Materiaalzone 
Fietstoerisme 
Giro 2024: Interessante cijfers en statistieken, van Merckx, Binda en Coppi tot Roglic
Op 4 mei 2024 start de 107e editie van de Giro d’Italia. En dus is het tijd om even de geschiedenisboeken in te duiken op zoek naar enkele interessante cijfers. Weet u bijvoorbeeld wie er het vaakst de roze trui, de Maglia Rosa, heeft gedragen? En wie won het vaakst het eindklassement? WielerFlits zet enkele statistieken op een rij.
De roze trui in de Giro d’Italia
Meteen een record op naam van Eddy Merckx, die van het aantal roze truien. Merckx droeg in totaal 78 dagen de leiderstrui. In 1973 droeg hij ‘m zelfs van start tot finish, iets wat ook Costante Girardengo (1919), Alfredo Binda (1927) en Gianni Bugno (1990) deden.
Binda droeg 65 dagen roze, Francesco Moser 50 dagen. Tom Dumoulin kwam aan 17 dagen over drie verschillende edities en is daarmee de beste Nederlander op de lijst.
1. 
Eddy Merckx (78 dagen)
2. 
Alfredo Binda (65 dagen)
3. Francesco Moser (50 dagen)
4. Giuseppe Saronni (48 dagen)
5. Gino Bartali (42 dagen)
Bij de nog actieve renners staat João Almeida op nummer één. De Portugees droeg 15 dagen het roze in 2020 en viel toen net naast het podium. De ondertussen 25-jarige Almeida is sindsdien houder van een ongewild record: drager van de meeste roze truien zonder ritzege.
Richard Carapaz droeg in twee verschillende Giri de leiderstrui en komt aan 14 dagen. Egan Bernal en Simon Yates volgen in diens spoor met in totaal 13 dagen.
João Almeida in de Giro van 2020 – foto: Cor Vos
Eindzeges in de Giro d’Italia
Een record dat Eddy Merckx moet delen, is dat van het aantal eindzeges. Binda was in 1933 de eerste om vijf keer de Giro te winnen. Fausto Coppi deed het hem na in 1953, al miste hij door de oorlog wel een aantal kansen. ‘De Kannibaal’ won er dus ook vijf, met als laatste die in 1974. De laatste jaren komt het overigens slechts zelden voor dat een renner meer dan één keer deze koers wint. De laatste die erin slaagde was Vincenzo Nibali in 2016.
5 eindzeges
Alfredo Binda (1925, 1927, 1928, 1929, 1933)
Fausto Coppi (1940, 1947, 1949, 1952, 1953)
Eddy Merckx (1968, 1970, 1972, 1973, 1974)
3 eindzeges
Giovanni Brunero (1921, 1922, 1926)
Gino Bartali (1936, 1937, 1946)
Fiorenzo Magni (1948, 1951, 1955)
Felice Gimondi (1967, 1969, 1976)
Bernard Hinault (1980, 1982, 1985)
2 eindzeges
Carlo Galetti (1910, 1911)
Costante Girardengo (1919, 1923)
Giovanni Valetti (1938, 1939)
Charly Gaul (1956, 1959)
Jacques Anquetil (1960, 1964)
Franco Balmamion (1962, 1963)
Giuseppe Saronni (1979, 1983)
Miguel Indurain (1992, 1993)
Ivan Gotti (1997, 1999)
Gilberto Simoni (2001, 2003)
Paolo Savoldelli (2002, 2005)
Ivan Basso (2006, 2010)
Alberto Contador (2008, 2015)
Vincenzo Nibali (2013, 2016)
Eddy Merckx – foto: Cor Vos
Meeste ritzeges in de Giro d’Italia
Niet Eddy Merckx, maar Mario Cipollini won de meeste etappes in de Giro d’Italia. De Italiaanse spurtbom won er maar liefst 42, één meer dan Binda, die met 12 stuks dan weer de meeste ritten won in één editie (1927). Merckx staat op vijf met 24 dagzeges en is daarmee de beste Belg. Jean-Paul van Poppel en Tom Dumoulin wonnen er elk vier voor Nederland.
