EK 2025: Voorbeschouwing wegrit mannen – Driestrijd tussen Pogacar, Vingegaard en Evenepoel?
Pakt Pogacar na de wereldtitel ook de Europese trui? - foto: Cor Vos
Koen Middendorp
maandag 29 september 2025 om 18:00

EK 2025: Voorbeschouwing wegrit mannen – Driestrijd tussen Pogacar, Vingegaard en Evenepoel?

Het is een vreemde gewaarwording. Zondag werd er in Rwanda nog gestreden om de wereldtitel, maar misschien is het komende Europees kampioenschap een evenement met nóg meer allure. Bij de eliteheren welteverstaan, want in de Franse regio Ardèche krijgen we een titanenstrijd tussen Tadej Pogacar, Remco Evenepoel en nu ook Jonas Vingegaard! Wie grijpt de Europese titel? WielerFlits blikt vooruit!

Historie


Laatste editie

Het Europees kampioenschap vindt dit jaar plaats in het zuiden van Frankrijk, maar de wegwedstrijd bij de elite mannen speelde zich twaalf maanden geleden af tussen Heusden-Zolder en Hasselt. Na de start ging het via de kasseienstroken rond kasteel Prinshagen richting het zuiden voor de Limburg-lus: drie rondjes met onder meer de Kolmontberg (800 meter à 4,5%), de Zammelenberg (800 meter à 4,3%) en twee kasseienstroken. Na dit lastige intermezzo ging het richting Hasselt om daar de laatste 22,7 vlakke kilometers af te leggen.

Er werd voor de start rekening gehouden met verscheidende koersscenario’s, al leek een (massa)sprint wel de meest waarschijnlijke uitkomst. Mathis Le Berre (Frankrijk), Nils Brun (Zwitserland), Jonas Rutsch (Duitsland), Ivo Oliveira (Portugal) en Felix Ritzinger (Oostenrijk) hadden andere plannen en kozen al in een vroeg stadium voor het ruime sop. Dit was voor Nederland, Italië en Frankrijk het sein om de handen ineen te slaan en de vroege vlucht in het gareel te houden.

Op het Limburg-rondje lieten de grote blokken zich voor het eerst zien van voren. Het leidde tot enkele speldenprikken, maar de eerste echte aanval kwam op 113 kilometer van de meet. Wereldkampioen Mathieu van der Poel begon er al vroeg aan met onder meer Mads Pedersen, Søren Kragh Andersen, Matteo Trentin, Jordi Meeus en Mike Teunissen. Die poging werd echter in de kiem gesmoord, waarna ook de vroege vlucht ten einde kwam, maar de rol van Van der Poel bleek zeker nog niet uitgespeeld.

De Nederlander schudde nog meerdere keren aan de boom en vond in Pedersen een ideale metgezel. De Deen smeet als vanouds met zijn krachten, want op de laatste kasseistrook van Op de Kriezel versnelde hij voor de zoveelste keer. Hij kreeg dit keer Danny van Poppel, titelverdediger Christophe Laporte en Arthur Kluckers mee, waarna een sterke Van der Poel er (met de onvermoeibare Rutsch) nog naartoe knalde. Deze aanvallers pakten op een gegeven moment een halve minuut en dwongen zo de Italianen en Belgen in het defensief in het stevig uitgedunde peloton.

Op de brede banen richting Hasselt verdween de voorsprong wel als sneeuw voor de zon, al moest de Italiaanse equipe diep in het krachtenarsenaal tasten. Op exact 25 kilometer voor de finish werd de groep met Van der Poel en Pedersen in de kraag gevat door een peloton dat nog ruim vijftig man groot was. En zo kregen we – ondanks de vele aanvalspogingen – de verwachte clash der rappe mannen.

Italië begon met een indrukwekkende trein aan de slotkilometer, waarna van achteren meerdere treintjes kwamen opstomen. Dat zorgde voor een chaotische slotfase, waarin geen enkel land zijn sprinter goed kon afzetten. De beoogde afmaker namens de Italianen, Jonathan Milan, kon het werk van zijn landgenoten niet afmaken en strandde zelfs buiten de top-10.

