José De Cauwer gaat minder commentaar geven en heeft opvolgers op het oog
Interview José De Cauwer zal in 2025 minder wedstrijden van commentaar voorzien op de VRT. De 75-jarige ex-renner, -ploegleider en -bondscoach blijft zijn functie bij Sporza wel uitoefenen, maar wil ook ruimte maken voor de nieuwe generatie. Dat vertelt De Cauwer in een interview met WielerFlits na de Wereldbeker van Benidorm.
Ruim twintig jaar lang was De Cauwer een onafscheidelijk commentaarduo met Michel Wuyts, de laatste jaren is hij geregeld met Renaat Schotte of Karl Vannieuwkerke in het commentaarhok te vinden. Maar zijn drijfveer, die blijft gewoon hetzelfde. “Koers kijken, dat is mijn passie. Ik kan me daar nog altijd goed voor opladen, alsof het niets is”, lacht De Cauwer.
“Of het nu gaat om een amateurkoers, een of andere profwedstrijd van een lager niveau of een WK: in elke wedstrijd kan ik wel iets moois zien. Ik heb het als coach vaak meegemaakt dat een renner ‘zijn’ Ronde van Vlaanderen won; een koers die voor hem heel belangrijk was. Dat zijn de allermooiste momenten. Daar kan ik feller van genieten dan als iemand de échte Ronde wint, maar voor wie dat bijna normaal geworden is.”
Steekt het dan niet dat je moet minderen?
“Nee, dat is een normale evolutie, zeker? Ze moeten bij de VRT stilaan beginnen kijken om nieuwe mensen in te passen. Dat is logisch vanuit hun standpunt. Ik ga minder koersdagen krijgen, maar het gaat vooral om de midweekkoersen genre Le Samyn. De meeste grote afspraken zoals de klassiekers en de Tour de France en Vuelta blijf ik ‘gewoon’ doen.”

De Cauwer en Vannieuwkerke in gesprek met Leo van Vliet – foto: Cor Vos
Je was nochtans einde contract.
“Daarom ben ik ook met de hoofdredactie van Sporza gaan praten, om te kijken of ze nog met mij door wilden. Mocht dat niet het geval zijn, wilde ik me daar toch op kunnen voorbereiden. Zelf wilde ik sowieso commentaar blijven geven, omdat ik het zo graag doe. En omdat ik – in alle bescheidenheid – vind dat ik nog altijd een hoog niveau haal. Na dat gesprek hebben we een overeenkomst van onbepaalde duur gesloten. We gaan in goed overleg met VRT beslissen wanneer het moment daar is om de fakkel door te geven.”
Wat moet een goede opvolger voor jou kunnen?
“De vraag is: in welke stijl willen ze verder gaan? Als dat al een stijl is wat ik doe (lacht). Er is een verschil in commentaar geven op de koers of vertellen over de koers. Laat ons zeggen dat ik een deel vertel, en minder commentaar geef. Als je zes uur lang alleen maar moet vertellen wat je ziet, dan is er wel een probleem voor de kijker thuis. Er komt meer kijken bij commentaar geven, dat moeten potentiële opvolgers ook beseffen.”
Was dat iets wat jij van nature in je had, of heb je dat ook moeten leren?
“Dat is zo gegroeid door de jaren heen. Mede door de leeftijd, wat in dit geval een voordeel is. Het helpt ook als je veel wielrennen kijkt, dat is nog zo’n belangrijke voorwaarde om deze job te kunnen doen. Je moet het wel blijven volgen. Als je een ex-renner aan het woord laat, heb je meestal snel door of dat nog het geval is. Het is niet omdat je tien jaar beroepsrenner bent geweest, dat je weet wat renner X in de kopgroep twee weken geleden heeft gepresteerd. Dat soort zaken moet je weten als je hun prestatie moet duiden.”
Bij VRT zie je Sep Vanmarcke, Jan Bakelants en Bert De Backer al geregeld in de rol van analist. Zullen zij jou ook opvolgen in de commentaarcabine?
“Natuurlijk zullen het die mannen worden. En dan is de vraag: in hoeverre gaan die jongens nog andere dingen tegenkomen in hun leven die ze ook interessant vinden? Als je van commentaar geven graag je job wil maken, moet je toch al een serieus pakket aan dagen hebben om daar je kost mee te verdienen. En als ze er nog iets bij moeten nemen, wat voor zaken zijn dat dan?”

