Kévin Vauquelin (24) is de Tom Dumoulin van Frankrijk, maar de vraag is welke variant
foto: Aubin Lipke
Youri IJnsen
vrijdag 25 juli 2025 om 17:00

Kévin Vauquelin (24) is de Tom Dumoulin van Frankrijk, maar de vraag is welke variant

Special Deze Tour de France 2025 is de ronde van de ‘nieuwe’ namen. Natuurlijk, de diehard wielerfans zullen Florian Lipowitz, Oscar Onley en Kévin Vauquelin zeker kennen. Maar wat zij deze Ronde van Frankrijk laten zien, is wel een nieuwe stap in hun ontwikkeling. Zeker voor het grote publiek zijn het niet de meest bekende namen. En dus gaat WielerFlits opzoek naar hun verhaal. “We zien Kévin niet als onze volgende Tourwinnaar”, vertelt Pierre Menjot, journalist bij l’Equipe.

Als kind groeide Vauquelin op in Normandië. In Bayeux om precies te zijn, startplaats van de zesde etappe in deze Tour de France. Hij probeerde tal van sporten in zijn jeugdjaren, tot hij er eentje vond waarin hij wilde uitgroeien tot professional: handboogschieten. Pas veel later kwam hij in aanraking met de wielersport. Zijn eerste liefde aldaar was baanwielrennen. Julien Chesnais is specialist jeugdwielrennen bij Vélo Magazine en journalist bij Eurosport. Hij volgt Vauquelin al vanaf zijn jaren als nieuweling. Sindsdien verzamelde hij meer dan 70 pagina’s aan informatie over de kopman van Arkéa-B&B Hotels, die momenteel achtste staat in de Ronde van Frankrijk 2025.

“Kévin was voornamelijk baanwielrenner”, vertel Chesnais over zijn juniorenperiode. “Hij reed destijds niet veel wegwedstrijden. Als hij dat al deed, richtte hij zich op tijdrijden. Dat had veel raakvlakken met de baan. Als eerstejaars junior werd hij ook Frans kampioen tijdrijden. Maar het was vooral zijn vierde plek in La Classique des Alpes waarmee hij indruk maakte. Een jaar later werd hij zelfs Frans juniorenkampioen op de weg, reed hij enkele goede rittenkoersen en deed hij opnieuw mee om de prijzen in La Classique des Alpes. Maar als eerste- en tweedejaarsbelofte bleef hij mikken op de baan, omdat hij zich wilde plaatsen voor de Olympische Spelen in Tokio.”

Uiteindelijk ging vorig jaar toch Vauquelins olympische droom in vervulling, op de weg welteverstaan – foto: Cor Vos

Bij de junioren won Vauquelin twee keer WK-zilver op de Ploegenachtervolging en één keer op de Puntenkoers. Maar omdat Frankrijk zich niet plaatste voor de Ploegenachtervolging, werd de jongeling niet geselecteerd. “Een grote teleurstelling. Nadien wilde hij het nieuwe traject in gaan om zich voor Parijs te plaatsen, maar daarvoor vond hij de motivatie niet. In 2020 had hij ook al een tegenvaller gehad. Hij koos als eerstejaarsbelofte voor de opleidingsploeg van AG2R Citroën ten faveure van Vendée U (de opleidingsploeg van TotalEnergies, red.). Maar in Chambéry vond hij zijn plaats niet. Na drie maanden haalde zijn vader hem daar weg en verbrak hij het contract.”

Klimcapaciteiten en andere, bijzondere kwaliteiten
Vauquelin keerde terug naar VC Rouen 76, een regionaal goed aangeschreven vereniging in zijn thuisregio Normandië. “Kévin trekt graag zijn eigen plan. Al op jonge leeftijd was hij heel professioneel met zijn vak bezig en pakte hij elk detail aan dat beter kon. Dat was en is nog steeds heel belangrijk voor hem. Hij heeft daarom ook een aantal opofferingen gedaan met het oog op de toekomst. Toen hij 21 was, besloot hij om te verhuizen van Bayeux naar de Côte d’Azur. Daar woont hij nog, vlakbij Nice. Daar kan hij trainen in de bergen. Naast tijdrijden, zei zijn toenmalig trainer Léonard Cosnier dat hij ook de kwaliteiten had om uit te groeien tot klimmer.”

