Mathieu van der Poel en Michal Kwiatkowski sterk dankzij scherpe keuzes
Analyse Michal Kwiatkowski wilde niet teruggaan naar zijn eerste overwinning, zeven jaar geleden in de Amstel Gold Race. In de regenboogtrui toonde de Pool zich destijds de sterkste in de sprint van achttien renners. Na zijn mondiale titel van Ponferrada betekende de zege in de Limburgse klassieker dat ‘Kwiato’ zich op 24-jarige leeftijd mocht kronen tot een van de beste eendagsrenners van het peloton. Zijn overwinningen in de Strade Bianche en Milaan-San Remo in 2017 bevestigden nog eens die status.
Met zijn transfer naar Team Sky (tegenwoordig INEOS Grenadiers) groeide zijn verlangen om ook als klassementsrenner te slagen. Zelf klopte hij bij de leiding op de deur om zich veel meer op het klimwerk te richten. Toen de eerste stappen in de klassementstrein van Chris Froome vruchten begonnen af te werpen, was hij in 2018 ook ploegmaat van Geraint Thomas toen de Welshman de Tour de France won. De transformatie die Thomas van man van het Vlaamse werk naar ronderenner had gemaakt, was de droomstap die hij ook wilde zetten.
De eindzeges in 2018 in Tirreno-Adriatico, de Ronde van Polen en de Ronde van de Algarve bevestigden dat Kwiatkowski een sterk klassement kan rijden. Al heeft hij dit later nooit in de grote rondes kunnen bevestigen.

Michal Kwiatkowski in de aanval in de Amstel Gold Race – foto: Raymond Kerckhoffs
Vorig jaar, op 30-jarige leeftijd, realiseerde Kwiatkowski zich dat het allerhoogste bereiken in het rondewerk voor hem té hoog was gegrepen. Bij zijn ploeg klopte hij opnieuw op de deur. Ditmaal met de vraag of hij zijn eerste liefde, het klassieke werk, weer volledig kon oppakken. Een keuze waar ploegleider Servais Knaven blij mee was. Daarmee kon er nog meer aan een sterk blok voor het eendagswerk worden gebouwd met Tom Pidcock, Dylan van Baarle en Kwiatkowski als belangrijkste bouwstenen.
Recept
Het vertrouwen dat ‘Kwiato’ altijd binnen de Britse ploeg kreeg, beloonde hij op de Rijksweg in Vilt met zijn tweede zege in de Amstel Gold Race. Het maken van bewuste keuzes was voor hem het recept om voor het eerst in vijf jaar weer een grote eendagskoers te winnen. De dubbel rondewerk-eendagscoureur had hij niet in zijn benen. Spijt van zijn ‘overstapje’ naar het klassementsterrein heeft hij overigens niet. Als je ergens voor durft te gaan, dan kun je achteraf nooit de spijt hebben dat je het niet hebt geprobeerd.
Het maken van keuzes gaat voor meer grote kampioenen steeds belangrijker worden. Afgelopen winter maakte Wout van Aert al deze beslissing. Geen WK veldrijden, geen Strade Bianche en geen klassement in Tirreno of Parijs-Nice. Alles om goed te presteren in het Vlaamse werk. Met zijn zege in E3 Saxo Bank Classic in Harelbeke bewees de Belgische kampioen op het juiste moment te pieken, maar helaas werd hij drie dagen voor de Ronde van Vlaanderen geveld door een coronabesmetting.

Mathieu van der Poel na de Amstel Gold Race 2022 – foto: Raymond Kerckhoffs
Noodgedwongen is Mathieu van der Poel er afgelopen winter ook achter gekomen dat het maken van keuzes zijn vruchten kan afwerpen. Juist de lange periode van revalidatie heeft ook de veelvraat van Alpecin-Fenix laten inzien dat hij niet meer alles kan en moet aanpakken. Een winter zonder overvolle veldritkalender heeft hem onbewust wellicht goed gedaan.
Het rustig toewerken naar bepaalde grote doelen geeft een groter rendement, dan het van links naar rechts willen scoren bij alle kansen die zich voordoen. “Dit was misschien wel mijn beste voorbereiding ooit, want ik heb de tijd gehad om me specifiek klaar te stomen voor de klassiekers. Ik heb niet overhaast na het veldritseizoen meteen mijn wegfiets moeten pakken. Ik voel me er goed bij en ben sterk tijdens de races”, was zijn conclusie na zijn zege in de Ronde van Vlaanderen.
Waar Kwiatkowski inmiddels 31 jaar is, zijn Van der Poel en Van Aert 27 jaar jong. Een leeftijd waar beiden steeds minder puur op hun talent kunnen terugvallen.