De Italiaanse topfavoriet moest toezien hoe Tim Merlier langs de buitenkant met een machtige sprint iedereen versloeg. Olav Kooij kwam nog opzetten, maar strandde op de tweede plaats. Jasper Philipsen liep dan weer met minimaal verschil het brons mis, omdat de verrassende Est Madis Mihkels hem te snel af was.


Parcours

Wat we op voorhand al kunnen concluderen over het EK-parcours: de klimmers mogen hun hart ophalen. De wedstrijd telt over een afstand van iets meer dan tweehonderd kilometer 3.306 hoogtemeters, en is in dat opzicht een beetje te vergelijken met de Amstel Gold Race. Al gaat deze vlieger natuurlijk niet helemaal op, want de renners krijgen zondag ook meerdere keren een vrij lange beklimming voor de wielen geschoven.

Maar laten we beginnen bij de start, die zal plaatsvinden in Privas, een stad van nog geen 10.000 inwoners in het Franse departement Ardèche. Privas heeft ondanks zijn beperkte omvang en rol in de Franse geschiedenis, een toch wel vrij rijk wielerverleden. Het was al twee keer etappeplaats in de Tour de France. In 1966 ging er een rit van start die werd gewonnen door de Spanjaard Luis Otaño. En op 2 september 2020 won Wout van Aert een Touretappe met aankomst in Privas.

Vanuit de start in Privas beginnen de renners vrijwel meteen met de Col du Moulin a Vent, een vier kilometer lange klim aan een gemiddelde stijging van 5,1%. Daarna volgt een vlak intermezzo van zo’n vijftig kilometer, gevolgd door twee verschillende lussen, die beide driemaal op het menu staan. Ten westen van Valence is vervolgens nog een finale-omloop uitgetekend. Eerst rijden ze richting het noorden, waar de Saint Romain de Lerps ligt. Dit is een zeven kilometer lange beklimming aan een gemiddelde van 7,2%, met uitschieters richting de 11%.

Deze Saint Romain de Lerps maakt drie keer zijn opwachting en wordt telkens opgediend in combinatie met de veel kortere maar wel zeer pittige Val d’Enfer (1,6 kilometer à 9,7%). Deze steile muur komt in de finale weer terug, want de Val d’Enfer is de scherprechter op het tweede circuit van 17 kilometer, dat eveneens drie keer zal worden afgehaspeld. Op deze plaatselijke omloop doemt nog een klimmetje op met de Montée de Costebelle (300 meter à 9,3%), een misschien wel ideale springplank naar de Europese titel.

Na de laatste passage over de Val d’Enfer is het nog 6,5 kilometer tot de finish in Guilherand-Granges, gelegen aan de rivier de Rhône. Het gaat op de top van deze helling overigens niet direct naar beneden, want er volgt nog een vervelende uitloper van 400 meter aan zo’n 6%. Daarna wordt de duik naar beneden ingezet. Na een afdaling van een tweetal kilometer is het parcours in de laatste drie kilometer vlak.

UEC Road European Championships

Datum
zondag 5 oktober 2025
Categorie
CC | Men Elite
Afstand
202.5 KM
Tijden
15:45 - 21:00
Startplaats
Privas
Finishplaats
Valence

Favorieten

Het complete deelnemersveld voor de EK-wegrit voor elitemannen is nog niet bekend. Daarom is het favorietendeel niet volledig ingevuld. Als er op tijd een startlijst bekend wordt, zullen wij op een later moment dit deel van de voorbeschouwing aanvullen en wijzigen.

Voor sommige renners staat het Europees kampioenschap in het teken van sportieve revanche, voor anderen is het dan weer het hoofddoel van het najaar. En dan zijn er ook nog coureurs die na een succesvol WK nog niet verzadigd zijn en ook de Europese sterrentrui willen veroveren. Dan doelen we in de eerste plaats op Tadej Pogacar, die na een uiterst succesvol maar ook slopend seizoen nog niet van plan is om gas terug te nemen. De Sloveense veelvraat wil – na het prolongeren van zijn wereldtitel – nog twee belangrijke doelen van zijn bucketlist afvinken.

