‘Caleb Ewan overklast Mathieu van der Poel en Wout van Aert in Milaan-San Remo’
Opinie Milaan-San Remo is tactisch de makkelijkste wedstrijd van het jaar omdat je weet waar je van voren moet koersen, maar het is de moeilijkste klassieker om te winnen. Op de Via Roma in San Remo hebben Mathieu van der Poel, Wout van Aert en Julian Alaphilippe deze wielerwijsheid weer eens ervaren. Aan de bloemenrivièra zijn het fracties van een seconde waarin je keuzes moet maken waarin de winst, of negen van de tien keer het verlies, wordt bepaald. Dat maakt de Primavera ondanks een lange en immer saaie aanloop toch een waardig monument.
‘Wie van de grote drie?’, kopt Het Nieuwsblad zaterdagochtend groot op hun sportkatern. Eigenlijk hangt wereldkampioen Alaphilippe al aan het elastiek bij de twee supersterren uit de Lage Landen. Er zijn bijna geen scenario’s te bedenken waarin Van der Poel of Van Aert niét kunnen winnen.
Op het laatste deel van de Poggio hebben beiden de explosiviteit om een kloof te slaan. Zelfs de wind staat gunstig voor hun aanval; deels van op zij maar op het beslissende stuk grotendeels in de rug. Dankzij hun veldrittechniek kunnen ze zich als geen ander in de duizelingwekkende afdaling van de Poggio gooien. En als het op een sprint aankomt, dan zijn er ook maar weinigen opgewassen tegen de snelheid van ‘MVDP’ en ‘WVA’.
Onverslaanbaar
Voor mogelijke andere kanshebbers is in vrijwel alle voorbeschouwingen geen ruimte. Ja, ze mogen hun zegje doen waarom de ‘grote drie’ onverslaanbaar zijn. Over hun eigen kansen komen ze nergens aan het woord. Niemand gelooft immers in hun kansen. Het mag zelfs een unicum worden genoemd dat de Vlaamse ‘gazetten’ hun winnende landgenoot Jasper Stuyven in de aanloop naar ‘La Classicissima’ geen ruimte gunnen op hun pagina’s. Niet nodig want er kan toch maar één van de drie winnen.
Wielrennen en zeker Milaan-San Remo is geen wiskunde. Hoe sterk je ook bent, je krijgt nooit echt greep op deze wedstrijd. De Italiaanse kustplaats San Remo staat voor het grote publiek bekend om het beroemde casino. Van de wielerklassieker is bekend dat je er een gok moet wagen. Of zoals winnaar Stuyven direct na afloop zei: “Ik wist dat ik alles of niks moest spelen.”

Jasper Stuyven rijdt onder aan de afdaling van de Poggio weg. foto: Cor Vos
Op de Cipressa gebeurt helemaal niks. Op de Poggio kan de wedstrijd niet in een plooi worden gelegd. Net als vorig jaar zit Van der Poel niet goed gepositioneerd waardoor hij bij de te verwachten aanval van Alaphilippe, waarop Van Aert direct reageert, extra krachten nodig heeft om aan te sluiten.
Dat de ‘grote drie’ niet kunnen wegrijden op de Poggio is opmerkelijk, maar het meest opvallende is dat Caleb Ewan op de klim het meeste overschot lijkt te hebben. Slechts twee ritten reed hij uit in de Tirreno, waarna hij opgaf op weg naar Gualdo Tadino. Daardoor rekent niemand hem meer bij de favorieten voor de eerste echte klassieker van het seizoen.
Schijnbeweging
Ewan groeit boven zichzelf uit en lijkt vlak aan het kerkje van de Madonna della Guardia op de top van de roemruchte scherprechter zelfs aanstalten te maken om te demarreren. Totdat de snelle man van Lotto-Soudal zich realiseert dat hij de rapste sprint van iedereen in zijn benen heeft. Deze schijnbeweging hebben de ‘grote drie’, vastgenageld in zijn wiel, ook gezien en natuurlijk wekt zijn optreden ontzag.
De Australische sprinter rijdt ongekend sterk bergop en zit in de afdaling continue bij de eerste vijf. Zijn aanwezigheid is de bepalende factor in deze 112e editie van Milaan-San Remo. Wie gaat er immers met de snelste sprinter van het huidige peloton naar de finish? Wat direct een andere vraag inleidt: wie moet er in de achtervolging gaan wanneer er iemand in de aanval gaat?
Die aanvaller is Jasper Stuyven. Ongeveer op dezelfde plek op het einde van de afdaling van de Poggio waar Hennie Kuiper in 1985 langs de ontsnapten Teun van Vliet en Silvano Ricco snelde, plaatst Stuyen zijn demarrage. Oog voor het goede moment, zelfverzekerd, sterk en vooral koelbloedig. Ook wanneer Søren Kragh Andersen bij hem aansluit, weet hij de Deen geraffineerd het meeste werk te laten opknappen. Het levert een prachtig kat-en-muisspel tussen de aanvallers en achtervolgers op, zoals we dat ook zagen in de laatste decennia toen Andrei Tchmil, Filippo Pozzato, Fabian Cancellara en Simon Gerrans in de straten van San Remo hun winnende aanval wisten plaatsten.

