Deze actie van Tadej Pogacar verraste Mathieu van der Poel en Remco Evenepoel
Analyse Afgelopen december op een bijeenkomst van zijn ploeg UAE Emirates sprak Tadej Pogačar niet over de Tour de France, noch over de Giro d’Italia. Laat staan de dubbel Giro en Tour. Er was maar één wedstrijd waar hij in 2024 geschiedenis hoopte te schrijven. Het WK op de weg op een op zijn lijf geschreven parcours in Zürich. Een jaar lang in die schitterende regenboogtrui rijden, dat was zijn droom.
Op liefst 101 kilometer trok Pogačar vanuit een omvangrijk peloton zijn stoute schoenen aan. Niet gepland, intuïtief naar eigen zeggen. Noem het een stomme actie, zei hij zelf over die aanval in het flashinterview. Eigenlijk was het plan om te wachten tot de laatste ronde, gaf de Sloveense ploeg na afloop aan. In de wedstrijd veranderde Pogačar de tactiek toen hij het sterke collectief van België niet gepositioneerd zag zitten op vier rondes (van 26,8 kilometer) voor het einde.
Dé topfavoriet die zo ver van de finish in de aanval gaat, het is normaal inderdaad in 99 van de 100 pogingen een kamikazeactie. Behalve wanneer je het zeldzame fenomeen Tadej Pogačar bent.
Één ding zullen Mathieu van der Poel en Remco Evenepoel zich blijven afvragen. Waarom zaten ze op 101 kilometer van de streep op de klim van de Zürichbergstrasse te ver van achteren toen Pogačar zijn duivels ontbond? Totaal verrast konden ze niet zijn door de aanval van de Sloveen. Zijn landgenoot en UAE Emirates-ploeggenoot Domen Novak was toch duidelijk bezig aan de kop van het eerste peloton om de rode loper voor kopman Pogačar uit te leggen. En lange succesvolle solo’s kleuren zijn palmares.
De versnelling van Pogačar was knap en pittig. Maar was deze actie wel zo verschroeiend dat Van der Poel en Evenepoel niet mee hadden gekund? Quinn Simmons en Andrea Bagioli hadden immers in eerste instantie wel een antwoord op deze demarrage. Dat zijn goede renners maar toch niet meteen de meest explosieve coureurs van het peloton.
Verstoppen
Evenepoel was na afloop eerlijk: “Ik dacht dat het niet zo vroeg ging gebeuren. Ik had op dat moment nog sterke renners voorin. Verder had ik het gevoel dat je je op het circuit nog kon verstoppen om zo energie te sparen en dus niet altijd bij de eerste tien hoefde te zitten”
Van der Poel: “Ik was een beetje verrast. Ik dacht dat het niet de slimste zet van Pogačar was met alle controle die er in het peloton nog was. Hij heeft echter het tegendeel bewezen.”

Mathieu van der Poel feliciteert zijn opvolger Tadej Pogačar – Foto: Cor Vos
Vanaf het moment Pogačar zijn duivels ontbond was het bij de achtervolgers chaos. Van een georganiseerde achtervolging is geen moment sprake geweest. Zelfs bij het sterkste land, België, werd er niet gegroepeerd achtervolgd, maar offerde iedereen zich een voor een op, waarna Evenepoel al vroeg zonder landgenoot overbleef.
Bij Nederland reed Bauke Mollema naast MVDP een fantastische wedstrijd waarin hij weer de laatste krachten uit zijn kleinste teen nog wist te ‘mollemalen’. Maar laten we terugkijken: wie heeft er niet achtervolgd? Wie heeft niet alles uit de kast gehaald om Pogačar terug te halen?
In eerste instantie had Pogačar nog de hulp van landgenoot Jan Tratnik die zich uit de vroege vlucht had terugvallen om zijn kopman op sleeptouw te nemen. Later was het de Fransman Pavel Sivakov die vanuit de vroege ontsnapping het langst met Pogačar mee kon gaan. Daarmee trof ‘Pogi’ een teamgenoot van UAE Emirates die hem in het begin van zijn lange ontsnapping kon ondersteunen.
Zeldzaam
Wat Pogačar in Zürich liet zien was zeldzaam. De hongerklop, de man met de hamer; het zijn allemaal wieleringrediënten die geen vat op Pogacar lijken te krijgen. De wijze waarop hij de wereldtitel naar zich toe trok, was héél groots. Zoals zijn hele seizoen uniek genoemd mag worden. De 26-jarige Sloveen is de derde renner na Eddy Merckx (1974) en Stephen Roche (1987) die de triple Giro-Tour-WK realiseert. In beide rondes wist hij verder zes ritten te winnen. Terwijl Pogačar dit voorjaar ook nog eens de klassiekers Strade Bianche en Luik-Bastenaken-Luik na solo’s van respectievelijk 81 en 35 kilometer.

