Maak kennis met Andries Lamain, de nieuwe NOS-commentator tijdens de Tour: “Je moet niet een al te groot ego hebben”
Interview Voor veel wielerfans is zijn stem niet onbekend, maar het grote publiek in Nederland kan deze zomer niet om Andries Lamain heen. Hij zal tijdens de Tour de France drie weken lang het commentaar verzorgen bij de NOS op NPO1 en volgt daarmee Joris van den Berg op. Lamain brak door bij Eurosport en is sinds 2023 ook werkzaam bij de NOS. WielerFlits maakt kennis met de debuterende Tour de France-commentator van de NOS.
Dit voorjaar kreeg Lamain de mededeling dat hij de hoofd-commentator zal zijn van de NOS tijdens de gehele Tour de France. De laatste jaren was die rol weggelegd voor Joris van den Berg, die het op zijn beurt overnam van Herbert Dijkstra. Een andere bekende naam op die plek was Mart Smeets. En nu dus Andries Lamain; voormalig student Journalistiek in Utrecht en later ook werkzaam bij AvroTros en bij NPO Radio 1. Via Eurosport kwam hij freelance bij de NOS terecht, waar hij inmiddels in dienst is.
Is dit een droom die uitkomt?
“Ja, absoluut. Dat is wel waarom ik uiteindelijk dit werk ben gaan doen. Vorig jaar heb ik bij de NOS mijn debuut gemaakt in Radio Tour de France (in de rol van de gestopte Gio Lippens, red.) en dat was ook al een droom. Al moet ik zeggen dat ik zelf vroeger vooral tv keek en met name bij de NOS, dus dat valt allemaal op zijn plek.”
Je bent begonnen bij Eurosport in het wielrennen. Hoe ben je daar zo ingerold?
“Vroeger was ik al wielerliefhebber en ik wilde heel graag de sportjournalistiek in. Ik heb een flinke omweg gemaakt, bij allerlei andere omroepen gewerkt, en ik dacht: Ik ga toch nog een kans wagen. En toen uiteindelijk bij Eurosport viel een plekje vrij, dus ik ben eigenlijk in de luwte een beetje begonnen. Daar zitten Jeroen Vanbelleghem en Jan Hermsen, dus ik kon langzaam opklimmen en op een gegeven moment was ik freelancer bij Eurosport én de NOS. Uiteindelijk heb ik de keuze gemaakt om bij de NOS in dienst te gaan.”
Hoe was dat begin bij Eurosport?
“Ik heb een testuitzending gedaan, met Bobbie Traksel tijdens de Ruta del Sol 2019 (lacht). Uiteindelijk hebben ze daar toch iets in gehoord. Het was niet heel erg best, hebben ze toen wel gezegd. Het klonk wat onzeker, ik kende nog niet zoveel renners. Mijn wielerkennis moest ik opkrikken, maar mijn stem was goed en zo ben ik vertrokken.”
Bevalt het werk als commentator in het wielrennen?
“Het is fantastisch werk. Ik mag koers kijken en ik word ervoor betaald. Dat koers kijken doe ik sowieso, dat is fantastisch. En wat ik mooi vind om te doen: ik houd van werk waarbij je in het brandpunt staat. Dat het live is, dat je moet improviseren, de regie telkens moet zoeken, vinden en houden. Ik zie het echt als een eer dat ik de kijker- bij het grootste wielerevenement van het jaar – aan de hand mag nemen. Dat voelt ook als een nederige rol. Als commentator moet je niet een al te groot ego hebben, want je bent heel dienstbaar aan de wedstrijd en aan de koers.”
Is dat lastig? Heb je dat moeten leren?
“Ik denk dat het in het verlengde van mijn persoonlijkheid ligt. Het gaat niet om mij, om er de Andries-show van te maken. Het gaat om de renners of de co-commentator, dat is de deskundige, de expert. Die probeer ik in zijn kracht te zetten.”
Met wie ga je de Tour de France ‘doen’?
“In de eerste twee weken met Michael Boogerd. De derde week gaat Michael naar Frankrijk… Dan heb je al die toppen waar hij op moet staan, dus dan staat hij op de Mont Ventoux, op La Plagne, op de Col de la Loze. En dan zit Stef Clement naast me. Ik trek het dan nog even door, want de Tour de France Femmes zit er achteraan. Dus ik heb ook een overlappend weekend.”
