Jeffrey Hoogland: “Het hele teamaspect is ons sterkste punt”
Interview Voor Jeffrey Hoogland werd 2018 een jaar van vele prijzen. Bij tijd en wijle leek het wel alsof de sprinter uit Nijverdal vlóóg over de wielerpiste. Zo was er individueel succes op de kilometer tijdrit voor eigen publiek tijdens het WK in Apeldoorn. Voorts was er goud op de sprint tijdens het EK in Glasgow, het koningsnummer. Maar ook op de teamsprint was hij met zijn ploegmaats onnavolgbaar en veroverden zij de wereld- én Europese titel. En tijdens de eerste twee Wereldbekers stond hij alweer meermaals op het podium.
Niet gek dus dat Hoogland (25) behoort tot de zes renners die begin volgende maand meedingen naar de Gerrit Schulte Trofee, de prijs voor Nederlands beste wielrenner van het jaar. Zijn naam staat toch maar mooi bij die van Tom Dumoulin, Dylan Groenewegen, Steven Kruijswijk, Mathieu van der Poel en Niki Terpstra. “Zoiets is altijd een leuke waardering”, reageert hij tegen WielerFlits. “We hebben een goed jaar gedraaid, vooral met de teamsprint. En ook individueel mag ik niet klagen. Dan vind ik dit wel heel leuk ja.”
Op de teamsprint lijken de Nederlandse baansprinters momenteel inderdaad onklopbaar. Na de successen in Apeldoorn en Glasgow, was er opnieuw goud tijdens de Wereldbekers in Saint-Quentin-en-Yvelines en Milton. “Of de andere landen zijn nog aan het knoeien, of wij zijn gewoon ontzettend goed bezig. Op zich lijkt het daar nu wel op”, zegt Hoogland. “We zitten met zeven mannen in de Nederlandse selectie en kunnen daarmee allemaal een teamsprint vormen en van de rest van de wereld winnen. Dat is wel echt uniek en maakt ons zo sterk.”
‘Het is bijna steen-papier-schaar’
Dat blijkt ook wel uit de eerste Wereldbekers. In Frankrijk werd goud gepakt met Roy van den Berg, Hoogland en Sam Ligtlee; een week later in Canada met Nils van ’t Hoenderdaal, Harrie Lavreysen en Hoogland. Maar tijdens het WK bleek ook bijvoorbeeld Matthijs Büchli moeiteloos te kunnen worden ingepast. Al enkele keren was het verschil met de concurrentie een halve seconde – enorm naar de maatstaven die op de piste gelden. “De opstelling doet er niet zo veel toe nee. Het is bijna steen-papier-schaar wie waar gaat staan”, lacht Hoogland.

Jeffrey Hoogland en Harrie Lavreysen – foto: Tim van Hengel
“Op dit moment gaat het nog heel rustig en beheerst en werken we heel goed samen. Wij zijn vooral sterk als team en focussen ons op het WK en de kwalificatie voor de Olympische Spelen. Maar ik denk dat naarmate de Spelen dichterbij komen, de concurrentiestrijd groter wordt en er meer plekken worden afgedwongen. Dan wordt het wel spannend. Als we nu een selectie zouden moeten maken…. Dat zou nog eigenlijk niet te doen zijn. Want iedereen maakt kans en iedereen is goed. Dat maakt het heel moeilijk.”
‘Het teamaspect is ons sterkste punt’
Hoogland denkt dan ook dat door de sterke teamgeest de Nederlandse selectie zo’n hoog niveau heeft bereikt. “Ons team is supersterk en goed bij elkaar gebleven. We hebben elkaar altijd gemotiveerd en trainen samen hard. Het hele teamaspect is ons sterkste punt. We hebben wat wisselingen van coaches gekend en op dit moment hebben we assistent-coach Hugo Haak, maar met hem gaat het ook heel goed. Ons team blijft supersterk en we willen elkaar helpen, dat is heel mooi.”
Met de nationale selectie werkt hij nu toe naar de Wereldbekerwedstrijden in Berlijn en Londen. “In Londen willen we laten zien wat we in huis hebben. En dan gaan we nog een keer terug in training”, zegt Hoogland, die aangeeft dat de Wereldbekers in Hong Kong en Nieuw-Zeeland wellicht worden overgeslagen. “Dan hoeven we geen verre reizen te maken en hebben we geen last van jetlags. Zo kunnen we gewoon gefocust blijven op de training. En daarna moet het WK in Pruszków weer ons moment worden.”
Acte de présence in Rotterdam
Maar voor het zover is, zijn de Nederlandse baansprinters eerst nog te bewonderen tijdens de Wooning Zesdaagse in Rotterdam. Als Team Holland nemen Hoogland, Lavreysen, Van ’t Hoenderdaal en Büchli het op tegen internationale concurrenten, die later bekend worden gemaakt. “Dat we in Rotterdam een podium krijgen om de sprint te laten zien en het publiek daarbij te vermaken, is wel heel mooi. En tegelijkertijd is het een goede mogelijkheid om te trainen en wedstrijdprikkels te krijgen.”
Reacties zijn gesloten.