Jurgen Mettepenningen blijft geloven in toekomst van ‘pure crossploeg’: “Ik hoor dit al tien jaar”
Interview Hoeveel pure veldritploegen, zonder duidelijke link met een wegequipe, bestaan er nog anno 2025? Als we naar de top van de cross kijken, komen we momenteel enkel bij Pauwels Sauzen-Altez Industriebouw en de Ridley-ploeg uit. Nu die zelfs dreigen samen te gaan, moeten we ons dan zorgen maken over de toekomst van dat soort ploegen? “Quatsch”, volgens Jurgen Mettepenningen.
Bart Verschueren, sportief manager van de Deschacht-Hens-ploeg van Toon Aerts, stak afgelopen week op onze website het vuur aan de lont. “Als ik vandaag naar de situatie kijk, lijkt het me heel moeilijk om zonder de steun van een grote formatie op de weg als crossploeg zelfstandig te blijven bestaan. Ik denk dat er binnen dit en vijf jaar nauwelijks nog sprake zal zijn van ‘pure crossteams’. Vandaag is die evolutie eigenlijk al volop aan de gang”, aldus de Kempenaar, die daarvoor enkele goede argumenten heeft.
Volgens de manager is zijn ploeg er door een samenwerking met Lotto qua omkadering en financiële (schaal)voordelen op vooruitgegaan. Hij volgt daarmee het model van de broers Christoph en Philip Roodhooft, die hun crossers al jarenlang op de weg kunnen inzetten bij de WorldTeams van Fenix-Deceuninck en Alpecin-Deceuninck. Sven Nys doet met de Baloise Glowi Lions hetzelfde met het grote Lidl-Trek, en pakweg Charles Liégois Roastery CX valt al jaren onder de structuur van Intermarché-Wanty.
Jurgen Mettepenningen blijft al sinds 2007 zijn ding doen met Pauwels Sauzen-Altez Industriebouw en zijn voorgangers, een ploeg die volledig is toegewijd aan de cross. “En dat wil ik ook blijven doen. Het verhaal dat we zouden verdwijnen, hoor ik intussen al tien jaar. Voor mij is het duidelijk dat dit quatsch is. Wij hebben het de voorbije jaren altijd blijven waarmaken op het hoogste niveau, en we zullen altijd bij die top blijven.”

Mettepenningen speelt al jaren mee op het hoogste niveau – foto: Fotopersburo Cor Vos
Overgangsfase
Volgens de ploegmanager zit de cross in een overgangsfase. “Het tijdperk Mathieu van der Poel-Wout van Aert is een redelijk unieke situatie, hé. Binnen een aantal jaar gaan we terug naar een crosswinter met een ‘normale’ bezetting. Daarmee bedoel ik: terug meer jongens aan de top die van de eerste tot de laatste veldritten van het seizoen meedoen. Er zullen altijd uitzonderingen zijn. Ik denk bijvoorbeeld aan Thibau Nys en Tibor Del Grosso. Maar ik zie dat niet als de nieuwe norm voor de toekomstige toppers in de cross.”
De UCI ziet dat anders. Door UCI-punten die renners in het veld behalen vanaf 2027 te laten meetellen in de UCI-ranking op de weg, zullen ze WorldTeams en ProTeams stimuleren om een veldritafdeling op te richten. En dat de Wereldbeker zo laat begint, is ook geen mis te verstane boodschap aan de pure crossteams.
“Het zou kunnen dat we zo meer concurrentie krijgen, ja”, erkent Mettepenningen. “Maar je moet ook aan een aantal voorwaarden voldoen om UCI-punten voor die wegploegen te kunnen scoren. Je moet bij de x aantal beste renners van je ploeg zijn. Het is niet dat de eerste de beste renner die komt mee crossen, meteen een karrevracht aan UCI-punten voor die wegteams kan sprokkelen. We moeten afwachten wat het geeft als het zover is, maar ik maak me weinig zorgen, als ik nu naar de situatie kijk.”
Heeft Mettepenningen dan geen nadeel ten opzichte van de ploegen zoals die van Verschueren en Nys, omdat hij zijn renners niet in de zomer bij een grote ploeg kan onderbrengen? Met Leonie Bentveld doet hij dat trouwens wél al, zij krijgt een programma bij AG Insurance-Soudal. “Maar bij de mannen hebben we ook een programma van hoog niveau. Met de Baloise Belgium Tour, Ronde van Hongarije en Tour de Wallonie rijden we verschillende grote rittenkoersen.”

Gaan deze twee ploegen binnenkort samen? – foto: Fotopersburo Cor Vos
“Neem daar nog het BK en wat eendagskoersen bij, en voor veel renners moet dat niet meer zijn”, vindt de Oost-Vlaming. “Neem iemand als Michael Vanthourenhout, die met zijn huidige programma aan de top van de cross meedoet. Dat soort renners zullen altijd hun plaats hebben in de veldritwereld. Het enige ‘nadeel’ ten opzichte van andere ploegen is inderdaad dat we onze renners twaalf maanden uitbetalen. Maar eigenlijk is dat geen probleem.”
“Er zijn trouwens ook tegenvoorbeelden. Iemand als Fem van Empel (ooit actief bij de ploeg van Mettepenningen, red.) keert voltijds terug naar de cross, bij de beloften komt er met Yordi Corsus nog iemand heel talentvol aan die zijn carrière in de cross wil maken. Dat bewijst toch dat er voldoende renners zijn die zich volledig op de cross zullen blijven richten.”
Fusie?
Maar de wereld kleurt niet volledig roze. Ook zijn zoektocht naar een nieuwe cosponsor had afgelopen zomer veel voeten in de aarde. Uiteindelijk wist Mettepenningen zijn hoofdsponsor Pauwels Sauzen te overhalen om te verlengen en hij haalde Altez Industriebouw als nieuwe geldschieter binnen. Op die manier blijft de ploeg de komende jaren bestaan. Dat neemt niet weg dat de manager creatief blijft en een fusie met de Ridley-ploeg van Joris Nieuwenhuis onderzoekt.
“Wij hebben de voorbije jaren goed gewerkt op onze manier”, houdt Mettepenningen vol. “Dat zie je ook aan onze resultaten: bij de vrouwen doet Leonie Bentveld het geweldig en Michael Vanthourenhout heeft al twee topcrossen achter zijn naam. We moeten nu even afwachten hoe het met Eli Iserbyt evolueert. We zijn op zoek naar oplossingen en proberen daarop te anticiperen, maar in het bredere plaatje komt alles goed.”
Om te reageren moet je ingelogd zijn.