Fysieke piek
Gepromoveerd fysioloog Jurgen van Teeffelen benadrukt dat een wielrenner rond zijn 25ste levensjaar zijn fysieke piek bereikt. Richting de dertig jaar gaat de maximale hartslag achteruit en wordt de maximale zuurstofopname minder. En ook de snelle spiervezels, die je vooral nodig hebt om kracht te zetten, worden minder. Een wielrenner kan zijn fysieke teruggang wel prima compenseren met zijn ervaring en door harder te trainen, maar duidelijk is dat hij dan ook meer gedoseerd met zijn krachten moet omspringen.
Vorig jaar werd op sommige momenten al pijnlijk duidelijk dat Van der Poel, maar ook Van Aert, niet alles aankan door een té overvol programma. Van der Poel zal ook tot de conclusie komen dat het specifiek toewerken naar slechts enkele doelen in de hedendaagse, wetenschappelijk gestuurde wielersport noodzakelijk is. Er moeten keuzes worden gemaakt.
Eigenlijk gaf hij dat zelf al voor de start van de Amstel Gold Race op het Vrijthof in Maastricht aan. Van der Poel had de afgelopen week decompressie gehad omdat hij alles op de Ronde van Vlaanderen had gezet. Hij was richting en in ‘Vlaanderens Mooiste’ fysiek, maar zeker ook mentaal, zo diep gegaan dat het moeilijk was om zich op te laden voor de Limburgse klassieker. “Maar voor Parijs-Roubaix ben ik zeker nog gemotiveerd. Daar hoop ik er weer voor de volle honderd procent te staan”, benadrukte hij aan de finish, na zijn vierde plek in de Amstel Gold Race.

Mathieu van der Poel – foto: Raymond Kerckhoffs
Voor ‘MVDP’ was deze Amstel Gold Race dus geen echt hoofddoel, maar een soort tussendoortje tussen de twee monumenten op de keien. Viel het goed in de finale, dan zou hij zeker de zege niet links laten liggen. Maar wanneer hij zoals nu tactisch vast kwam te zitten tussen de twee INEOS Grenadiers-kopmannen Kwiatkowski en Pidcock, dan was er geen man over boord. Dan had hij een goede extra training richting ‘Le Nord’ van komende zondag in de benen.
Van der Poel zinspeelt nog op sportieve revanche tijdens de mountainbikewedstrijd op de Olympische Spelen in Parijs in 2024. Maar hij moet wel beseffen dat de flexibele overstap van de mountainbike naar de racefiets steeds moeizamer zal gaan. Natuurlijk heeft hij een grote liefde voor het mountainbiken, maar bij Alpecin-Fenix zullen ze na alle blessureleed van hun kopman in de afgelopen acht maanden beseffen dat de prijs voor dat MTB-avontuur wel heel hoog is.
Dat Van der Poel in mei van start gaat in de Giro d’Italia is een eerste signaal dat het mountainbiken op een lager pitje wordt gezet. Komende maand staan de wereldbekers Cross Country in Albstadt en Nové Město op het programma. Beproevingen waar hij voorgaande jaren een doel van maakte. De keuze om op 6 mei in Boedapest van de partij te zijn bij La Grande Partenza van de Giro is een eerste voorteken dat de weg de absolute voorrang heeft gekregen. Wat dat betreft heeft ook Van der Poel geleerd dat hij keuzes moet maken.
En was MvdP de afgelopen weken beter dan in 2019 (RvV, BP, AGR), 2020 (BinckBanck, RvV) en 2021 (Strade, Tirreno, Tour)? Dus hoezo heeft dat met zijn rust- en herstelperiode, laat staan keuzes te maken?
Als we MvdP's trainer moeten geloven heeft hij tijdens de RVV z'n beste waarden ooit (in een klassieker) gereden. Beter dan zijn vorige twee Rondes, beter dan de Strade, etc etc.
Dit stuk vind ik persoonlijk weinig verheffend. Een beetje vergelijkbaar met de AGR zelf; daar heeft vooral de achterdeur open gestaan, en is er voorin nauwelijks iets boeiends te zien geweest. Dat je dan met zo'n analyse komt begrijp ik dan ergens wel.
Wat voor keuzes maakte de rest van de top 8?
Het lijkt wel een beetje om MVDP met veel moeite in dit topic moest gefietst worden.
Dat hij nu ineens het licht heeft gezien dat hij toch geen Tourwinnaar wordt, weer alles op de klassiekers zet en de Amstel wint, is voor mij toch niet helemaal een getrouwe weergave van de werkelijkheid.
Kwiatkowski was vaker sterk in deze koers en vandaag stonden de sterren gewoon goed met het overwicht van zijn team en de matige tegenstand. Die lijken meer een rol te hebben gespeeld dan dat hij door zijn keuzes zoveel beter was dan andere jaren.