Ga je het allebei doen?
“Ja, en dan op maandagochtend vlieg ik naar Frankrijk voor de laatste week (van de Tour Femmes, red.). En ik doe de mannen-Tour vanuit Hilversum.”
Vanuit Eurosport is het bekend dat commentatoren ‘vanuit de bezemkast’ werken. Is dat heel anders dan op locatie zijn?
“Het is wezenlijk anders, de beleving die mis je met name. Vorig jaar heb ik Radio Tour gedaan en was ik voor het eerst in de Ronde van Frankrijk. Daar pik je onbewust wel dingen op. Je kan niet elke dag naar de start, maar je staat ineens ’s ochtends in de lift met Yves Lampaert, op de dag van de tijdrit. Dan vraag je wat ze gegeten hebben of waar Evenepoel de tijdrit gaat winnen. Je rijdt de laatste 20 kilometer van het parcours… Dat neem je allemaal mee in je verslaglegging. Dat vind ik een nadeel om het vanuit een hok te doen.”
“Het ‘bezemhok’ bij de NOS is wel iets groter dan bij Eurosport, maar omdat ik nu vier weken en 30 dagen achter elkaar doe, vind ik het ergens ook wel rustgevend. Je hebt dan niet al die verplaatsingen, want dat is ook superslopend en intensief.”
En dan de vrouwen-Tour doe je wel vanuit Frankrijk.
“Dat heb ik vorig jaar ook gedaan, maar die uitzendingen zijn wat korter en dat doe ik met Roxane Knetemann en zij moet ook veel avonden bij De Avondetappe zitten. En daar kan je vaker naar de start, want bij de mannen zenden we bijna alleen maar integraal (van start tot finish, red.), dus dan is dat niet te doen.”
Wanneer begin je dan eigenlijk met je voorbereidingen op de Tour de France?
“Eigenlijk in Nice vorig jaar. Het voorbereiden op een koers is ongoing. Je moet op de hoogte blijven, het parcours moet je opfrissen. Ik heb voor het eerst dat befaamde kastelenboek gekregen.”
Het Herbert Dijkstra-boek!
“Precies, dat is daar toch geïntroduceerd. En wat ik nu ook begrijp: je bedient een doelgroep. Bij Eurosport zijn dat de wieler-diehards. Ik merk ook aan de reacties die je krijgt. Als je een renner van Q36.5 niet herkent, dan word je daarop afgerekend. Bij de NOS is het voor een breder publiek en die willen heel graag dat je ook vertelt: Waar zijn we? Wat is dit voor kasteel, of culturele achtergrond? En dat vind ik ook leuk, want uiteindelijk zijn we allemaal tv-makers. Het gaat niet alleen maar over alle details, maar daar moet je ook wel in filteren.”
Die reacties en kritieken, positief of negatief. Hoe ben jij daaronder en hoe ga je daarmee om?
“Redelijk nuchter, denk ik. Ik vind dat je kritiek altijd serieus moet nemen, dus ook snoeiharde kritiek. Ik probeer te kijken naar de kern van waarheid die daar in zit. Maar over het algemeen, als je dat niet los kan laten, dan is het werk niet te doen. Ook heel veel dingen die in de koers gebeuren, stralen op jou als commentator af. Op het WK bij de vrouwen van vorig jaar, als daar bijzondere tactische keuzes plaatsvinden, dan kan ik daar allemaal vragen of kritische noten bij zetten, maar mensen vinden het een slechte uitzending omdat het niet loopt zoals gewenst.”
Is dat gek voor jou?
“Dat is wel een nieuwe ervaring. Dat is ook anders bij de NOS dan bij Eurosport, waar ik bij uitzendingen helemaal geen reacties kreeg omdat het toch een selecte groep kijkers is. Nu kijken er soms heel veel mensen, en die vallen ook eerder over dingen. Dat is ook wennen.”

‘Mart Smeets en Erik Breukink waren mijn voorbeelden toen ik wielrennen begon te kijken’ – foto: Cor Vos
En je wordt bekend bij het ‘grote’ publiek. Je komt drie, vier weken lang in de huiskamers bij misschien wel miljoenen mensen. Is dat een realisatie die al in je hoofd is doorgeschoten?