De 27-jarige alleskunner hoopt zijn seizoen af te sluiten met een vijfde en recordevenarende zege in de Ronde van Lombardije, maar eerst wacht er nog een Europese titelclash in het zuiden van Frankrijk. En reken er maar op dat Pogacar met bijzonder veel motivatie en ambitie aan de start zal verschijnen, want hij werd in zijn carrière nog niet eerder Europees kampioen. De renner van UAE Emirates XRG is ondanks zijn nog vrij jeugdige leeftijd al bezig met afstrepen en een Europese kampioenstricot, die hangt nog niet in zijn uitpuilende kledingkast.

Kroont Tadej Pogacar zich voor de eerste keer tot Europees kampioen? – foto: Cor Vos

Gezien het pittige EK-parcours dat is uitgekend in de Ardèche, krijgt Pogacar dit jaar misschien wel een uitgelezen kans om die nog ontbrekende Europese titel te veroveren. De beklimmingen moeten de Sloveense kopman als gegoten liggen (wat past er eigenlijk niet in zijn straatje?) en met name op de steile Val d’Enfer kan hij zich naar hartenlust uitleven. De enige kanttekening die we wellicht moeten plaatsen: is de Sloveense ploeg sterk genoeg om de koers te controleren en scheve situaties recht te zetten, mocht Pogacar op een gegeven moment in een penibele situatie verkeren?

Want daar zal de concurrentie vast op aansturen. In een man-tegen-man-duel is Pogacar maar moeilijk te verslaan, dat bleek wel weer in Kigali, maar met de kracht van het collectief is er wellicht veel mogelijk. We kijken dan allereerst naar de Belgische equipe, die met Remco Evenepoel over een kopman van formaat beschikt. De Belg kende een bewogen en bij momenten moeizaam seizoen, maar is weer helemaal terug. En hoe! De manier waarop hij rondreed op het WK in Rwanda was indrukwekkend, al moest hij in de wegrit wel zijn meerdere erkennen in Pogacar.

Remco Evenepoel is ongetwijfeld op revanche belust – foto: Cor Vos

Over de vorm van Evenepoel hoeven we echter niet te twijfelen en ook zijn ploeg ziet er (op papier) sterk uit. Met Tiesj Benoot (hersteld van een corona-infectie), Maxim Van Gils en Junior Lecerf in steun, beschikt de Belgische ploeg over voldoende PK’s om de koers hard te maken. En mocht Evenepoel al in een vroeg stadium aanvoelen dat hij niet de benen heeft om het verschil te maken, dan kan de gelegenheidsformatie het ook over een andere, meer aanvallende boeg gooien. België heeft immers meerdere pionnen om mee te spelen.

Wielerfans zullen wellicht al anticiperen op een nieuwe tweestrijd tussen Pogacar en Evenepoel, maar in vergelijking met het WK krijgen we nu een heuse driestrijd voorgeschoteld. Jonas Vingegaard zal immers zijn debuut maken op het Europees kampioenschap! De recente winnaar van de Vuelta a España zou eigenlijk ook deelnemen aan de mondiale titelstrijd in Rwanda, maar zag te weinig tijd om zich na de Ronde van Spanje nog fatsoenlijk voor te bereiden op het WK en besloot zijn programma om te gooien.

Gelukkig kunnen we ons dit seizoen nog verheugen op een clash met Pogacar en Evenepoel en dat op een parcours waar een goede Vingegaard zeker een rol van betekenis kan spelen. We houden echter wel een slag om de arm: waar Vingegaard als ronderenner al zoveel mooie adelbrieven heeft weten te verzamelen, is zijn track record als eendagsspecialist niet al te best. Zijn beste prestatie in een topklassieker? Veertiende in de Ronde van Lombardije van 2021. Dat is nu niet bepaald iets om over naar huis te schrijven…

