Euforie rond Wout van Aert en Primoz Roglic moet Jumbo-Visma niet verblinden
Opinie Voor de tweede keer in drie weken tijd stonden ze samen op een uniek podium. Wout van Aert en Marianne Vos. Het nieuwe koningskoppel van Jumbo-Visma. Nadat ze de eerste dubbelslag voor de supermarktformatie in Gent-Wevelgem behaalden, werd het nu een dubbele thuisoverwinning in de Amstel Gold Race, in het land waar de ploeg en de hoofdsponsor is gevestigd. Tweemaal een grote klassieker winnen bij zowel de mannen als de vrouwen tekent de heerschappij van de ploeg in de hedendaagse wielersport.
Sinds in het najaar van 2016 de grote revolutie in de ploeg werd ingezet, neemt geel-zwart ieder jaar een dominantere rol in de wielersport in. Het waren in de herfst van dat jaar Ton van Veen (CFO van Jumbo Supermarkten), Robert van der Wallen (oud-eigenaar van BrandLoyalty) en Arno de Jong (CMO Nederlandse Loterij) die tijdens een meeting in de Jumbo Food Markt in Breda de koppen bij elkaar staken en de structuur onder de loep legden. Op alle vlakken werd iedere steen omgedraaid. Kritisch werd overal gevraagd of het niet beter kon. Ook durfde deze Raad van Commissarissen zich hardop de vraag te stellen of het teammanager Richard Plugge en hoofdcoach Merijn Zeeman wel genoeg de helpende hand had toegestoken.
Het bedrijfsmatige inzicht zorgde voor een beleidsverandering in het team. Van Veen zorgde voor de rust in de wielerploeg door binnen zijn bedrijf Jumbo Supermarkten een contract voor onbepaalde tijd af te dwingen. Misschien de allerbelangrijkste insteek was dat men afsprak om alleen nog maar voor het allerbeste te gaan. Men moest zich niet nederig opstellen, maar met de borst vooruit door wielerland lopen. Op alle gebieden moest het allerhoogste worden nagestreefd. Of dat nu in begeleiding, training, scouting, voeding, materiaal of het aantrekken van nieuwe renners was. Van het lelijke eendje in de WorldTour moest de ploeg uitgroeien tot de trotse pauw van het peloton.
Transformatie
Deze transformatie kwam in een tempoversnelling door de ook voor het team verrassende ontwikkeling van Primož Roglič en Dylan Groenewegen. Het is een grote verdienste van de ploeg dat het deze twee talenten heeft kunnen ontwikkelen tot twee wereldtoppers. Maar ook dat de ploeg alle bescheidenheid van zich heeft afgegooid. Het durfde zich bijvoorbeeld in 2018 in de strijd te mengen met de grootste ploegen om Wout van Aert aan te trekken. En ook bij de talenten keek men niet meer naar renners van de tweede linie, maar probeerde men juist de besten van een nieuwe lichting aan te trekken.
Zo is Jumbo-Visma in nog geen vijf jaar tijd uitgegroeid tot de beste ploeg van de wereld. Het succes van het beleid (en begeleiding) is nu ook al terug te zien in de deze winter opgerichte vrouwenploeg. Natuurlijk is Marianne Vos een zeldzame kampioene die in iedere omgeving succesvol is geweest. De professionele aanpak van Jumbo-Visma heeft er echter voor gezorgd dat ze dit jaar opnieuw een stap terug naar het allerhoogste niveau heeft weten te zetten. Nog nooit had ze de Amstel Gold Race weten te winnen, maar na haar successen op de Cauberg tijdens het EK op de weg (2006) en WK op de weg (2012) schreef ze nu ook Nederlands enige klassieker op haar naam.

Marianne Vos wint voor de eerste keer in haar loopbaan de Amstel Gold Race – foto: Cor Vos
Enkele uren later was het 1700 meter voorbij de top van de Cauberg prijs voor Wout van Aert. In de kleuren van Jumbo-Visma heeft hij zich in 2,5 jaar tijd ontwikkeld tot de meest regelmatige eendagsrenner van het peloton. En met zijn sprintvermogen, tijdritcapaciteiten en klimmogelijkheden misschien wel tot de beste renner ter wereld. Het is knap hoe hij na de annulering van ‘zijn’ Parijs-Roubaix meteen heeft geschakeld.
