Brand en Van Dijk verkennen Parijs-Roubaix: “Die kasseien zijn verschrikkelijk”
Op 25 oktober staat voor het eerst in de geschiedenis een vrouwenversie van Parijs-Roubaix op het programma. Lucinda Brand en Ellen van Dijk trokken afgelopen donderdag naar Noord-Frankrijk om de beruchte kasseistroken te verkennen. “De kasseien zijn echt verschrikkelijk”, zo concludeerde Brand na afloop.
De 30-jarige Brand reed samen met Van Dijk, ploegleider Ina Yoko Teutenberg en Steven de Jongh (ploegleider bij het mannenteam van Trek-Segafredo) een hele middag over de belangrijkste kasseistroken van Parijs-Roubaix. Zo dokkerde Brand – die als veldrijdster de nodige ervaring heeft met atypische ondergronden – over het Bos van Wallers.
Het werd een middag om nooit te vergeten, zo blijkt uit een gesprek met De Telegraaf. “Wat een rotding is dat zeg! Natuurlijk, je probeert je er een voorstelling van te maken. Je denkt het ook te weten omdat je over zulke stenen hebt gereden in Drenthe en Vlaanderen… Maar die keien komen in de verste verte niet in de buurt van deze stenen”, aldus Brand.
“Je zit gewoon de hele weg te stuiteren”
Parijs-Roubaix is een aaneenschakeling van kritieke zones. “Van de uitzendingen op tv herinner ik me dat de zones elkaar in rap tempo opvolgen. Zodra je de route zelf aflegt, is het nog erger. Er is nergens een momentje om te bekomen. Je zit gewoon de hele weg te stuiteren. In Parijs-Roubaix stopt het gewoon nooit”, zo klinkt het.
Van Dijk is eveneens onder de indruk van het parcours. “Dit is heel iets anders dan wat ik ooit heb beleefd als wielrenster. Hoe zal ik het omschrijven? Het is uitdagend. Het zal echt een superzware wedstrijd worden, het hele lichaam zal pijn doen. Deze wedstrijd vereist veel. Je moet technisch vaardig zijn, maar je moet ook enorm taai zijn.”
Vallen in Roubaix
De 33-jarige Van Dijk – in het verleden al winnaar van kasseiklassiekers als Dwars door Vlaanderen en de Ronde van Vlaanderen – kwam niet ongeschonden uit de verkenning. “Ik reed in het wiel van Steven (de Jongh, red.). Hij reed op het midden van het pad dat een beetje bol loopt. Om uit de wind te zitten, ging ik iets naar links en ik reed in feite een soort afgrond in.”
“Ik week iets te veel naar links uit, waardoor mijn stuur uit mijn handen sloeg. Er viel niets meer te corrigeren”, aldus Van Dijk, die slechts last heeft van enkele schaafwonden. Beide dames vertrokken met de nodige blaren weer naar huis. Anna van der Breggen schetste eerder al het meedogenloze karakter van de Noord-Franse kasseien.
Ik kijk er hoe dan ook nu al naar uit.
Vergeet trouwens niet dat de mannen-profs in de laatste paar stroken ook niet veel harder dan 35 rijden. Combinatie van al helemaal gesloopt zijn, zware stroken en soms ook wat licht oplopend terrein.
Het is algemeen bekend dat PR een wedstrijd is voor de relatief "zware jongens". Types als Backstadt, Hushovd, Boonen. Renners van 80 kg. Die stuiteren minder dan de klimmerstypetjes.
En laat veel vrouwen nou het klimmersgewicht hebben....
Dat de verschillen groot zullen zijn? Zeker weten! Maar dat is bij de mannen niet anders.
Gewicht is denk ik niet per se een issue, het helpt, maar een goede techniek net zo zeer.
Dubbel stuurlint, bredere banden, lage velgen en een lagere bandendruk, en je bent al een eind op weg. Dat is ook voor de damesploegen nog wel haalbare kaart lijkt me.
En natuurlijk zijn er de fietsen die speciaal ontwikkeld zijn met extra comfort en stabiliteit, maar uiteindelijk is dat een "plusje" en geen "must have" in mijn ogen.
Kom zeg, doe jullie ogen open.
Uiteraard maakt dit jammer genoeg een groot verschil.
Begrijpend lezen blijkt o zo moeilijk te zijn voor sommigen. In mijn tussenkomst stel ik vast en analyseer ik. Ik vel geen enkel (negatief) oordeel. Of gaan jullie nu plots beweren dat vrouwen even snel fietsen, en al helemaal op kasseien. Of dat vrouwelijke wielrenners even veel ervaring hebben als mannelijke wielrenners voor dit specifiek werk ? Voor het P-R-kasseienwerk is echt heel veel kracht en snelheid nodig, veel meer dan voor het fietsen op betere ondergrond, of voor het klimmen. Waar vrouwen zich wel heel goed uit de slag trekken. Welnu, waar slaan jullie opmerkingen dan op ? En wat heeft "de gemiddelde mannelijke wielertoerist" hiermee te maken ? Het gaat hier over mannelijke profrenners en vrouwelijke profrenners, en het normale, natuurlijke verschil tussen die twee.
Zoals ik ook aangaf, ben ik ervan overtuigd dat de betere en zeker de sterkste rensters, goed "hun mannetje" zullen staan op de kasseien van P-R. Maar niet het grootste deel van het peloton. Terwijl een groot deel van het mannelijke peloton wel "behoorlijk" (daarom niet uitstekend) over de kasseien fietst. Wat niet betekent dat de meeste mannelijke deelnemers veel kans maken op een dichte ereplaats.
Nu, ik denk dat er al op voorhand, een soort selectie zal plaats vinden. De rensters die voor dit werk niet geschikt zijn, al of niet na een verkenning vooraf, zullen niet aan de start verschijnen. Dat was ook zo een aantal jaren geleden bij de mannelijke profs het geval. Terwijl zij zich de laatste jaren wel verdringen om aan de start te mogen verschijnen.
Vraagje: heb je al ooit dergelijke 'analyses' geopperd over het mannelijke peloton vóór Paris-Roubaix? Meer bepaald over dat deel dat níet vlot over de kasseien gaat? (waarvan we idd elk jaar beelden zien) Of zijn het enkel vrouwen die jou ongetwijfeld welbedoelde bezorgdheid verdienen?
En ik haalde "de gemiddelde mannelijke wielertoerist" aan omdat er constant mensen zijn die voor hun plezier over die kasseien dokkeren, ondanks dat die vaak trager rijden dan vrouwelijke profs. Die overleven dat ook. Ik zie dus geen reden om je vragen te stellen over de paraatheid van het vrouwelijke peloton. Zoals je zegt zuller er velen de eindstreep niet halen, en zal iedereen afzien. Dat is enkel maar normaal voor Paris-Roubaix.
Weet iemand daar misschien iets meer van?
Ik ben wel benieuwd hoe dat bij de dames gaat zijn. Misschien dat slechts een 20 of 30-tal de finish haalt, misschien wel een hoog aantal doorbijters die deze unieke wedstrijd willen uitrijden.