Bondscoach Moerenhout over NK-WK-regel: “Een heel moeilijke kwestie”
Interview Het Nederlands kampioenschap wielrennen staat voor de deur. Er is nogal om te doen geweest: enkele grote namen bij de mannen schitteren door afwezigheid. De spil in deze ‘zaak’ is titelverdediger Mathieu van der Poel. In de KNWU-statuten staat dat renners die het NK overslaan, niet in aanmerking komen voor een WK-selectie. Toch is dat wel het geval. “Op dat punt speel ik een rol”, legt bondscoach Koos Moerenhout uit aan WielerFlits.
Geen Mathieu van der Poel. Geen Dylan Groenewegen. Geen Steven Kruijswijk. Geen Bauke Mollema. Geen Wout Poels. Geen Dylan van Baarle. En dan ook nog eens geen Tom Dumoulin, Robert Gesink en Sam Oomen, omwille van blessures of revalidaties. Natuurlijk, de meeste renners die hierboven genoemd zijn hadden weinig tot niets te zoeken op het grotendeels vlakke parcours in Ede. De vraag is: rijdt straks de beste Nederlandse coureur in het rood-wit-blauw? Saillant detail: volgens het eigen reglement van de KNWU hoeven renners die niet starten op het NK ook geen selectie voor het WK – dat dit seizoen in Yorkshire plaatsvindt – te verwachten. Moerenhout versoepelde dat voor dit jaar.
Laten we met de NK-WK-regel an sich beginnen. Hoe steekt die in elkaar? “De regel is dat deelname aan het Nederlands kampioenschap verplicht is om in aanmerking te komen voor een WK-selectie”, legt de bondscoach uit. “Zo is dat opgenomen in de statuten van de KNWU. Daarbij staat dat de bondscoach een uitzondering mag en kan maken, mits er een valide reden is. Dat kan dus zijn in het geval een renner niet kan rijden of andere keuzes maakt. Omdat het geen keiharde regel is, maakt het de situatie moeilijk. Voor de ene renner is het één een heel valide reden om niet te rijden, terwijl iemand anders dat niet vindt. Waar ligt dan de gulden middenweg? Dat is lastig.”

‘Boosdoener’ Van der Poel won in ‘zijn’ Hoogerheide – foto: Cor Vos
Voor Moerenhout is het echter nog complexer. “Als bondscoach sta ik in dit verhaal tussen de partijen”, schetst hij de situatie. “Enerzijds wil ik met liefde en plezier meedenken met de renner. Anderzijds is daar de KNWU, maar ook de organisatie in een bepaalde gemeente; dit jaar dus in Ede. Iedere partij heeft een belang. Mijn insteek is dat elke Nederlandse renner het NK zou moeten willen rijden. En dat ook elke ploeg zou moeten willen rijden. Ook al denkt een renner geen kans te hebben op een titel op een bepaald type parcours, dan kan hij nog wel van dienst zijn voor een ploeggenoot die misschien het hele jaar voor hem of haar heeft gereden.”
“Het gevoel van rondrijden in het rood-wit-blauw is bijna niet te beschrijven”
Toch heeft de bondscoach begrip voor de renners die niet rijden. “Neem Bauke Mollema. Als hij geen ploeg heeft op een NK, in Monaco woont, de Giro d’Italia heeft gereden en zich klaarmaakt voor de Tour de France. Dat hij hier dan op een parcours terechtkomt wat hem ook nog eens niet ligt én hij geen ploeg heeft om voor te rijden, dan snap je dat hij een bepaalde keuze maakt. Zo heeft iedereen zijn eigen afweging. Aan de voorkant hoop je dat iedereen wíl rijden. Dan heb je ook nog de organisatie, met geld, sponsoren, met ik weet niet hoe veel vrijwilligers, Nederlandse fans die ook alle toppers willen zien. Dus als renner heb je ook een bepaalde verantwoordelijkheid. En ik als coach daarin eigenlijk ook.”
Nog een renner die er niet is: oud-kampioen Groenewegen. Misschien wel de beste sprinter ter wereld, die op een vlak parcours een grote kans op het rood-wit-blauw laat liggen. “Zijn beslissing om het NK niet te rijden is al in een veel eerder stadium genomen. Ver voordat ik heb gezegd dat je dit jaar het NK niet móet rijden voor een eventuele WK-selectie. Ik heb met hem contact gehad en hij heeft me duidelijk laten weten waarom hij deze keuze maakt. Hij heeft als doel om een heel goede Tour de France te rijden. Er valt voor Dylan meteen iets te winnen op de eerste dag in Brussel: de gele trui. Vorig jaar was hij vooraf op hoogtestage. Dat bracht geen goed NK teweeg en ook in de eerste dagen tijdens de Tour was het zoeken.”

