Daan Olivier: ”Ik moet het niet van mijn punch hebben”
Daan Olivier werd woensdag ietwat verrassend 25ste tijdens de Waalse Pijl. In de finale probeerde hij ploegmaat Warren Barguil naar voren te loodsen, maar diens ketting liep echter af. De 21-jarige klimmer probeerde er toen maar het beste van te maken, met een 25ste plek als resultaat. ”Ik verbaasde mezelf wel een beetje”, zei hij tegen het ANP.
”Ik heb Barguil in de laatste kilometers nog geprobeerd met een sprint naar voren te brengen, al begreep ik later dat zijn ketting er toen afliep. Misschien had ik nog iets hoger kunnen eindigen als ik dat niet had gedaan”, blikt Olivier terug. Dit terwijl grote mannen als Philippe Gilbert, Joaquim Rodriguez en Alejandro Valverde bij hun debuut in de Waalse Pijl in de middenmoot eindigden. ”Dat biedt wel wat perspectief. Het is aan mij om het nu waar te maken”, lacht de Giant-Shimano-renner.
De Nederlandse berg
Hoe wel Thijs Zonnevelds initiatief om een innovatieve berg te maken in Nederland inmiddels overgewaaid is, is de berg aan Nederlands klimtalent de laatste jaren de grond uit geschoten. Olivier is na Robert Gesink (die bij zijn debuut in de Waalse Pijl overigens negende werd), Bauke Mollema, Steven Kruijswijk en Wilco Kelderman de zoveelste klimmer met potentie uit de opleidingsploeg van Rabobank. ”Het is natuurlijk best gek, voor een land zonder berg. Misschien ligt de focus daar gewoon erg op”, zoekt Olivier naar een verklaring.
De vergelijking met enkele goede Nederlanders is gemaakt. Mocht hij het pas van de vier hierboven volgen, dan kan men nog het nodige verwachten van Olivier. ”Natuurlijk hoop ik ooit de Tour te kunnen rijden”, kijkt de renner uit Oegstgeest vooruit. ”Of dat voor een klassement of een etappezege is, weet ik nog niet. Ik ben iemand die lang op een hoog vermogen kan blijven fietsen. Ik moet het niet van mijn punch hebben. Bij de beloften heb ik ook nooit zoveel gewonnen.”
Vuelta
Olivier ziet zich niet per definitie als iemand die later uit gaat blinken in de grote rondes. Hij denkt zelf namelijk dat de klassiekers en rittenkoersen als de Ronde van Zwitserland hem beter liggen. Aan het einde van het seizoen wacht hem mogelijk de Ronde van Spanje, al ligt dat aan de fysieke gesteldheid van de neoprof. Voor komende zondag staat in ieder geval Luik-Bastenaken-Luik op het programma. ”Daar hoop ik vooral in een goede groep te kunnen eindigen, al is het een groot vraagteken waar ik sta. Het belangrijkste is dat ik de kopmannen lang bijsta. Als dat goed gaat, heb ik er vrede mee als ik de streep niet haal”, relativeert de Nederlander.