Enzo Leijnse (Picnic PostNL) zoekt nog altijd naar nieuwe ploeg
foto: Fotopersburo Cor Vos
Youri IJnsen
maandag 10 november 2025 om 09:54

Enzo Leijnse (Picnic PostNL) zoekt nog altijd naar nieuwe ploeg

Interview Enzo Leijnse is na twee jaar bij het WorldTeam en vier jaar in de opleidingsploeg door Picnic PostNL bedankt voor bewezen diensten. De 24-jarige Amsterdammer is op zoek naar een nieuwe profploeg, maar dat is op de huidige markt een hels karwei. “De kans is groot dat ik volgend jaar op Continental-niveau ga vechten om een nieuwe kans af te dwingen”, vertelt hij aan WielerFlits.

De lange Noord-Hollander stond bij de junioren te boek als een van de grootste talenten – in letterlijke én figuurlijke zin – van Nederland. In 2018 won hij bijvoorbeeld de loeizware GP Ruëbliland in Zwitserland, net voor Biniam Girmay. In zijn tweede jaar was Leijnse vooral sterk op de kampioenschappen. In het tijdrijden veroverde hij WK-zilver en EK-brons, terwijl hij tijdens beide wegwedstrijden vierde werd. In Ruëbliland werd hij ook vierde, achter onder meer Quinn Simmons en Magnus Sheffield, maar vóór Kévin Vauquelin, Matthew Riccitello en Axel Laurance.

foto: fotopersburo Cor Vos

Veel ingezet
Door de uitbraak van de coronapandemie in 2020 en de gevolgen daarvan tot in 2021, ondervond Leijnse daar in zijn eerste twee jaar als belofte hinder van. Het duurde tot zijn laatste jaar als belofte in 2023 om te overtuigen. In dat seizoen won hij een rit in Olympia’s Tour en werd hij Nederlands kampioen tijdrijden U23. Picnic PostNL besloot Leijnse vervolgens over te hevelen naar het WorldTeam. Daar maakte hij indruk in de steenkoude editie van de Waalse Pijl 2024 (21ste) en hij mocht in zijn debuutseizoen meteen de Vuelta a España doen. Hij reed die koers uit.

Afgelopen seizoen kon hij zijn stempel veel minder goed drukken. Als Leijnse zijn seizoen een cijfer moest geven, dan zou dat ergens tussen een zes en een zes en een half zitten. “Het was niet wat ik er zelf van gehoopt had”, geeft hij eerlijk toe. “Dat had deels te maken met de vaststelling van astma na de klassiekerperiode. Ik had in de wedstrijden heel veel last van problemen met mijn ademhaling. Sinds ik daarvoor medicatie heb gekregen, gaat het wat beter. Ook heb ik fysiek weer een stap gezet in vergelijking met vorig jaar. Dat is het positieve wat ik meeneem naar 2026.”

Leijnse reed nog de Tour of Guangxi vorige maand – foto: fotopersburo Cor Vos

Toch valt het op dat Leijnse behoorlijk veel is ingezet door Picnic PostNL de afgelopen twee seizoenen. In 2024 stond de teller op liefst 81 koersdagen, afgelopen seizoen waren dat er 77. “Er was sprake van veel uitval bij de ploeg”, vertelt de Amsterdammer. “Daarnaast ben ikzelf eigenlijk altijd wel fit en vrijwel nooit ziek in een seizoen. Dus dan ben je altijd inzetbaar. Daar hebben ze bij de ploeg ook wel van gebruikgemaakt. Het resultaat daarvan is dat je nooit echt de kans krijgt om in topvorm te komen of ergens naartoe te werken, overigens niets ten nadele van Picnic PostNL.”

Stap terug om er hopelijk twee vooruit te doen
Het verdict dat Leijnse geen nieuw contract bij Picnic PostNL kreeg, kwam dan ook hard aan. “Ik heb een heel grote motor en veel kracht, daar lag het niet aan”, geeft hij als de beweegredenen van de ploeg mee om niet met hem verder te gaan. “Ze vertelden me dat ik niet de allerbeste ben in positioneren. Daar moest ik het mee doen, al was ik het daar niet helemaal mee eens. Als knecht kan ik belangrijk zijn. Met name in een grote ronde of rittenkoers. In de Vuelta van 2024 merkte ik dat ik niet zwakker werd in de derde week. In dat soort wedstrijden kan ik mijn werk goed doen.”

Leijnse gaat in ieder geval niet bij de pakken neerzitten. Hij traint nu in Spanje in voorbereiding op het nieuwe seizoen, al weet hij nog niet in welk tenue hij dan rijdt. Iedere kans bij een profploeg zou hij meteen aangrijpen. “We zijn nog steeds zoekende, maar het zal voor mij in 2026 wel op Continental-niveau zijn. We gaan kijken wat de beste stap is, om dan volgend jaar terug te vechten naar het profniveau. Ik ben nog altijd erg gemotiveerd om mezelf te bewijzen, want ik denk dat er meer in zit. Hopelijk kan ik op Continental-niveau meer kansen voor mezelf grijpen.”

De Amsterdammer wil meer zijn eigen plan trekken. “Zoals weer werk maken van mijn tijdrit. Verder kan ik vooral van waarde zijn voor sleurwerk op kop. Ik ben iemand die heel de dag op kop van het peloton kan rijden, als de situatie daarom vraagt. Of om een sprinter door de dag heen te loodsen. Voor wat voor Continental-ploeg ik graag zou rijden? Ik denk dat het beter is om voor een Europees team te blijven rijden. Hier zijn de wedstrijden waarin ik me moet onderscheiden, zonder daarin oneerbiedig te willen zijn. Dat kan dus in Nederland, maar ook daarbuiten.”

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.