Groenewegen toont hoogvorm in de ZLM Tour – foto: Cor Vos
“Als je dat met je ploeg hebt geanalyseerd en je denkt dat het skippen van het NK een oplossing voor jou als renner kan bieden, dan is dat een valide regel”, gaat Moerenhout verder. “Daar kun je over discussiëren, iedereen mag daarvan vinden wat hij wil. Maar als Dylan en zijn ploeg zo denken, dan valt daarover natuurlijk wel iets te zeggen. Bovendien sluit het ook geen ambities uit bij Jumbo-Visma. Zij hebben van het NK wel degelijk een doel gemaakt. Ik denk ook niet dat we te lang moeten blijven stilstaan bij degenen die niet rijden, maar het moeten hebben over de renners die er wel zijn.” Meer daarover kun je lezen in onze uitgebreide voorbeschouwing, met daarin het parcours en alle kanshebbers op eremetaal.
Komen we terug bij het begin. De reden is simpel: “De beslissing om de NK-WK-regel dit jaar te verzachten, is in de context van het speciale geval Mathieu van der Poel”, stelt de bondscoach, die met MvdP mikt op WK-goud in Yorkshire. “Hij focust zich nu op het mountainbiken en in dat programma paste het NK op de weg niet. Voor andere renners is het daardoor misschien nu makkelijk om zich af te melden, al denk ik ook dat een aantal keuzes al vóór mijn uitspraak zijn gemaakt. Maar als je mij een beetje kent, weet je hoe ik over het NK denk. Er is bijna niets mooiers dan een jaar lang in die rood-wit-blauwe trui rond te rijden. Dat gevoel is niet te beschrijven, zo bijzonder. Dus persoonlijk zou ik het NK nooit overslaan. Maar sportief snap ik wel dat anderen het wel doen.”
Toekomst van het NK
De laatste jaren was het NK-parcours niet heel selectief, waardoor de generatie Gesink-Kruijswijk-Mollema en Dumoulin-Kelderman nog geen rood-wit-blauw konden veroveren. “Dat klopt. Maar ik denk ook dat het goed is”, vindt Moerenhout. “Nederland bestaat niet alleen uit Limburg, laten we dat ook vooropstellen. Met alle respect voor de kampioenschappen die nu zijn geweest: het waren vlakkere NK’s. Zéker niet altijd onaantrekkelijk. Maar ook een deel van onze toppers excelleert in het klimwerk, die op vlakke omlopen wat minder uit de voeten kunnen. Op papier zouden zij meer tot hun recht komen op een Limburgs parcours. Ik denk dat het goed is om zo veel mogelijk verschillende parcoursen neer te leggen. En daar hoort een NK met het nodige klimwerk ook bij.”
De bondscoach – zelf kampioen van Nederland in 2007 en 2009 – heeft daarin geen stem, maar hij mag wel zijn voorkeur voor een regio laten weten. Onlangs kwamen al initiatieven voorbij voor een NK over de VAM-berg (meteen voor vijf jaar) of zelfs een uitstapje naar Tirol. “Daarover heb ik nog niets officieels gehoord, dus hypothetisch reageren heeft niet veel zin. Hoe belangrijk ik het vind dat we snel weer naar Limburg gaan? Dat ís belangrijk. Absoluut. Het is daar nu een hele tijd niet geweest (Kerkrade was in 2013 de laatste keer, red.). In een ideale wereld zou iedereen de kans moeten hebben om zich een keer in zijn of haar carrière te kronen tot Nederlands kampioen, als je puur en alleen naar een routeprofiel kijkt. In dat opzicht zou het mooi zijn als het NK weer een keer in Limburg is.”

Moerenhout in het rood-wit-blauw tijdens de Ronde van Valencia 2008 – foto: Cor Vos
Ik snap jouw punt volkomen maar ik vind dat dat los moet staan van WK selectie. Voor het WK moet je aantreden met het best mogelijke team ongeacht wie in welke andere wedstrijd wel of niet gestart is.
Ook een mooie kans voor renners om hun seizoen nog in 1 keer goed te maken.
♪ Wiil-hèl-mus váhán náhá Sau-wuh ... ♪
Vallen kun je toch overal? Deze wedstrijd is vrij overzichtelijk.
Of na de Tour, of in sept kort voor het WK bijv. Dan zijn de hoogtestages ook klaar en staat er toch minder op het spel.
Geen NK, dan geen WK. Prima regel.
Conclusie: bende gepamperde aanstellers die allemaal thuis zouden moeten blijven bij het WK