Jasper Philipsen sprint met ‘benen van beton’ naar 15e ritzege in grote ronde: “We kunnen niet klagen”
Jasper Philipsen heeft zijn tweede ritzege te pakken. De topsprinter van Alpecin-Deceuninck verloor in de slotkilometer het wiel van zijn ploegmaats en leek lang op zoek naar een gaatje, maar kwam er in de slotmeters van de achtste etappe toch nog overtuigend uit. “We wonnen, dus we kunnen niet klagen.”, klonk hij na afloop nuchter.
“Ik verloor helaas het wiel van mijn leadout. Zij hebben het echt weer geweldig gedaan”, doelt de ritwinnaar op ploegmaats Jonas Rickaert en Edward Planckaert. “Het was hectisch en ik probeerde te laten weten dat ik niet in het wiel zat, maar communiceren is lastig in de slotkilometer.”

Philipsen (rechts op de weg) kon pas laat ruimte vinden – foto: Cor Vos
“Ik moest mijn weg dus zelf vinden”, analyseert de Belg verder. “Daardoor kwam ik wat meer in de wind. Ik kwam er erg laat uit want mijn benen voelden als beton. Gelukkig lukte het en is al het werk van mijn ploeggenoten niet voor niets geweest.”
Vijftiende ritzege in grote ronde
“Vijftiende al?”, reageert Philipsen op de felicitaties van de interviewer. De sprinter van Alpecin-Deceuninck wist al vijftien etappes te winnen in een grote ronde (vijf in de Vuelta, tien in de Tour). “Elke etappezege in een grote ronde is een speciale. Het is nooit makkelijk en je moet veel afzien in de bergetappes. Vanaf nu gaat het helaas zwaar worden in deze Vuelta, maar met twee ritzeges op zak wordt het misschien iets makkelijker.”
Philipsen verloor dus het wiel van zijn leadout Planckaert en kon moeilijk communiceren in de laatste kilometer. Ook Planckaert zelf begon over de hectiek in de finale. “Het was hectisch in de laatste vijftien kilometer. Gelukkig konden we op elkaar vertrouwen en is het gelukt. Ik weet niet wat erachter mij gebeurde, ik deed mijn leadout na de beurt van Jonas (Rickaert, red.), maar ik zag dat Jasper niet in mijn wiel zat en een gaatje moest zoeken”, zei Edward Planckaert direct na afloop.
Om te reageren moet je ingelogd zijn.