Mark Cavendish, die straks in de Tour de France op zoek gaat naar hetzelfde record, won er in de Giro d’Italia in totaal 17 en staat daarmee op een gedeelde veertiende plaats. Van de deelnemers van 2024 won Filippo Ganna er met zes stuks het meest.
1. Mario Cipollini (42 etappes)
2. Alfredo Binda (41 etappes)
3. Learco Guerra (31 etappes)
4. Costante Girardengo (30 etappes)
5. Eddy Merckx (24 etappes)
Nevenklassementen in de Giro d’Italia
Francesco Moser en Giuseppe Saronni losten elkaar eind jaren ’70 en begin jaren ’80 af als winnaars van het puntenklassement en wonnen er elk vier. Een record.
Gino Bartali verzamelde dan weer de meeste eindzeges in het bergklassement: hij was zeven keer de beste klimmer. En als je het jongerenklassement wil winnen, moet dat voor je 25ste. Iets wat ene Volodymyr Pulnikov twee keer deed. Pavel Tonkov, Bob Jungels en Miguel Angel López deden het hem later na.
Weetjes over de Giro d’Italia
Fiorenzo Magni was in 1955 de oudste eindwinnaar van de Giro d’Italia. Hij was toen 34 jaar en 180 dagen. Primož Roglič staat in deze lijst op vijf, hij was vorig jaar precies 33 jaar en 211 dagen oud. De jongste eindwinnaar is dan weer Fausto Coppi in 1940, toen hij slechts 20 jaar en 268 dagen oud was.
Magni is ook recordhouder van winnaar met het kleinste verschil: 11 seconden voorsprong had hij in 1948 nodig om te winnen. Ook hier sloop Roglič vorig jaar in de top-5, want met 14 seconden op Geraint Thomas kwam hij heel dicht bij Magni in de buurt.
Grote records zullen er dit jaar niet sneuvelen. Of Giulio Pellizzari, aan het eind van de Giro 20 jaar en 188 dagen, moet eindwinnaar worden. Realistischer is een eindoverwinning van Thomas, vorig jaar tweede en ondertussen bijna 38 lentes jong. Maar dan moet hij wel afrekenen met ene Tadej Pogačar.
De jongste rozetruidrager ooit is evenwel de in Turijn geboren Nino ‘Il Cit’ Defilippis (1932-2010), die in 1952 twee dagen het algemeen klassement aanvoerde.
Defilippis, - een baroudeur met een sterke sprint in de benen-, won tijdens zijn carrière onder meer 9 etappes in de Giro, 7 in de Tour en 2 in de Vuelta; in 1958 schreef hij Il Lombardia op zijn naam. In 1973 was hij de bondscoach die Gimondi in Barcelona als wereldkampioen afleverde.
Tijdens de eerste etappe op 4 mei aanstaande zal het peloton de begraafplaats passeren waar Defilippis in 2010 ter aarde werd besteld, gelegen vlak voor de heuveltop van Berzano di San Pietro, waar de eerste bergpunten van de Giro 2024 te verdienen zijn.
Te lachwekkend om serieus te nemen.
"De ondertussen 25-jarige Almeida is sindsdien houder van een ongewild record: drager van de meeste roze truien zonder ritzege."
Almeida won vorig jaar de rit naar Monte Bondone in rit 16.
Als het goed is zou het grootste verschil in 1914 (zesde Giro) moeten zijn geweest. Toen won Alfonso Calzolari met een voorsprong van 1 uur 57 minuten en 26 seconden op Pierino Albini.
De nummers 2 en 3 in deze lijst blijven qua verschil met de nummer 2 net onder het uur steken. Dit zijn respectievelijk Giuseppe Enrici (1924) en Costante Girardengo (1919).
De top 10 in deze ranking zijn allemaal van minstens 70 jaar terug. De eerste recente in de lijst kom je pas op de 15de plek tegen. In 2006 won Ivan Basso met een verschil van 9 minuten en 18 seconden op de nummer 2 José Enrique Gutiérrez.
Verder staat Simoni nog net 2 keer in de top 20. Tijdens zijn eindzeges (2001 en 2003) wist hij in beide gevallen een gat van meer dan 7 minuten te realiseren.