Niels Bastiaens

• donderdag 6 november 2025 om 16:04

Interview Peter Van den Abeele, de Belgische Directeur Sport bij de UCI, noemde het nieuwe veldritproject van EF Education-EasyPost het beste voorbeeld dat de cross internationaler wordt. Maar voorlopig staat het driekoppige ploegje dat vasthangt aan het Amerikaanse WorldTeam nog in zijn kinderschoenen. Dat heeft volgens Sebastian Langeveld, het hoofd scouting, een goede reden.

De oorsprong van de crossploeg heeft veel te maken met het aantrekken van Mattia Agostinacchio, de amper 18-jarige wereldkampioen veldrijden bij de junioren. Enkele internationale topteams zaten achter het Italiaanse supertalent aan, maar Langeveld en co wonnen de strijd. De alleskunner tekende bij EF Education-EasyPost een contract tot eind 2027.

“Eerlijk? Volgens de UCI-regels kon hij normaal pas vanaf 1 januari in onze outfits en op onze fietsen rijden. De gemakkelijkste weg om hem nu al voor ons te laten rijden, was door – met minimale inbreng – een eigen veldritploeg te registeren. Het klinkt misschien niet zo spectaculair, maar dat is de echte reden achter ons veldritproject”, doet de Nederlander het verhaal.

Interessant op termijn
Had Van den Abeele het dan helemaal mis? Volgens de Belgische UCI-directeur wordt de reglementswijziging dat UCI-punten uit nevendisciplines zoals de cross vanaf 2027 ook meetellen voor de UCI-ranking op de weg, namelijk een gamechanger. Zeker wanneer de sport vanaf 2030 ook olympisch zou worden. “Ik geef Peter geen ongelijk in zijn visie. Dat is interessant en er zit zeker iets in. Maar als ik echt eerlijk ben, zijn we daar nu niet mee bezig. Mattia ligt vast tot 2028 en verder kijken we niet.”

In Liévin werd het supertalent wereldkampioen – foto: Fotopersburo Cor Vos

Toch wil Langeveld het verhaal van Van den Abeele ook niet afschilderen als lulkoek. “Uiteindelijk kán het project wel uitgroeien tot iets groter en interessanter voor onze sponsoren. Op dit moment gaat het er puur en alleen over om de veldritperiode met Mattia te overbruggen. Maar het is waar: UCI-punten zijn heel belangrijk en dat wordt de komende jaren niet minder. Het kan dus dat we hier op termijn meer uithalen.”

Dat zal voor een deel van de wensen van het Italiaanse supertalent zelf afhangen. Bij de Amerikaanse ploeg zien ze hem in de eerste plaats als wegrenner. “Hij moet het nog allemaal bewijzen, maar bij de jeugd was hij in alle disciplines redelijk exceptioneel. We hopen dat hij uitgroeit tot een wegrenner die heel goed is op gebied van de klassiekers. Maar hij is nog heel jong, en we geloven dat de cross hem kan helpen om op een goede manier te groeien als renner. Er zijn voldoende voorbeelden waarin het wel echt werkt.”

En ook ploegmanager Jonathan Vaughters is helemaal mee in dat verhaal. “Jonathan kent meer van cross dan je zou vermoeden, hoor”, lacht de Nederlander. “Hij ziet ook hoe een Mathieu van der Poel jaar na jaar uit de winter komt. Dat heeft ergens toch een verband. We willen Mattia niet met Mathieu vergelijken, maar als je de winter met een goede balans in de cross aanpakt, kan dat ook voor ons een voordeel opleveren op de weg.”

Voorbeelden genoeg
Alleen is het de vraag: zijn Mathieu van der Poel en Wout van Aert zo goed geworden omdát ze crosten, of zijn ze supertalenten die in eender welke discipline kunnen excelleren? Met andere woorden: gaat de cross zo’n talent als Agostinacchio nu écht helpen? “Dat is altijd lastig in te schatten. Het gaat ook niet alleen over Van der Poel en Van Aert. Ik vond Zdenek Stybar ook een betere wegrenner in zijn beginfase, toen hij nog meer croste. Dan zag je in ieder geval zijn grootste flitsen.”

Agostinacchio op het Ek van vorig jaar – foto: Fotopersburo Cor Vos

“Voor Lars Boom geldt hetzelfde. En nu zie je dat het ook bij Thibau Nys loont”, stelt Langeveld. “Natuurlijk zijn dat toptalenten. Als Nys alleen een wegrenner was, dan had hij ook veel gewonnen. Maar ik ben er toch echt van overtuigd dat die punch, die acceleratie en het wringen voor posities naar de bochten toe, nuttige kwaliteiten kunnen zijn die je vanuit de cross kunt meenemen, met name naar de klassieke periode. Ik geloof enorm in een uitgebalanceerd crossprogramma.”

Al wil Langeveld dat laatste ook wat nuanceren. “Je moet wel uit de veldritwereld komen, natuurlijk. Als je iemand als Jonas Vingegaard nu het bos in stuurt, zal hij er veel minder aan hebben dan de jongens zoals Mattia, die met het veldrijden zijn opgegroeid. Ze hebben die punch altijd al gebruikt om een wedstrijd in een definitieve plooi te leggen, en dat moet je blijven trainen. Dat is niet zo gemakkelijk als je niet crost.”

Punch
Langeveld zal zelf komende winter met zijn wereldkampioen in de modder staan. “Met name in de kerstperiode. Voor de rest is hij veel met zijn broer Filippo en een kleine begeleiding op pad. Hij heeft het in de eerste Italiaanse crossen van het seizoen al behoorlijk goed gedaan, zonder specifieke voorbereiding. We hadden een goed programma voor hem uitgestippeld dat enigszins was uitgebouwd richting het Europees kampioenschap. Het is ons eerste doel van de winter.”

“Nadien gaat hij er weer even uit, om terug te keren in Flamanville. Daarna wordt het een drukke kerstperiode, zoals bij de meeste renners die weg en veld combineren. We gaan dat een beetje proberen te kopiëren. Het WK veldrijden wordt de rode draad doorheen de winter, daar mikken we op een topresultaat. Voor de rest wordt het een leuke manier om de winter door te komen en hem hopelijk nog wat sterker te maken voor zijn profdebuut.”