Eerder al stopte Vauquelin na het behalen van zijn bachelor met zijn studie, om alles op het wielrennen te zetten. “In die periode werkte hij ook aan zijn tijdrit. Voorheen kon hij nooit het hoge beenritme voor een langere periode aanhouden. In korte tijdritten deed hij altijd mee voor de zege. Maar hoe langer het werd, hoe moeilijker hij het had. Wel vond hij tegen het einde altijd hernieuwde energie. Dat geldt ook voor zijn klimvermogen en dat zagen we bijvoorbeeld op Hautacam. Daar begon hij sterk, maar kreeg hij het halverwege de klim lastig. Toch verloor hij op het einde niet heel veel tijd. Om zichzelf niet op te blazen, kiest hij vaak voor zijn eigen tempo.”

Vauquelin droeg het wit in zijn geliefde tijdrit naar Caen – foto: Cor Vos

Het is een strategie waarmee Vauquelin intussen bekendstaat: snel beginnen, doseren in het middenstuk van zijn inspanning, om tegen het einde alles wat hij overhoudt eruit te persen. “Zijn sterke punten zijn de tijdritinspanning van dertig tot veertig minuten. Maar ook zijn waardes van één tot vier minuten zijn heel goed. Een van de unieke kwaliteiten die Vauquelin volgens zijn trainer heeft, is dat hij dezelfde wattages op zijn tijdritfiets ook haalt op zijn gewone koersfiets. Er zijn maar een paar renners in het profpeloton die dat kunnen. Had je Kévin zelf gevraagd voor de Ronde van Zwitserland wat voor renner hij was, dan had hij ‘voor de heuvelklassiekers’ gezegd.”

Voorbereiding hield geen rekening met slotweek
Sinds Vauquelin in 2020 de structuur van AG2R Citroën verliet, ondersteunt Arkéa-B&B Hotels hem. Sinds 2022 is de Fransman daar prof. Hij maakte meteen indruk op zijn Belgische ploegmaat Amaury Capiot. “Ik weet nog goed dat hij meteen podium reed in de Tour of Oman, zijn eerste wedstrijd in 2022. Daarvan was ik meteen onder de indruk, erg knap voor een eerstejaars prof. En de laatste twee seizoenen werd hij telkens tweede in de Waalse Pijl, met dan – voor mij – de absolute doorbraak met zijn tweede plek vorige maand in de Ronde van Zwitserland. Het was de vraag hoe dan deze Tour zou verlopen. Maar ik vind dat hij het heel goed doet en er ook heel goed voor staat. Je ziet echt dat hij deze weken opnieuw een stap zet in zijn ontwikkeling.”

Op Hautacam en ook donderdag naar de Col de la Loze had hij wel twee slechte dagen. “De vermoeidheid begint natuurlijk wel toe te nemen”, zegt Capiot daarover. “Maar daarin is hij zeker niet de enige. De vraag voor de toekomst is wel waar zijn plafond ligt. Wanneer hij zich handhaaft in de top-10 van deze Tour de France, dan mogen hij en de ploeg heel tevreden zijn. Als het hem volgend jaar lukt in een andere structuur bij een andere ploeg opnieuw stappen te zetten, dan ziet zijn toekomst er steeds rooskleuriger uit. Kévin is een heel rustig iemand die echt met zijn vak bezig is. Ook op het gebied van taal wil hij zich bijvoorbeeld ontwikkelen. Wel heeft hij een goede sfeer nodig, zodat hij zich op zijn gemak voelt. Als dat er is, levert hij snel goede prestaties af.”

Toch hadden ze bij de Franse equipe geen rekening gehouden met een scenario waarin Vauquelin kon strijden om de top-10 in het eindklassement, vertelt Chesnais. “We zullen moeten afwachten hoe de laatste dagen zullen gaan. Een week voor de Tour deed ik een interview met Kévins coach. Zijn voorbereiding was vooral toegespitst om in topvorm te zijn tijdens de eerste week van de Tour. Die trainingsmethode heeft geen rekening gehouden met de slotweek. De eerste helft van de Tour verliep ook heel goed, maar het is voor iedereen de vraag – inclusief hemzelf – hoe hij zich in het slot staande houdt. Zijn trainer verwacht niet dat hij tegen het einde verbetert of stabiel blijft.”