Caleb Ewan komt net te kort voor de zege en moet in de sprint genoegen nemen met plek twee. foto: Cor Vos
Eigenlijk past dat wel bij de koerswijze van de klassieke ploeg van Trek-Segafredo de laatste tijd. Het team onder leiding van Steven de Jongh en Kim Andersen beseft dat ze niet de grote favorieten in huis hebben, maar weten perfect te anticiperen op de koerswijze op de hoofdrol die ‘grote mannen’ dragen. Mads Pedersen wist zo vorig jaar Gent-Wevelgem en dit jaar Kuurne-Brussel-Kuurne te winnen, terwijl Stuyven twaalf maanden geleden ook intelligent en ijzersterk Omloop Het Nieuwsblad op zijn naam schreef.
De koersintelligentie van Stuyven komt ook naar voren op het moment dat hij durft te wachten tot 120 meter voor de streep voordat hij de sprint aangaat. En zo net nog genoeg voorsprong heeft op de aanstormende groep waarvan… Caleb Ewan de sprint wint om de tweede plek.
Het is voor Ewan een zwaar teleurstellende tweede plek. Waar hij in 2018 ook al naar deze ondankbare plaats achter de ontsnapte Vincenzo Nibali sprintte, doet deze ereplaats veel meer pijn. Dit keer was de ‘Aussie’ de sterkste in de wedstrijd. Maar Milaan-San Remo is net als poker. Ook al heb je de winnende kaart in handen, dat wil niet zeggen dat alle fiches jouw kant op vallen. En totdat het ‘rien ne va plus’ klinkt, mag je je nooit rijk rekenen.
Ewan zijn aanwezigheid zorgde idd voor meer speculatie bij onder meer Van Aert.
Wat mij betreft overklast Ewan hen hier niet maar steggelden ze dusdanig lang met hun cartouche dat je op een gegeven moment bijna boven bent en ‘wat? Kut. Dat is gewoon Ewan?!’ moet denken.
Ik vond Flip te krachteloos, van Aert te afwachtend en MvdP te slordig vandaag, Ewan erbij was een resultaat, niet de reden.
Als de meet 20 meter verder ligt verslaat de gene die nu 3de is geworden de 2de.
Probleem is dat de de sprint dan ook 20 meter verder wordt ingezet, dus krijg je nog steeds dezelfde uitslag.
Het gaat om de streep.
Ik blijf hopen...
Van overklast worden door Ewan is natuurlijk absoluut geen sprake.
Let daar maar eens op. Is er niet een die hem dat durft te zeggen?
Voor de tweede plaats daar sprint hij niet voor,ook belachelijk.
In dit alles valt hij me zwaar tegen.,ik ben een supporter van hem en Wout,maar Matje valt me daarin tegen.
je zou ook kunnen stellen dat de echte winnaarsmentaliteit zou zijn om het maximale eruit te halen, ongeacht of dat dan de 1e of de 3 plek is. brengt ook meer prijzengeld op, dat vaak wordt verdeeld onder ploegmaats of mechaniciens en dergelijke, dus je zou ook gewoon voor die personen uit respect altijd tot het gaatje kunnen gaan
waarmee ik niet zeg dat mathieu dit gisteren deed. alleen dat ik zo'n mentaliteit totaal niet bewonderenswaardig zou vinden
Niet helemaal. Kuiper sloot bij het tweetal aan op het moment dat ze rechtsaf de Via Aurelia opdraaiden, en Kuiper plaatste daar vervolgens een versnelling.
Vandaag ging Stuyven er zo’n 250 meter eerder er vandoor, dus nog tijdens de afdaling.
Andere kleinigheid: het is ‘Madonna della Guardia’.
Voor de rest zal Ewan gewoon baat hebben gehad bij het strakke en zeer constante tempo van Ganna. Als ze van bij het begin met stroomversnellingen omhoog knallen, dan ligt hij er waarschijnlijk wel af.
Volgens mij had ik je in elke willekeurige groep met een tiental renners van verschillende ploegen een vergelijkbare finale gehad. Niemand gaat het gat dichtrijden als een van de renners de snelste sprinter van het peloton is, want dan ben je zelf kansloos. Ik zou zelf eerder aan een stuk denken "Angst om geklopt te worden in de sprint kost Ewan zege in Milaan - San Remo'.
De sterkste man in koers is dan een behoorlijk disrespect richting Stuyven, die deze quote eerdee verdiend.
Ach ja, wat als he :-)
Maar Ewan zit nagenoeg altijd in een wiel tot de laatste meters in de sprint. Daarentegen zie je Pidcock vaak de aanval kiezen, en ook nu bij z'n eerste MSR doet ie dat. Wat mij betreft had Raymond daar eerder een opinie over mogen schrijven.