Materiaalzone 
Fietstoerisme 
Nederlandse bondscoach wil met nieuwe achtervolgingsploeg olympisch goud pakken in 2028
Keert Nederland terug op de ploegenachtervolging? Het zou zomaar kunnen, want baanbondscoach Nick Stöpler wil in aanloop naar de Olympische Spelen van 2028 een achtervolgingsploeg oprichten bij de vrouwen. “In Los Angeles is de gouden medaille te halen op de ploegenachtervolging. Daar ben ik van overtuigd”, zei hij na het WK baanwielrennen in Denemarken tegen de NOS.
“Het is mijn grootste wens om daaraan deel te nemen. Kwalitatief hebben we er zeker de rensters voor”, droomt Stöpler al van 2028. Toch is het een gigantische uitdaging. Het is namelijk al vanaf 2012 geleden dat een Nederlands team bij de vrouwen meedeed aan de ploegenachtervolging op de Spelen. Van niet deelnemen naar goud lijkt een flinke stap.
“Ik ben ermee bezig”, aldus Stöpler. “Er ligt al een plan, we proberen een heel duidelijk traject uit te stippelen om rensters en ploegen warm te krijgen. Ik moet het balletje, dat al voorzichtig snelheid maakt, echt laten rollen. Het begint alleen bij het enthousiast maken van de rensters.”
Mischa Bredewold stipt probleem aan
Een van de rensters die al enthousiast is, is Mischa Bredewold. De renster van SD Worx-Protime zou eigenlijk meedoen aan de individuele achtervolging op het WK baanwielrennen in Ballerup, maar de Nederlandse wielerbond bleek uiteindelijk toch geen achtervolgers af te mogen vaardigen. “Daar baalde ik goed van”, vertelde de voormalig Europees kampioene op de weg bij de NOS. “Dit was voor mij een perfect instapmoment, waar ik kon zien of de achterstand met de top overbrugbaar was richting de toekomst. Die momenten zijn schaars.”
Hoe dan ook, twijfelt Bredewold niet aan de kwaliteiten van de beste Nederlandse rensters. Alleen vraagt ze zich af of er in de breedte ook genoeg rensters zijn. “Het probleem is dat er weinig meiden op olympisch niveau op de baan rijden. Je moet dan een ploeg oprichten die valt en staat bij de wegrensters die eraan meedoen.”
Twijfel
Bredewold weet zelf ook nog niet niet zeker of ze wel of niet de ploegenachtervolging wil rijden op de Olympische Spelen. “Het is een gigantisch project, waar je minstens acht rensters voor nodig hebt in de voorbereiding. Als je vanaf nul begint, is dat gewoon lastig om op te richten. Ik kan me niet nu al voor de volle honderd procent richten op de ploegenachtervolging, om er dan in 2027 achter te komen dat we toch een renster te weinig hebben. Dat krijg je er ook bij de commerciële ploegen niet door.”
Bredewold hoopt vooral dat er een een trainingsgroep komt waar rensters zich zonder verplichting elke week bij kunnen aansluiten. “Zodat we op een relatief vrijblijvende manier een mooie groep opzetten en kunnen kijken of er genoeg animo voor is. Over een paar jaar, na veel samen trainen, kunnen we dan kijken of we hier vol voor moeten gaan.”
