Gisteren behoorde Mikel Landa voor de tweede dag op rij tot de winnaars van de dag in de Giro d’Italia. In de twaalfde etappe pakte hij samen met Miguel Ángel López een halve minuut op de rest van de favorieten, maar in de dertiende rit haalde hij pas echt uit, waardoor hij nu weer binnen de drie minuten van de eerste klassementsman staat. En als het aan Landa zelf ligt was dit niet zijn laatste aanval van deze Giro.

Het eerste deel van de Ronde van Italië verliep verre van voorspoedig voor de rasklimmer van Movistar. Zowel in de proloog als in de vierde etappe naar Frascati verloor Landa al tijd, om nog maar te zwijgen over de tweede chronoproef. Zijn achterstand voor de eerste etappe waarin een serieuze berg moest worden beklommen? Bijna vijf minuten. Maar sindsdien heeft Landa in slechts twee etappes tijd al ongeveer de helft van zijn achterstand goed weten te maken. En vooral de wijze waarop Landa gisteren met de handen onderin de beugel klim naar Lago Serrù opstormde heeft indruk gemaakt bij veel wielerliefhebbers.

“Ik ben heel blij met het resultaat, mijn benen en het fantastische werk van mijn ploegmaats”, blikt Landa terug op de etappe waarin hij derde werd op iets meer dan een minuut van dagwinnaar Ilnur Zakarin. “Ik bespeurde zwakte bij mijn concurrenten, ik voelde dat ik hun tempo kon volgen, dus ik wilde het proberen. Het was heel zwaar op het einde, maar ik ben erg blij met het resultaat.”

Met een loodzware slotweek in aantocht staat Landa er ineens weer een stuk beter voor. “Dit resultaat geeft me veel moraal en vertrouwen om door te blijven gaan. Zolang ik energie heb blijf ik aanvallen. Ik hoop dat dit tot in Verona duurt, maar voorlopig is het nog te vroeg om over een eindresultaat te praten”, weet ook de 29-jarige klimgeit. “In de Giro kan het elke dag anders zijn en dus moeten we het dag per dag blijven bekijken. Ook in de zware rit naar Courmayeur gaan we het proberen. Ik heb in ieder geval het vertrouwen gekregen dat het mogelijk is.”