“Nu je het zegt, realiseer ik me dat. Het is wel een heel gek idee. Vorig jaar met Radio Tour merkte ik al dat het heel goed beluisterd werd en kreeg ik van alle kanten reactie. Dit is wel voor mij een hoogtepunt en ik ben heel benieuwd. Ik kan mij voorstellen: als je mijn stem niet prettig vindt, en je denkt wat kraamt die onzin uit, dan worden het vier lange weken (lacht).”
Heb je commentatoren waar je je aan opgetrokken hebt? Idolen in het vak, misschien zelfs. Wie zijn dat? En probeer je je aan hen te spiegelen?
“Niet per se commentatoren waar ik me aan probeer te spiegelen, maar wielercommentatoren zijn er legio. Je groeit op met een bepaald duo en voor mij was dat Mart Smeets met Erik Breukink. Daarbij ben ik wielrennen gaan kijken, dus ik heb al gezegd dat het mijn voorbeeld is. Dat is het niet nú, maar dat was het het tóén. Er zijn geen commentatoren waar ik mij nu aan spiegel.”
“Het is heel belangrijk om op je eigen manier te doen. Ik denk dat ik wel kritischer kan luisteren naar wat ik goed en minder goed vind. Dat heb ik nodig, want je moet jezelf aanscherpen. Soms heb je gewoon een mindere uitzending. Ik vind het ook heel mooi om naar andere commentatoren te luisteren, om dan daardoor geïnspireerd te raken. Niet om het te kopiëren.”
Heb je er zin in?
“Heel veel zin! Het mag wel beginnen! Ik heb er lang op zitten wachten. Die eerste week ziet er veelbelovend uit. Ik vind het parcours waarbij we pas diep in de tweede week de eerste bergrit naar Hautacam krijgen, wel iets geniaals heeft. Waar veel ploegen zich druk maken om de nervositeit, die heel ver in de Tour duurt, omdat de verschillen klein zullen zijn… We hebben vier, vijf punchaankomsten in de eerste tien dagen. We hebben een sprinter die het geel gaat pakken, waarschijnlijk. Ik kijk daar wel naar uit, maar ook de tijdrit op dag vijf. De kans is groot dat diegene heel lang in de gele trui blijft.”
Wat denk ik wel een uitdaging voor hem wordt is het stukje "entertainment" in de verslaglegging. En dan doel ik op de uren dat we naar redelijk saai wielrennen zitten te kijken omdat de koers op slot zit. Dan helpt het ook als je een co-commentator hebt die je daarin een beetje helpt. Karsten en Jeroen vormen een duo dat daar meester in is.
Daarnaast had ik ook wel gehoopt op Lars vd Berg als co-commentator. Die jongen vind ik echt een verademing en hij herkent echt iedere renner. Wat dat betreft is Stef Clement ook wel aan vervanging toe.
Boogerd vind ik altijd prettig om naar te luisteren, die voegt een ander sausje toe aan het verslag.
Enige nadeel: zijn stem lijkt heel erg op die van mij.. dat wordt verwarrend voor mijn gezin..
Zag bij de NOS eigenlijk alleen de samenvattingen, daar ik tot nu toe altijd kijk naar Sporza.( vooral vanwege José de Cauwer)en de laatste tijd ook naar Eurosport met Jeroen van Belleghem en Karsten Kroon, die het als duo ook niet slecht doen.
En Boogerd als co-commentator, goud. Snapt de koers en in zijn commentaar altijd nog een beetje fietser.
Toch ook wel benieuwd waarom vd Berg al weg is. Ik vond hem wel iets eigens hebben.
Ik zal waarschijnlijk weer via de Belg kijken, je moet daar af en toe even door de chauvinistische zure appel heen bijten maar is doorgaans beter te pruimen dan die NOS zooi.
Hoe goed hij is zal blijken als er later in de koers wat meer spanning is.
Ik mis soms bij de nos de 'swung' in het commentaar. Het is vaak statisch en een beetje ouderwets. Het gemaakte lolletje en de zelfde wielertermen ( 'linkeballen'van ducrot etc) mogen echt wel weg blijven. Kasteeltje hier, omgeving daar onzin, voegt niks toe.
Het is een vak, mag ik dat zeggen ja dat mag ik zeggen, hopelijk handelen ze ook daarnaar.