In eerste instantie wilde hij alle vier de heuvelklassiekers (Brabantse Pijl, Amstel Gold Race, Waalse Pijl en Luik-Bastenaken-Luik) nog rijden, maar de ploeg wist hem te overtuigen dat zijn voorjaar dan te vol werd. Zijn reeks Strade Bianche (vierde), Tirreno (tweede), Milaan-San Remo (derde), Gent-Wevelgem (eerste), Ronde van Vlaanderen (zesde), Brabantse Pijl (tweede) en Amstel Gold Race (eerste) is indrukwekkend. Al heeft de Kempenaar vorig jaar na de Corona-lockdown al bewezen dat hij vanaf begin augustus tot half oktober continue op een extreem hoog niveau kan presteren.
Tourzege
Het allerhoogste dat Jumbo-Visma nastreeft is de eindoverwinning in de Tour de France. Vorig jaar waren ze daar met Roglič al dichtbij. Dit jaar gaan ze met de Sloveen opnieuw proberen om het geel naar Parijs te brengen. En in hun voorbereiding om die ultieme droom te realiseren gaat de wetenschappelijke aanpak nog belangrijker worden. Zo zal Roglič na Luik-Bastenaken-Luik geen enkele koers meer rijden tot de Tour de France-start in Brest. Dat betekent dat hij twee maanden lang geen koers rijdt en met slechts 17 koersdagen in de benen aan de Ronde van Frankrijk begint.
De vraag is of de ploeg hiermee niet een stap te ver gaat. Op basis van hun ervaringen met Roglič concludeert het begeleidingsteam dat de tweevoudig winnaar van de Vuelta a España altijd goed uit een hoogtestage komt. De laatste week in een grote ronde is tot dusver een van zijn weinige zwakkere plekken. Daarom willen ze Roglič nu direct vanaf het trainingskamp in Tignes naar de Tour sturen.

Primož Roglič in de Amstel Gold Race – foto: Cor Vos
Het bewijst nogmaals dat de coaching/training steeds meer de route van de ploeg bepaalt. Het iedere keer een stapje voor zijn in het wetenschappelijke proces is de uitdaging. En dus is de zoektocht naar nieuwe marginal gains een steeds groter streven.
Natuurlijk is er nu geen reden om kritiek op dit beleid te hebben. Maar je moet wel waakzaam blijven en niet in de euforie vergeten met beide voeten op de grond te blijven staan. Gaat Jumbo-Visma niet langzamerhand té ver weg van het echte wielrennen? Je moet altijd willen verbeteren, maar niet gaan verbeteren om te verbeteren. Je moet niet gaan doorslaan in je werkwijze.
Hoe succesvol bepaalde hoogtestages, voedingspatronen en trainingsschema’s ook voor sommige renners in het team zijn, het wil niet zeggen dat dit voor iedere renner binnen de ploeg de beste weg naar Rome is.
Wout van Aert is net als Primož Roglič, Steven Kruijswijk, Robert Gesink en Marianne Vos een persoon die maniakaal voor zijn vak kan leven. Zij kunnen als een monnik een bepaalde levenswijze volgen. En juist die zeer gedetailleerde, trainings- en voedingsgerichte aanpak werkt voor deze renners goed. Voor anderen, zoals Tom Dumoulin, lijkt de gecontroleerde trainingswijze niet dat ultieme fietsgeluk te brengen. En zou je Mathieu van der Poel bij Jumbo-Visma neerzetten, dan zou hij zich in dit keurslijf heel snel diepongelukkig voelen.
De euforie rond Van Aert en Roglič moet Jumbo-Visma niet verblinden dat de weg van deze twee kampioenen de enige route naar succes is. En dat iedere vernieuwende wetenschappelijke aanpak succesvol zal zijn. Een aantal renners heeft de afgelopen periode al laten doorschemeren vraagtekens achter het nut van de hoogtestages in februari en maart te zetten. Toch wordt vanuit de staf het trainen op hoogte steeds heiliger verklaard. Soms is het echter beter om iets dichter bij het oude, vertrouwde te blijven in plaats van door te blijven experimenteren.
