Meningen verdeeld over steeds zwaardere Strade Bianche: “Jammer voor het publiek”
Strade Bianche is voor velen het nieuwe hoogtepunt op de wielerkalender. De Italiaanse heuvelklassieker over de gravelwegen van Toscane blijft zich ontwikkelen, maar niet bij alle ploegen staan ze te juichen om de veranderingen aan het parcours. Vorig jaar werd er al een lokale omloop extra verreden en dit seizoen wordt de wedstrijd bij de mannen langer en zwaarder gemaakt. De meningen zijn verdeeld bij een rondgang van WielerFlits langs diverse ploegen en renners.
“Ik denk dat ze bang zijn dat het een massasprint gaat worden”, zegt Wynants als grap, maar met een serieuze ondertoon. “Na de solo van 80 kilometer van vorig jaar doen ze er dit jaar nog een extra grindstrook bij. Het is aan de ene kant wel jammer dat ze de wedstrijd nog zwaarder maken. Qua spanning gaat het nog voorspelbaarder worden.”
“Dat is een beetje jammer”, stelt de ploegleider van Visma | Lease a Bike. Volgens hem is die ontwikkeling de laatste jaren steeds meer ingezet. “Vorig jaar kwam de plaatselijke ronde rond Le Tolfe er al bij, daardoor was het een pure klimkoers. Nu komt er ook nog een strook van 9,5 kilometer bergop extra bij… Dan wordt het alleen maar nog zwaarder.”
Aan de voorlopige startlijst is te zien dat steeds meer klassiekerrenners de Toscaanse gravelklassieker overslaan. Renners als Van der Poel en Van Aert streden niet heel lang geleden nog mee, maar nu verschuift het veld zich steeds meer richting de klimtypes. En uit de top-20 van de UCI WorldTour doen maar een aantal renners mee. “Dat is het gevolg, ja. En het is aan de organisatie om daar conclusies uit te trekken”, vindt Wynants.
Bij Q36.5 Pro Cycling doet de absolute kopman wel mee, zij rekenen op nieuwkomer Tom Pidcock. Ploegleider Michael Albasini wil niet direct meegaan in het verhaal van een te zware koers. “Dat hangt van meerdere dingen af”, zegt hij. “Sommige renners maken er juist een wedstrijd voor klimmers van. De wedstrijd zelf verandert niet echt.”
“Het zijn de renners die het koersverloop bepalen. Als er wind staat, kan het meer voor de klassieke types zijn. Er moet geklommen worden, dat wel, maar een echte klimwedstrijd zou ik het niet willen noemen”, volgens de Zwitserse oud-wielrenner.
Wat zegt het hem dat grote namen als Vingegaard, Primož Roglič en (weliswaar geblesseerd) Remco Evenepoel niet starten? “Het is een wedstrijd op zich. Je hebt bepaalde skills nodig om mee te kunnen doen en het kan riskant zijn als je niet in topvorm bent. Daarom kan ik begrijpen dat sommige renners er niet starten. Of teams bang zijn voor Pogačar? Er is geen reden om angstig te zijn. Hij is sterk, maar als je in je hoofd al verloren hebt, dan wordt hij nog sterker dan hij al is. Maar Tom gaat die uitdaging zeker aan.”
“Strade Bianche is wel de klassieker die het dichtst in de buurt komt van een monument. Het is een spannende en zware wedstrijd en de uitzichten zijn geweldig. Dat maakt de koers heel onderscheidend. Het is en blijft een belangrijke afspraak in het klassieke voorjaar”, aldus Albasini.
Dat is het ook voor Marc Hirschi, die als kopman van Tudor Pro Cycling uitgespeeld gaat worden in Strade Bianche. De laatste jaren was hij nog ploegmaat van Pogačar, maar nu is de Zwitser een van de opponenten. “Je hebt gewoon de benen nodig. Een geheim om hem te verslaan is er niet. De parcoursverkenning gaat wel belangrijk zijn en dan heb je de benen nodig.”
Hirschi sluit zich aan bij het standpunt van Wynants. “Het neigt steeds meer naar een wedstrijd voor de klimmers”, is de Tudor-kopman van mening. “Elk jaar wordt de race ook langer en zwaarder. Dat betekent dat de finale nog vroeger gaat beginnen. Met al die hoogtemeters is het echt gemaakt voor de klimmers. Of ik een klimmer ben? Dat durf ik niet te zeggen, ik denk toch meer een puncheur. Maar dat hangt ook van mijn vorm af, haha!”