Het stukje over leeftijd vind ik wel interessant. Kwiatkowski piekte qua resultaten tussen zijn 24 en 28. Min of meer net als die andere grote eendagsrenner van zijn generatie: Peter Sagan. Hoewel Peto al iets vroeger tot de absolute top behoorde en in zijn hoogdagen ook nog meer heeft gewonnen natuurlijk, Sagan was gewoon een nog iets betere renner.
Sindsdien heeft Kwiato nog wel aardige resultaten neergezet in grote eendagswedstrijden (3de in MSR '19, 4de op het WK '20, 6e in de WP '20, 8e in de Amstel '21...). Maar het was toch meer vanuit de achtergrond. Alaphilippe nam het stokje over van Sagan en uiteraard kwamen dan ook Mathieu en Wout (en nu ook Pogi) erbij.
Werd Kwiato overvleugeld door grotere talenten of was hij minder in de klassiekers vanwege zijn ronde-ambities? Of zijn de fysiek beste jaren van een renner vandaag de dag inderdaad gewoon de mid-twenties en moeten ze daarna meer op ervaring en tactisch vernuft terugvallen?
Als je dan toch de link wil leggen met MvdP en WvA: hoeveel topjaren hebben zij nog in de tank? Later ingestapt op de weg vanwege de (zeer succesvolle) cross-seizoenen, maar verlaten ze hiermee ook hun piek op de weg? Of mogen we verwachten dat het binnen een jaar of 2-3 ook een stuk minder wordt?
In welke mate speelt de steeds professionelere begeleiding van jongsaf aan een rol in het 'verjongen' van de top? Waar je nog niet zo lang geleden vaak geharde dertigers klassiekers zag winnen, is dat nu eerder uitzondering dan regel geworden. Welke oudere renners draaien momenteel nog mee aan de wereldtop, buiten Roglic en (met een beetje goede wil) opi Valverde?
Keuzes maken en mikken op een paar hoofddoelen helpt meer dan waarschijnlijk om de fysieke achteruitgang te compenseren, maar ik zie toch vooral dat dertigers het heel moeilijk hebben gekregen en op een alles-valt-goed-scenario moeten rekenen zoals Kwiato vandaag om nog grote koersen te winnen. Daarover zou ik graag eens een diepgaande analyse zien.
Ik denk dat er sowieso een verschil zit tussen eendagskoersen en grote ronden, naast toevalligheden (blessures, valpartijen, startlijst).
Kijk je bijvoorbeeld naar Tour '20 dan staan er heel veel 'oude' renners in de top-10 (Roglic, Porte, Landa, Dumoulin, Uran, Caruso). In '21 was dat volledig anders, terwijl er geen fysiologische revolutie plaatsgevonden heeft.
En wat gaat er gebeuren als Van Aert, van der Poel dertiger zijn, of volgend jaar al Alaphilippe? Worden ze minder, of zijn het gewoon klasbakken die over drie jaar 'aantonen' dat je juist dertiger moet zijn om grote koersen te winnen?
Of is er toch een verjonging van de top vanwege een professionelere begeleiding van jonge talenten? Misschien spelen ketonen ook wel een rol?
Ikzelf heb er niet echt een zicht op. Buiten het grafiekje 'Points per age' op PCS heb ik er ook niet echt veel data op nagekeken. Bij 'Riders born between 1986 and 1990' zie je inderdaad wel dat die iets vroeger stijgt en vooral vroeger naar beneden duikt (is dan ook nog niet helemaal compleet) in vergelijking met de vorige generaties. Maar ik zou er wel eens een volledige analyse aan gewijd willen zien i.p.v. dat het weggemoffeld aan bod komt in dit nogal vergezochte stuk over scherpe keuzes.
Wat in mijn ogen het beeld vertroebelt, is de coronatijd. Waar voor veel "oudgedienden" de traditionele, gekende en geijkte voorbereiding om zeep is geholpen, en ze op zoek moeten naar alternatieven. Terwijl de jonge garde nog niet dat soort ingesleten patronen heeft.
Ik ben van mening dat ook bij de vrouwen de laatste keer Cauberg eruit moet. Vorig jaar met een grote groep gefinisht ( vanuit dat criterium, maar dat zorde bij de mannen met de vd Poel allee wel voor schifting) en nu weliswaar een solo, maar de koers zit veel langer op slot.
Sinds die vd Poel allee erin zit bij de heren hebben we leukere koersen gezien die eerder werden opengebroken en veel spannender waren.
De vrouwenkoersen verdient dus mi ook dit finalerondje.
Ik zou er dan ook sterk voor pleiten om dit soort stukken niet het label analyse te geven, maar opinie.
Dus toch de traditionele trainingsleer met langere rustperiodes en rustige opbouw in de winter.
Dit hele stuk slaat eigenlijk nergens op van Kerckhofs.
#tenenkrommend