[i]'Niet verbeteren om het verbeteren'[/i], wat een gelul zeg. Je verbetert toch om beter te worden? Dat is het doel van verbeteren.
Daarnaast heeft elke halve wielerfan gezien dat Roglic, als hij een 1-weekse koers rijdt voor een grote ronde, hij in de laatste week van de grote ronde altijd zwak is. Hij heeft 1 keer alleen een hoogtestage gedaan (eerste Vuelta overwinning), en was daar in de laatste week nog goed. Lijkt me niet meer dan logisch dat TJV dit doet. Het doel heiligt de middelen. Al zijn de middelen hier gewoon prima en niks geks.
Redeloze kritiek dus eigenlijk. Boeiend genre.
Erg speels en olijk is het niet zo en dat is de ondertoon hier. Ik heb zelf ook vrij weinig met het huidige Jumbo zoals ik dat ook nooit bij het Froome Ineos gehad heb maar dat ze ergens mee ‘moeten uitkijken’ lijkt me niet.
Het blijft natuurlijk altijd een ‘eye of the beholder’ kwestie, maar ik heb wel degelijk genoten van een aanvallend TJV.
In plaats van de directheid die ze ‘de Hollanders’ (soms ook wel terecht) verwijten moet je bij de Limburgers vaak heel goed tussen de regels door lezen om te weten wat hun werkelijke intenties zijn.
Dit betoog van Kerckhoffs is hier een schoolvoorbeeld van.
De maatschapij kan altijd bepaalde prestatieverhogende praktijken verbieden, zoals het ook gegaan is met de inzet van bepaalde " etenswaren" en geneesmiddelen om de beste te zijn.
Voorlopig is JV trendsettend, net zoals Feyenoord met het totaalvoetbal, hetgeen, zoals met het laatste voorbeeld, nog geen garantie betekent voor eeuwigdurende hegemonie in de toekomst.
Dat de aanpak ook bepaalde competenties vereist van de wielrenners, is niet abnormaal. In elk vak kan hiervan sprake zijn. De nieuwkomers zulen hierop geselecteerd worden. Welk talent daardoor niet voor de voetlichten weten we niet. Medeleven met de huidige uitvallers heb ik wel.
Aanvulling: Ook ik denk dat TJV moet oppassen, m.n. op de continuiteit. Het is niet zo dat als je Wout en Primoz weghaalt dat je brandhout overhoudt, maar de breedte van de selectie in de top is zeker een aandachtspunt. Qua Vlaams werk is het team afgezien van Wout 3 keer niets - dat moet beter. En voor de ronden gloort er hoop na Primoz, maar is hoop genoeg... Kan iemand van TJV buiten Primoz in de toekomst op het podium eindigen van een grote ronde? Twijfelachtig, maar er kan nog veel gebeuren in de toekomst...
Waar zie je ze overigens nu net bij de eerste drie staan? Volgens mij staan ze er toch vrij duidelijk. Het verschil met de nummer vier is bijna een hele DSM.
Dus ik deel deze conclusie niet.
Punt van zorg zijn eerder de renners uit de 2e lijn en de nieuwe aanwas. Hoe krijgen ze die op maximaal niveau..
De vraag blijft. In wiens belang wil Kerckhoffs hier nu een punt maken?
Dumoulin?
De paar renners met vraagtekens bij de hoogtestages?
De wielersport uit die goeie oude tijd?
Ik ken schrijvers/columnisten die op een weergaloze wijze het achterste van hun tong niet laten zien. Kerckhoffs is er niet één van.
Normaal gesproken rijdt Gerard Sierksma ieder jaar de Amstel Gold Race, maar vanwege het coronavirus werd de toertocht ook dit jaar afgelast. En dus was de emeritus hoogleraar sportstatistiek aan de RUG dit weekend gewoon thuis en zag hij op tv hoe Jumbo-Visma-renner Wout van Aert met een nauwelijks waarneembaar verschil het sprintje won van de Brit Tom Pidcock en werd uitgeroepen tot winnaar van de klassieker. Tot grote ergernis van Sierksma.