Kan Jonas Vingegaard ook eens schitteren in een eendagskoers? – foto: Cor Vos

Toch verwachten we wel iets van de tweevoudig Tourwinnaar, want Vingegaard heeft zich voor het eerst in zijn carrière tot in de puntjes kunnen voorbereiden op een kampioenschap. Daar komt nog eens bij dat hij goede herinneringen heeft aan de regio waar het EK zal plaatsvinden. In 2022 won hij de Drôme Classic, na een finale die toch wel vergelijkbaar is met wat de renners zondag krijgen voorgeschoteld. Mocht Vingegaard toch niet over zijn beste vormpeil beschikken, dan kan hij altijd nog als bliksemafleider dienen voor zijn landgenoten Mattias Skjelmose en Mads Pedersen.

Is er dan niemand die zijn voet naast van die van Pogacar, Evenepoel en Vingegaard kan zetten? Misschien heeft João Almeida wel de beste papieren om er een vierstrijd van te maken. Op basis van wat hij dit seizoen al heeft laten zien, schuiven we hem met stip naar voren. In de voorbije Vuelta was het immers Almeida die Vingegaard bij momenten het vuur aan de schenen kon leggen. De kopman van de Portugezen besloot het WK in Rwanda te skippen in functie van het Europees kampioenschap, dus reken maar dat hij een glansrol wil en zal vertolken.

Let op de Portugese kopman Joao Almeida! – foto: Cor Vos

Daar zal ook zijn (nu nog) ploeggenoot bij UAE Emirates XRG, Juan Ayuso, op uit zijn. De nog altijd maar 23-jarige Spanjaard bulkt van het talent en zijn erelijst spreekt voor zich, maar Ayuso heeft ook al heel wat minder mooie momenten meegemaakt in zijn nog jonge carrière. De voorbije jaren waren toch wel tumultueus, met een veelbesproken maar ook onvermijdelijke overstap naar een andere (lees: Lidl-Trek) ploeg als gevolg.

Ayuso kan in 2026 kortom met een schone lei beginnen, maar zal eerst nog zijn benen willen laten spreken. De Spaanse kopman neemt – eergierig en zelfzeker als hij is – met niet minder genoegen dan de Europese titel. We dichten de klimmer goede kansen toe, in de wetenschap dat hij in het verleden al wist te zegevieren in de Faun-Ardèche Classic (op het parcours waar het EK zal plaatsvinden) en de Faun Drôme Classic.

Of krijgen we met Juan Ayuso een Spaanse kampioen? – foto: Cor Vos

Het is op een EK of WK ook steevast uitkijken naar de Franse equipe. Bondscoach Thomas Voeckler slaagt er – ondanks een surplus aan kwaliteit – toch altijd in om er een hecht collectief van te smeden. Dit zorgt ervoor dat Les Blues vaak boven zichzelf uitstijgen en met Romain Grégoire, Paul LapeiraJulian Alaphilippe en Paul Seixas komen de Fransen ook met meerdere kanshebbers voor op zijn minst een medaille aan het vertrek.

Met name Grégoire kan met de steun van het thuispubliek misschien wel tot grote hoogte opstijgen. Met zijn vorm zit in het elk geval meer dan snor, want de vinnige Fransman won in de weken voor dit EK de Tour of Britain en twee etappes in de Ronde van Luxemburg. Met zijn oudere landgenoot Alaphilippe kan Grégoire een zeer mooie tandem vormen. Tweevoudig wereldkampioen Alaphilippe is nu het schoolvoorbeeld van een renner die altijd nét iets meer kan op een kampioenschap, en dan vooral een EK op eigen bodem, al viel zijn WK-optreden ronduit tegen.

Frankrijk is niet het enige land dat het moet hebben van een sterk collectief met enkele schaduwfavorieten, in de strijd tegen wieleraliens Pogacar, Evenenpoel en Vingegaard. Italië kan met Alberto Bettiol, Diego Ulissi, Christian Scaroni en Marco Frigo wellicht een vuist maken, terwijl Zwitserland met Marc Hirschi, Mauro Schmid en toptalent Jan Christen (zeer gevaarlijk!) meerdere pionnen heeft om mee te schuiven. Letland heeft misschien geen sterke ploeg, maar met Toms Skujiņš (vijfde in Rwanda) wel een kopman van formaat.

