Matteo Jorgenson maakt indruk in Parijs-Nice: “Volgens mij kan ik het klassement nog winnen”
Matteo Jorgenson heeft een goede indruk gemaakt in de zesde etappe van Parijs-Nice. De Amerikaanse renner van Visma | Lease a Bike toonde zich bedrijvig en koos het hazenpad. Uiteindelijk eindigde hij als derde en schoof hij op in het algemeen klassement. “Ik denk dat de eindoverwinning nog kan”, aldus Jorgenson.
Bij Eurosport deed Jorgenson zijn verhaal. “Ik had het gevoel dat het een dag voor de klassementsrenners zou worden. Ik wist dat het kou zou worden, zeker met de regen. Dan is het altijd zwaar. Het duurde ook lang voordat er een kopgroep weg kon rijden. Daarna legde INEOS Grenadiers ook een hoog tempo op. Het werd dus een heel zware dag.”
“In de finale wist ik dat Remco Evenepoel en Primoz Roglic zouden demarreren op het steile deel van de slotklim. Ik mikte zelf meer op een moment van vertwijfeling. Gelukkig koos ik het juiste moment. Ik had niet verwacht dat we daarna zo’n groot gat zouden krijgen. Op een gegeven moment hadden we zelfs bijna een minuut. Dat verbaasde me wel.”
Jorgenson sprint door zijn goede dag naar de tweede plaats in het algemeen klassement. “Ik ben zeer tevreden over mijn eigen benen. Of ik Parijs-Nice kan winnen? Als ik eerlijk ben, ja. Ik denk dat het kan en ga het dus ook proberen. Brandon (klassementsleider McNulty, red.) is een goede vriend, maar ik ga mijn benen niet stilhouden voor hem.”

Roglic valt me tegen. Hij komt van hoogte, maar hij maakt absoluut niet de indruk die zijn drie kompanen in hun eerste races maakten. Zijn ploeg is een ander verhaal. Een aantal Bora toppers is hier niet aanwezig,
Mcnulty en Plapp kan hij wel hebben, de rest staat al een stuk verder. Daarnaast heeft hij ook nog Kelderman aan zijn zijde waarmee hij in de diepe finale als een van de enigen een ploeggenoot heeft.
Hopelijk zijn dat niet de seconden die hij straks tekort komt op iemand uit de tweede groep.
Steekt meteen af van Remco's reactie;
"Daarna werd er gekeken naar mij en Primoz Roglic, wat wel logisch is."
Neen Remco, iedereen heeft je kunnen zien gapen naar de anderen met je bekende fratsen, al waren ze dit keer niet zo opvallend.
Gelijkaardig verhaal met vaak aangehaald voorbeeld nummer 2, Laporte. Het verschil tussen diens laatste jaar Cofidis en zijn Jumbo-Visma periode is eigenlijk miniem. Wat best knap is, gezien de helpers die hij had bij Cofidis veel minder sterk waren. (Een renner kan natuurlijk veel frisser in de finale komen als hij doorheen de eerste uren goed ondersteund wordt, of niet moet rijden wanneer een sterke ploeggenoot voorop rijdt - dat is zeker één voordeel van in een superteam te zitten.)
Dat toptalenten als Del Toro meteen resultaten rijden is ook niet verrassend (in deze tijd). Als die bij een kleiner team zouden debuteren zou het misschien net een jaartje langer duren tot de omkadering helemaal op punt staat, maar ook daar worden de kleinere teams steeds beter in. Denk maar aan Lenny Martinez, Van Eetvelt, Healy... Ook bij de superteams zitten er trouwens grote talenten die trager (of zelfs niet) doorgroeien, denk maar aan Vingegaard, Finn Fisher-Black en Staune-Mittet.
Samengevat: wat mij betreft is het meer een money-based samenpoelen van top- en helperstalenten in de grote teams dan dat renners daar buitengewoon veel sneller en verder doorgroeien.