Voor Bauke Mollema staat Strade Bianche ook op zijn programma, al is het voor de Nederlander van Lidl-Trek niet met als doel om te winnen. Hij schikt zich in een helpende rol voor de ploeg en ziet ook dat de startlijst iets verandert. “Daar zijn niet de grote namen of de grote klassementsrenners, zoals Evenepoel, Vingegaard, Roglič of Van der Poel. Dat is voor het publiek misschien jammer. Zij zien het liefst de strijd tussen die mannen in alle grote koersen. Dat is wel jammer, dus zal het lastig worden om Pogačar te kloppen”, aldus Mollema.
Heb jij RIDE Magazine al besteld?

De laatste jaren vind ik het wat minder en vind ik juiste het Vlaamse werk en vooral Parijs-Roubaix er flink bovenuit stijgen.
Het steeds zwaarder wordende parcours van de Strade, gecombineerd met de dominantie van Tadej hebben daar een beetje voor gezorgd denk ik.
Strade heeft jonge bestaan van de koers en de lengte tegen. Met meer (klim)km'ers proberen ze te compenseren.
Anderzijds, wat is de lol van MSR: 270 km altijd zelfde koersverloop. Cipressa en Pogio doen er eigenlijk alleen toe. Wie poeft er weg in laatste km Pogio, of wint sprint van elite groepje.
Ik begrijp het idee om de lengte te brengen naar de grote 8 (5 x monument, 1 x WK, GW & AGR) maar vind níet dat dat dan gezocht moet worden in 'zwaarder' en al helemáál niet in 'lus'.
Heb het al vaker geopperd, start in Siena/Firenze en maak een mooie extra lus langs extra toscaanse dorpjes, beetje zwaaien, beetje genieten en een vroege vlucht kan er zich vormen. Nu met die eindlus mís je een stuk uniek parcours daarvóór op TV, doodzonde.
Ik ben echt bang dat ze het idee verder gaan doorvoeren naar enkele passages van die Siena klim, dan wordt het bij een genivelleerd peloton de Waalse pijl nr 2.
Maar meer hoogtemeters zijn natuurlijk ook geen goede zaak. De meeste klimmers komen hier niet op af en de klassieke types sturen nu ook hun kat. Vreemd dat ze dat bij de organisatie niet inzien.
Dit is een koers die een paar jaar terug nochtans zeer hoog stond aangeschreven bij de klassieke mannen. En types als Van der Poel en Van Aert mikken nu volledig op die paar grote wedstrijden waar ze toch nog wat meer kans hebben tegen Pogacar. Zo is zijn dominantie natuurlijk finaal, als de grootste tegenstanders het in heel wat koersen niet eens meer probéren.
Door koersen iets minder zwaar te maken werkt dat tactisch koersen in de hand. En dat zal het kijken naar zo’n koers aantrekkelijker maken.
Doodzonde dat Parijs-Tours of Grote herfstprijs zo is weggezakt als grote klassieker. Was vroeger een geweldig najaar met achtereenvolgens WK, Parijs-Brussel, Grote herfstprijs en De Ronde van Lombardije. Daar tussenin nog de GP des Nations en Trofeo Baracchi. Heerlijke kost!
Maar als MSR er is de week erop, denk ik toch: dit is het echte werk. Daarnaast kan het koersverloop zoals vorig jaar echt verschrikkelijk saai zijn, dan is de lol er snel af. Het is dan ‘gewoon een koetsje’ geworden met één gast voorop.
Qua Italiaanse koersen plaats ik Emilia trouwens boven Strade. Leuker koersverloop, minstens zo onderscheidende scenery.
Maar dat was ook niet zozeer het punt. Of Pogacar nou alleen of met Matje wegrijdt, alleen de spanning wordt iets langer gehandhaaft. Een echt boeiende koers levert dat net als in Roubaix en Vlaanderen niet op.
De voorfinale, of wat er van over is, biedt nog enigszins illusies en die ontbreken geheel in de Strade omdat daar het al grotendeels beslecht is zodra de beelden komen.
Los daarvan; een zesde monument zal het wat mij betreft nooit worden; de monumenten blijven veel meer geschiedenis hebben, ook over 50 jaar.