Speelt Alberto Bettiol een hoofdrol in de finale? – foto: Cor Vos

We noemen voor de volledigheid – en omdat er altijd een minder verwachte naam kan opduiken in de finale – ook Attila Valter (Hongarije), Bob Jungels (Luxemburg), Michal Kwiatkowski (Polen), Mathias Vacek (Tsjechië), Felix Grosschartner (Oostenrijk), Victor Langellotti (Monaco) en WK-revelatie Afonso Eulálio (Portugal).

En de Nederlanders?

De Nederlandse ploeg tekent natuurlijk ook acte de présence, maar verwacht geen wonderen van de zeskoppige selectie. Bij afwezigheid van toppers als Mathieu van der Poel en Thymen Arensman lijkt een medaille, laat staan de titel, te hoog gegrepen. Toch hoopt Team-NL zijn stempel te drukken op de wedstrijd. “Een mooie ploeg, met kansen om aanvallend koers te maken tijdens de wegrit”, zo omschrijft bondscoach Koos Moerenhout zijn zestal.

Kan Tibor Del Grosso verrassen op het zware EK-parcours? – foto: Cor Vos

Over de ambities is Moerenhout duidelijk. “Je start altijd met het hoogste doel: winnen. Tegelijkertijd gaat het er ook om dat we als ploeg een stempel op de koers drukken. Tegen wereldtoppers als Pogačar, Evenepoel en Vingegaard is dat geen eenvoudige opdracht, maar juist dat maakt het EK interessant. We zullen actief moeten koersen en onze kansen grijpen.”


Weer en TV

In startplaats Privas is het zondag zo goed als droog. Met een maximumtemperatuur van 16 graden Celsius is het prima toeven en dat is ook het weerbeeld voor de daaropvolgende koersuren. De zon breekt bij momenten door en het kwik stijgt naar de twintig graden. De wind zal ook zijn rol spelen: die waait stevig uit het noorden en staat dus bij momenten pal tegen.

Zondag
11:35
Logo HBO Max
HBO Max
13:00
Logo NPO1
NPO1
(NOS)
13:30
Logo VRT1
VRT1
(Sporza)
15:00
Logo Eurosport 1
Eurosport 1
(Eurosport)
RIDE Magazine
5 Reacties
18:25
Deze wegrit staat hoog op de afvinklijst van de eerzuchtige Evenepoel: enige kampioenschapswegrit waarin hij nog nooit goud won (remember Colbrelli).
Hij zal ook voor de dubbel’ willen gaan als hij de tijdrit tot een goed einde brengt - net zoals hij in Montréal 2026 de 4 tijdrit titels op een rij én de eveneens ongeziene dubbel tijdrit-wegrit gaat najagen.
Hij gaat er alles aan doen, ook al zegt de logica dat Pogacar hem opnieuw voorafgaat.
Benieuwd wat Vingegaard kan op een kampioenschap, niet zijn cup of tea…
    Hij is duidelijk in topvorm, maar of het na zo’n zware koers van zondag dan verstandig is om bij de tijdrit op woensdag al weer in het rood te gaan kan je over twijfelen.
    De TT is maar 20K maar het is niet echt de ideale hersteltraining, al zou het voor hem wellicht genoegdoening geven om de winst te pakken, wie weet dat dat mentaal belangrijker is dan de extra inspanning
18:50
Froome en contador hebben toch afdoende bewezen dat ronde renners niet automatisch klassiekers kunnen winnen ook niet als ze in etappes telkens wel slagen.
    Ik zie Vinegard ook niet als een grote favoriet, heeft hij ooit wel eens een grote eendagskoers gewonnen?
19:09
Remco weet wat hij moet doen: materiaal op orde hebben, putjes ontwijken en bij de tweede keer Saint Romain de Lerps weg zijn, want dan is er nog maar 100 km naar de finish. Anders is de vogel Pogi gevlogen met misschien een Deense blonde vink in zijn wiel.

Om te reageren moet je ingelogd zijn.