Overstap naar INEOS en vergelijking Tom Dumoulin
Vauquelin is wel een renner waar ze blij mee zijn bij het Franse journaille. Hij is heel uitgesproken en weet ook steeds beter met journalisten om te gaan, vertelt Pierre Menjot van l’Equipe. Komend jaar rijdt de Fransman meer dan waarschijnlijk bij INEOS Grenadiers, zoals WielerFlits vorig week meldde. Maar Fransen in buitenlandse dienst, dat lijkt niet altijd te werken. “In dit geval denk ik dat wel”, stipt Menjot aan. “Kévin deed dit jaar pas voor het eerste een hoogtestage, bijvoorbeeld.  Bij een groter en beter team met meer geld, kan hij zich nog meer ontwikkelen. Wij weten niet – en hijzelf ook niet – wat voor renner hij nu precies is. Dat gaan we de komende jaren wel ontdekken.”

Vauquelin wedijverde de eerste Tourweek met de grootsten op aarde en durfde ze zelfs aan te vallen – foto: Cor Vos

“Is hij een puncheur, iemand voor de rittenkoersen van een week of kan hij meedoen in het klassement van de grote rondes?”, stelt de journalist van l’Equipe zich de vraag. “Die antwoorden vind je we sneller bij INEOS Grenadiers dan bij Arkéa-B&B Hotels. Daar hebben ze wel echt alles gedaan om hem te ontwikkelen. Kévin zelf ook. Hij bemoeide zich bijvoorbeeld heel veel met de tijdritfiets. Die set-up ziet er nu heel goed uit. Bij INEOS kan hij wel meer proberen, dus zal hij daar naar een volgend niveau groeien. Of wij hem beschouwen als volgende Franse Tourwinnaar? Nee, zo zien wij hem niet. Daarvoor moet hij eerst nog wat prestaties laten zien. Wij focussen ons vooral op Paul Seixas. Heel jong, maar heel veel talent. En wie weet wellicht Lenny Martinez.” 

Insiders vergeleken Vauquelin een paar jaar terug qua ontwikkeling al met Tom Dumoulin. Die vergelijking snapt Vélo Magazine-expert Chesnais wel. “Ook Tom was een groot tijdrittalent, die zich later op klassiekers en met name het rondewerk ging specialiseren. Hoewel Vauquelin niet zo lang is als Dumoulin, is hij wel nog iets zwaarder gebouwd. Kévin weet dat hij zijn gewicht naar beneden moet zien te krijgen, zodat hij in de toekomst beter gaat klimmen. Daar heeft INEOS Grenadiers natuurlijk wel ervaring mee. Ze hebben van voormalig baanrenners als Geraint Thomas en Bradley Wiggins ook Tourwinnaars gemaakt. Bovendien droomt David Brailsford ervan om een Franse Tourpodium-kandidaat te ontwikkelen. Daarom denk ik dat het een goede match kan zijn.”

Vorig jaar boekte Vauquelin al een ritzege in de Tour tijdens de tweede etappe – foto: Cor Vos

RIDE Magazine
4 Reacties
25-07-2025 13:06
Interessant artikel, maar die vergelijking uit de titel … zo was Vauquelin de afgelopen twee jaar al tweede in de Waalse Pijl, als iets nu niet typisch voor tijdrijders is … veelzijdig renner in elk geval.
25-07-2025 13:30
Het is een fraai veelzijdig renner die deze tour echt eenb stuk taaier dan verwacht blijkt. Het lost maar breekt niet en kan behoorlijk lang op eenzelfde tempo doorstomen.
25-07-2025 13:58
Mooi interview waarbij vooral de trotsheid te merken is. Ook lekker realistisch dat Arkea maar een kleine ploeg in dat opzicht is en dat INEOS een mooie kans voor hem is om beter te worden
25-07-2025 14:05
Hopelijk mentaal wat sterker en waardering voor het geld dat je met je hobby kan verdienen:p

Reacties zijn gesloten.

RIDE Magazine