Michele Bartoli scherp voor Wout van Aert: “Hij traint, maar hij moet zich meten met zijn rivalen”
Wout van Aert heeft ook dit jaar zijn zinnen gezet op de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix. De kopman van Visma | Lease a Bike sloeg Milaan-San Remo daarom over, zodat hij zich met een hoogtestage kon voorbereiden op de bewuste kasseiklassiekers. Niet iedereen begrijpt deze keuze echter. Nadat Michel Wuyts eerder al vraagtekens plaatste bij de beslissing, komt er nu kritiek van voormalig wielerkampioen Michele Bartoli.
Voor de komende Monumenten ziet Bartoli met Tadej Pogacar en Mathieu van der Poel twee favorieten. Tot de andere kanshebbers rekent hij enkel Filippo Ganna en Wout van Aert. “Behalve Filippo Ganna, is Wout van Aert de enige die nog zou kunnen winnen. Ik hoop het nog steeds”, zegt de Italiaan in La Gazzetta dello Sport.
Vervolgens laat Bartoli zich echter kritisch uit over diezelfde Van Aert. “Wanneer je iets van hem verwacht, is hij niet op de afspraak. Waar slaat het op dat hij niet meedeed aan Milaan-San Remo? Hij zegt dat hij traint, maar hij moet zich meten met zijn rivalen”, aldus de 54-jarige ex-prof, die tijdens zijn carrière vijf monumenten won: de Ronde van Vlaanderen (1996), Luik-Bastenaken-Luik (1997 en 1998) en de Ronde van Lombardije (2002 en 2003).
Wat Ganna betreft, is Bartoli lovend. “Hij is in topvorm en zeker een serieuze kandidaat om bijvoorbeeld Parijs-Roubaix te winnen. Toch blijven Mathieu Van der Poel en vooral Tadej Pogacar, als hij van start gaat, de topfavorieten. Als Pogacar ergens meedoet, is hij altijd de topfavoriet.”
Dan leg je zo mogelijk nog meer druk op je zelf voor de kassei-klassiekers ook.
De andere twee spelen in een speeltuin zonder enige druk van kinderen, moeten presteren of zware crashes die hun nasleep hebben. Pogi wil gewoon alles winnen. Poel wil van Pogi winnen. Wout mag mij verbazen, maar ik denk dat zijn beste tijden zijn geweest. Wout was altijd de betere sprinter, maar hij legt het steeds vaker af tegen Poel. Ook bergop gaat Wout Poel niet lossen tenzij het een lange beklimming betreft.
Uiteindelijk gaan de jaren misschien wel sneller voorbij dan je denkt. En moet je kansen pakken die er zijn. Nu kunnen ze op trainingen heel veel meten en weten, en ze zullen echt wel weten waar Wout staat en of ie kans heeft in MSR.
Maar als hij dicht bij zijn beste waarden zit, dan is het inderdaad zonde dat ze hem langer op de berg houden. Stel je voor dat hij niet het wiel had kunnen houden van Pogi en Poel, maar wel van Ganna... dan had ie meegesprint voor de winst.
Zo bekeken blijft Merckx de allergrootste. Op 24 en half voor het eerst vader, voorjaar 1970, toen hij nog maar 1 van zijn 5 Tourzeges op zak had. Op zijn 27ste, augustus 1972, na zijn 4de Tourzege, voor de tweede keer vader.
Nadien nog 4 grote rondes en 6 monumenten gewonnen…
Er is helemaal niets wat ook maar op enige manier wijst in die richting.
“Mathieu en Tadej zijn beter omdat ze nog geen vader zijn”. Hoe krijg je het opgeschreven.
Dit kan alleen maar komen van iemand die zelf geen kinderen heeft. :D
Ik hoop eigenlijk vooral dat ie beter van zijn berg komt dan dat ie er op is gekropen. Want zowel het cross seizoen als ook de eerste wedstrijden waren niet van het niveau wat je zou verwachten.
Het grappigste aan deze klucht vind ik nog dat wanneer hij goed reed in die twee koersen die hij nu laat schieten, er steevast een discussie volgde of hij niet te vroeg in vorm was.
Gilbert stond maar liefst 62 keer aan de start van een monument, Van Avermaet 56 keer.
Cijfers zeggen niet alles, maar toch…
En natuurlijk ook een paar keer Vlaanderen en Roubaix gemist: door een covidbesmetting (Vlaanderen ‘22), een covidafgelasting (Roubaix ‘20), en een zware valpartij (Vlaanderen + Roubaix ‘24).
Hij is wel een renner die mooi op de fiets zat.