Een opvallende deelnemer: 60(!)-jarige Raúl Alcalá haalt finish niet in Gran Premio New York
De Gran Premio New York City (1.2) kon afgelopen zondag rekenen op de aanwezigheid van enkele bekende namen. Zo gaven Kristian Sbaragli, Henri Uhlig en Óscar Sevilla acte de présence. De meest opvallende deelnemer was toch echt Raúl Alcalá. De inmiddels 60(!)-jarige Mexicaan kneep wel vroegtijdig in de remmen.
De wat oudere wielerliefhebbers zullen Raúl Alcalá ongetwijfeld nog kennen. De Mexicaan maakte in de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw deel uit van het profpeloton en maakte in zijn topjaren naam als klimmer. Alcalá maakte in 1987 zijn profdebuut namens de Amerikaanse 7-Eleven-ploeg en reed daarna voor PDM (1989-1992), Wordperfect-Colnago-Decca (1993, de voorloper van Rabobank) en Motorola (1994).
Op zijn palmares prijken 23 profoverwinningen. Zijn grootste zeges boekte hij in het tenue van de roemruchte Nederlandse formatie PDM. Zo won hij in 1989 en 1990 een etappe in de Tour de France en was hij in 1992 de sterkste in de Clásica San Sebastián. Verder won Alcalá twee etappes in het Critérium du Dauphiné en kroonde hij zich tot eindwinnaar van de Ronde van Asturië en de Tour duPont (2x).
Alcalá stond verder dertien keer aan de start van een grote ronde. In 1987, 1989 en 1990 eindigde hij bij de eerste tien in de Tour de France en in 1992 was hij ook achtste in de Vuelta a España. In 1994 besloot hij – op slechts 30-jarige leeftijd – een punt te zetten achter zijn carrière.

Alcalá (links) met de Amerikaanse ex-renner Bob Roll, die tegenwoordig wielercommentator is – foto: Cor Vos
De Mexicaan bleef na zijn profloopbaan echter wel actief op de fiets en reed door de jaren heen nog enkele Zuid-Amerikaanse rittenkoersen. Na de Vuelta a Costa Rica van 2010 bleef het lang stil rond Alcalá, maar afgelopen zondag besloot hij weer eens een rugnummer op te spelden. Alcalá deed namens de Amerikaanse formatie Team GFNY mee aan de Gran Premio New York City, maar wist de finish dus niet te bereiken.
De Amerikaanse koers telde 136 kilometer en eindigde op een korte helling van 400 meter aan 6,6 procent. De wedstrijd werd beslecht in een sprint met vier. Hierin bleek de Nederlander Tibor del Grosso de snelste en liet daarmee Wilmar Paredes uit Colombia achter zich. De Duitser Johannes Amadietz werd derde, de Belg Milan Donie vierde.
Dekselse snotneuzen daar op de redactie ;-)