De Cauwer blijft een graag geziene verhalenverteller – foto: Cor Vos
Je bedoelt dat een goede commentator ook een goede ploegleider kan zijn?
“Ik ben er op die manier ook ingerold, hé. Door bondscoach en ploegleider te zijn, kijk je nog eens op een totaal andere manier naar wielrennen dan als renner. Als een coureur dan een van de eerste keren in een ploegleidersauto zit, zegt die meestal: ‘wat is dat hier allemaal? Ik wist niet dat er zo veel rond een ploeg beweegt.’ Voor een commentator is het zeker geen nadeel om ook die kant eerst eens te verkennen.”
Jij bent bijna een kwarteeuw te horen geweest. Dat worden grote schoenen om te vullen.
“Ik probeer de mensen thuis altijd mee te nemen in mijn passie, maar soms besef ik dat niet helemaal. Op het WK in Leuven kwam er een jonge vrouw naar mij toe, die met mij op de foto wilde. Mijn eerste gedachte was: waar heb ik dat aan te danken?”
“Maar toen kwam ze met het verhaal dat ik een stuk van haar jeugd was. Dat ze altijd met haar vader naar de koers had gekeken en zo een innige band met hem had gesmeed. Ze zei dat ze nu zelf met haar kinderen naar de koers kijkt dankzij mij. Dat zijn boodschappen die je een heel warm gevoel geven. Aan mijn opvolgers daarom maar één boodschap: je moet gewoon jezelf blijven.”
Je hebt lang met Michel Wuyts samengewerkt, maar de laatste jaren met zijn opvolgers. Wat verandert die positiewissel nog voor jou in je laatste jaren als commentator?
“Helemaal nieuw was dat niet, omdat ik met Renaat al ver terugga. Ik heb met hem al lang geleden samengewerkt bij Supersport. Voor zowel hem als Karl geldt: dat zijn vakmensen en zij laten me mijn ding doen. Ik laat hen hun ding doen. Dat is samen pingpongen om tot een leuke wisselwerking gekomen. Als je een lange rit hebt, ben je meer dan vijf uur bezig. Dan mag het geen gevecht zijn. Dan wordt het echt moeilijk als je niet de juiste werking vindt, maar daar is nooit sprake van geweest.”
De klanken van Jose zijn voor mij onlosmakelijk verbonden met koers kijken. Maar ik vind dat hij de laatste jaren een flink stuk is kwijtgeraakt. Mist regelmatig wat er gebeurt, maar vooral het overdreven ophemelen van sommige Belgische renners stoort mij. Zeker als je hem dan bezig hoort over Roglic of Visma; dan lijkt het alsof die hem persoonlijk iets hebben misdaan.
Er is een tijd van komen en van gaan. Ik hoop eigenlijk snel op vers bloed in de commentaarcabine. Al heeft iedereen die daar komt te zitten hele grote voetstappen om te vullen.
Dat gezegd hebbende vind ik t commentaar wel minder sinds Wuyts weg is , en dat ligt volgens mij 100% aan t vertrek van Wuyts en niet aan de Cauwer. Van Nieuwkerke is best ok maar Renaat Schotte vind ik geen goede commentator, en gekoppeld aan de Cauwer is dat een stuk minder dan Wuyts/De Cauwer , wat ook echt de beste combi is, en nog steeds zou zijn.
Luister graag naar Jose, alleen heb dan wel liever Renaat naast hem in plaats van Karl.
Wat er tijdens eender profwedstrijd dan ook, laat staan op World Tour niveau met diens lange klassiekers en de grote rondes, is totaal niet in te beelden voor mensen die dat nooit hebben gedaan en niet te repliceren op lager niveau of op training qua intensiteit en ploegendynamiek. Het is geen voetbal waarbij de lokale amateurclub dezelfde wedstrijdlengte en velddimensies heeft als bij de profs.
Hoe weet zo'n Sven Nys hoe het er aan toegaat in een grote ronde en hoe dat een aanslag is op een mensenlichaam als renner of zelfs als ploegleider? José is juist zo waardevol vanwege zijn ervaringen op beide vlakken.
Nys is ok, maar een beetje 'saai' qua commentator. De Cauwer is wat chauvinistisch, wat mag, maar daarnaast brengt hij ook animo, een factor die ik bij Nys mis. Bakelants heeft dat wat meer.