Ben O’Connor, Tadej Pogačar en Mathieu van der Poel – Foto: Cor Vos
In de aanloop naar dit WK maakte Pogačar duidelijk dat hij alle vergelijkingen met de GOAT (Greatest Of All Time) Eddy Merckx beu is. Maar met alle records die hij aan het realiseren is, is het logisch dat je bepaalde palmaressen naast elkaar legt. Al is vergelijken zinloos, omdat iedere generatie zijn eigen tijdperk kent. En omdat de wielersport zich de laatste vier decennia enorm heeft ontwikkeld en veel mondialer is geworden.
Wie de vreugde van het gelaat van Pogačar las, toen hij de regenboogtrui om zijn schouders kreeg, zag de liefdestwinkeling voor deze bijzondere trui. Als we naar de WK’s van de komende jaren gaan kijken dan liggen er in 2025 in Kigali (Rwanda) met liefst 5475 hoogtemeters en in 2026 in Montréal (Canada) op een gelijkwaardig parcours als de GP Montréal die hij al twee keer oppermachtig won, opnieuw grote kansen voor de Sloveense veelvraat. Misschien dat hij de vergelijking met Peter Sagan, die als eerste drie keer op rij wereldkampioen op de weg (2015, 2016 en 2017) werd, wél ziet zitten.

Zoals Pogi zelf zegt en andere renners ook, was t gewoon echt een domme/stomme actie en die werd beloond doordat de rest in 100km. Lees 100km!!! Niet de rust en het gogme hebben om de boel bij elkaar te houden en rond te draaien. Als dat was gebeurd hadden ze m gewoon kunnen laten zwemmen en op een gegeven moment bijgehaald. Dan was t ook over en klaar geweest met m.
De meeste renners in het peloton zitten al door hun beste krachten heen met 200 km in de benen en het tempo zou veel te laag liggen telkens je die klimmetjes in groep neemt ten opzichte van Pogi die lustig verder stoomt.
Ze hadden Pogacar kunnen terugpakken op voorwaarde dat de sterkste landen samen al hun knechten hadden opgesoupeerd om dan de kopmannen gezamenlijk de oversteek te laten maken. Maar zelfs dat is moeilijk, want zo'n groepje favorieten rijdt ook niet kop over kop tot ze erbij zijn maar rekenen, pokeren en proberen dan zelf weg te rijden. Dat is nu eenmaal de koers.
Onverwachte aanval van een renner die er ver bovenuitsteekt + gepoker van een paar landen (die zich hebben miskeken op de Belgen en Evenepoel, die minder sterk waren dan gedacht) en het resultaat was gekend. Geholpen door dat er velen wellicht niet eens meer in een terugkeer geloofden op Pogacar en waarschijnlijk al voor de tweede plek aan het rijden waren.
En juist die factor "oortjes" mis ik in de analyse. Want ook in de achtervolging zou je iedereen veel eerder tot kalmte manen met je oortjes. Gewoon lekker kop over kop rond blijven draaien daarachter; zeker als je (via de oortjes) de wetenschap krijgt dat Pogacar helemaal solo is, en niet nog bij die groep van 10.
Maar zowel de instinctieve actie van Pogacar, als de paniekachtervolging van de Belgen (met als klap op de vuurpijl de demarrage van Evenepoel die alle organisatie om zeep helpt), zijn in mijn ogen het prachtige gevolg van het rijden zonder communicatie.
En zelfs later in de race zou er nog heel veel mogelijk geweest zijn "met oortjes". Als de groep met schaduwfavorieten op 2 rondes voor het eind gewoon gaat draaien, dan rijden ze zo nog naar Pogi toe. Maar het is hollen en stilstaan, rijden voor plek 2 ipv plek 1. En dat heeft Pogacar uiteindelijk gered.
Maar hoe dan ook, het was een heerlijke middag.