scenario uit de voeten, en is bovendien koersslim: handig als je een niet zo snuggere bondscoach hebt en geen communicatie. Ook Van Dijk heeft trouwens al genoeg gezien om snel en zelfstandig keuzes te maken.
De laatste plek vind ik een lastige. Markus en Van Anrooij zijn goede rensters, maar hebben ze de wapens. Vollering is redelijk rap aan de meet, maar dan weer niet de betrouwbaarste ploeggenoot en tactisch ook niet altijd even snugger.
En qua tactiek: ik denk dat ik in de eerste fase misschien enkel zou meespringen zonder mee te rijden. En de kaart Wiebes spelen. Tenzij je in de situatie komt dat bijvoorbeeld Vos met een heel klein groepje weg is, en ze veruit de snelste is. Maar zelf de koers hard maken en daarmee de sterkte van Wiebes al vroeg buitenspel zetten lijkt me niet slim, net als het zelf de koers gaan dragen.
Kopecky heeft i.i.g. het voordeel dat haar landgenoten volledig in haar dienst zullen rijden. Plus, natuurlijk, een parcours dat haar op het lijf geschreven is.
De enige serieuze vraag lijkt me Van Anrooij of Van Dijk. Bij gelijke resultaten zou ik met het oog op de toekomst voor Van Anrooij kiezen.
Ik zie het bij haar meer als een probleem dat ze de koers zo slecht leest.
Dus de eerste 3: Vollering, Vos, Van Dijk. Als 4e zou ik Van Anrooij of Pieterse meenemen, mits de dubbel met MTB voor Pieterse een optie is. Parcours lijkt haar goed te passen.