Voor Jeffrey Hoogland eindigde het individuele sprinttoernooi in een vierde plaats tijdens de Olympische Spelen van Parijs. Zijn finale tegen Jack Carlin deed na afloop veel stof opwaaien.

“Bestolen? Nee, ik voel me niet bestolen. Ik vind het alleen heel jammer”, zei Hoogland na afloop van het avondprogramma voor de camera van de NOS. Er gebeurde nogal wat in de beslissende derde rit in de bronzen strijd. Eerst reed Carlin, die aan zijn kwartfinale al een waarschuwing had overgehouden, Hoogland bijna van zijn fiets. Bij een tweede waarschuwing zou de Brit worden gediskwalificeerd, maar een nieuwe straf werd niet gegeven door de jury.

• 

  10 aug

  Lees ook Harrie Lavreysen op weg naar status: beste Nederlandse olympiër ooit op Zomerspelen

  10 aug

“Dat maakte me niet zo veel uit. Ik bedoel, ik stond er nog steeds goed in”, zei Hoogland verder. “Ik dacht: dit gebeurt. Ik mocht daarna zelfs de tweede startpositie kiezen. Dus ik had nog steeds precies wat ik wilde en dacht: kom maar op met die rit. Ik voelde me heel fris, heel goed.” Maar er gebeurde nog meer: op het moment dat Hoogland na de herstart Carlin met snelheid aan de rechterkant voorbij probeerde te rijden, kwam de Brit boven de rode lijn en verliet daarmee even zijn baan.

• 

  9 aug

  Lees ook Parijs 2024: Jeffrey Hoogland grijpt naast brons na stevige zwieper in sprintfinale

  9 aug

Dat de wedstrijdjury de manoeuvre van Carlin onbestraft liet, verbaasde Hoogland. “De jury legde mij uit dat dat geen regel is, en dat je erboven mag. Dat was ook voor mij nieuw. Het is raar hoe willekeurig dat wordt gehandhaafd. We waren via de coaches gewaarschuwd dat ze extra strak gingen handhaven op lijnen houden en dit soort dingen. En als er dan een jongen is die al geel heeft en eerst mij bijna onderuit rijdt, en dan dat doet… Het verbaasde me wel dat ze niets met die beslissing deden.”

“Maar goed, daar kan ik uiteindelijk niets mee. Dan kan ik alleen naar mezelf kijken: ik had daar ruimer en harder omheen gemoeten”, zei Hoogland tot slot.