Die hebben een negatief effect op hem.
Bij Wuyts temperde hij vaak dat overdreven fanboy gedrag nog, maar bij de nieuwe commentatoren lijkt hij de hoop om ze in toom te houden, te hebben opgegeven.
Het ergste is dat Karl niet eens overdrijft. Hij voelt dit echt.
Toen Wuyts stopte, hadden een interview met Karl. Toen vroegen ze aan hem: Wat is je favoriete sport-moment aller tijden?
Zijn antwoord:
De Olympische halve finale hockeymannen tussen België en Nederland in 2016.
Dit zegt genoeg over Karl.
Deskundig, heel goed de koers kunnen lezen en wetende, wat er in het verleden en het heden speelt, wat betreft onderlinge verhoudingen tussen de renners, oud renners, ploegleiders en sponsoren.
Het enige minpunt is eigenlijk, waar ook z’n collega commentatoren zich aan bezondigen is de laatste per jaar teveel ge-Remco hier en ge-Remco daar. Voor de rest steekt hij ver boven de rest uit en hoop als wielerliefhebber,dat José nog heel veel jaren commentaar blijft geven.
Helaas bij de NOS teveel discjockey gezwam van ene Joris van den Berg,die totaal geen verstand van wielersport heeft en dat werkelijk niet om aan te horen is.
Eurosport met de combinatie Jeroen van Belleghem/Karsten Kroon, als alternatief indien Sporza met de Cauwer niet uitzendt, is op zich ook wel aantrekkelijk en niet storend om te luisteren.
Bakelants vind ik wel oké. Goede mix tussen humor op de dode momenten en wat diepgaandere analyses, erg vlot ook. Boonen als commentator vind ik net iets te 'nuchter'. Dat vind ik vooral een heel goede eigenschap voor een analist. Een commentator mag er voor mij tijdens de koers zelf volledig in opgaan en het allemaal heel serieus nemen. Boonen relativeert het allemaal nogal snel weg.
Bert De Backer vind ik erg zwak, die doet niet veel meer dan open deuren intrappen. Ook als studio-analist geen toegevoegde waarde. Die lijkt vooral zijn ding te hebben gevonden op de socials van Sporza, beetje melig doen samen met Bavo. Doet ie prima.
Sep Vanmarcke wíl vooral heel graag een goede analist zijn naar mijn gevoel. Wat ik er al van heb gehoord is zeker niet slecht, maar hij staat er wel nogal vaak met een tronie van een soort wielerprofessor terwijl zijn commentaar of analyse op zich niet zo bijzonder is.
Nys vind ik erg goed, maar heeft niet de beleving van De Cauwer. José en Michel, zo rond 2010, daar gaat toch niks boven. Ook de VRT-mannen Schotte, Van Gucht en Vannieuwkerke komen voor mij niet in de buurt van Wuyts. Hoe die een fantastische demarrage de huiskamer in kon brengen, daar gaat toch een nieuw talent voor moeten opstaan bij de VRT.
Allemaal even zwaaien naar Thijs. En mocht je vinden dat hij ongewenst dan wel oneigenlijk gebruik maakt van je bijdrage, dan kun je een factuur mailen naar [email protected].
Vooral in t voorjaar hoorde je de liefde voor koers door de luidsprekers schallen. Met Cauwer-Renaat is dat toch wat tammer, wat veiliger. Dan zap ik net zo makkelijk naar Eurosport (HBO) tegenwoordig om naar die domme verhalen van Kroon en Babbelbelg te luisteren.
Schotte -de Cauwer is niet interessant, Schotte t beste weer op de motor achterop voor af en toe een minuut.
Ik vind De Gucht persoonlijk beter van de nieuwe generatie.
Bert de Backer en Jan Bakelants kunnen alleen over de achterkant van het peleton vertellen want ze hebben de voorkant nog nooit gezien zelfs niet op TV. En Nijs heeft nauwelijks op de macadam gereden.
Mijnheer De Cauwer ik neem mijn hoed voor u af! Ga svp nog heel lang door!
Dan krijg je toch een iets neutraler kijk en wordt het fanboy gehalte van sommige commentatoren wat ingeperkt.
Het vel van de beer schieten....wat een taal gebruik.
Ijdeltuit en pretentieus.....Hoogtijd dat hij stopt.....maar dat zal niet gebeuren , vriendjespolitiek op de vrt, ondeschat dit niet