Arnaud De Lie over vriendschap met Mathieu van der Poel: “Hij bewijst dat met plezier de resultaten komen”
Arnaud De Lie en Mathieu van der Poel, het blijken goede vrienden te zijn. In een gesprek met Het Nieuwsblad vertelt de Belgische snelle man over de vriendschap met de wereldkampioen, maar ook over zijn niet-selectie voor het EK. “Daar ben ik helemaal niet ontgoocheld over.”
De Lie en Van der Poel zijn al een aantal keer samen in beeld gekomen in het peloton. De fans konden dan zien hoe de twee een praatje met elkaar sloegen, vaak met een grote glimlach. “Ja, Mathieu plaagt me graag een beetje”, aldus een lachende De Lie. “Ik vind hem echt een goeie gast. Iemand die bewijst: plezier maken staat voorop en met het plezier komen de resultaten. Dat is ook mijn ingesteldheid.”
“Ik weet nog dat ik hem in mijn eerste jaren als prof niet echt durfde aan te spreken, ik had toen nog ‘de ballen’ niet om op de grote renners af te stappen. Maar in de voorbije Tour hebben we vaak naast elkaar gefietst. In de ontsnapping, in de gruppetto of gewoon in de koers. In de Tour is er tijd om echt te praten.”
De Lie is dus bevriend met Van der Poel, maar ook met de broer van de wereldkampioen heeft hij een band. “Laat ons zeggen dat David werkt voor mijn agent. Al kan je op een bepaalde manier ook zeggen dat hij zelf mijn agent is. David kende ik al toen hij nog renner was. Een toffe gast, met wie je over alles kan praten. En over niks. Acht maanden geleden zijn we professioneel gaan samenwerken. Het gaat heel goed, ik kan er geen verkeerd woord over zeggen.”
EK: “Ik weet dat ik niet de beste Belgische sprinter ben”
Tot slot had de renner van Lotto Dstny het nog even over zijn niet-selectie voor het EK in België. “Ik ben daar helemaal niet ontgoocheld over. Eén: ik ga straks naar de Canadese koersen. Québec is de wedstrijd op de kalender die me misschien het best ligt van allemaal. We gaan met een sterke ploeg naar een ander continent waar je een heel andere sfeer hebt dan in de Europese koersen. Dat spreekt me meer aan dan het EK.”
“Als renner moet je ook weten wat je waard bent. Ik weet dat ik niet de beste Belgische sprinter ben. Op het parcours in Limburg zijn Tim Merlier en Jasper Philipsen sneller dan ik. Dus zou ik als helper gaan en dat is een rol die ik niet gewoon ben. Renners als Bert Van Lerberghe en Jonas Rickaert kunnen dat beter dan ik”, sloot De Lie af.
Bij De Lie heb ik een beetje hetzelfde gevoel als bij Pidcock, fantastische coureurs die op hun beste dagen schitterende dingen laten zien. Maar die eigenlijk niet substantieel verbeterd of constanter in hun topprestaties zijn dan pakweg 2 seizoenen geleden. En bij beiden heb je ook het gevoel dat zijzelf niet weten wat voor een type renner ze nu eigenlijk (willen) zijn.
Voor de dynamiek van de koers vind ik het nog wel is geinig om te lezen dat Van der Poel en Evenepoel samen gaan trainen. Philipsen en Pogacar goed overeenkomen. Van Aert dan weer goed overeenkomt met een Campenaerts. Kan me niet voorstellen dat dat niet meespeelt (een fractie van een seconde) in koers. Zeker op kampioenschappen.
Hij is ook gewoon veel hoger aangeschreven wedstrijden gaan rijden. De stap van .1 en .Pro koersen naar WT is gewoon groot. Je gaat automatisch minder winnen natuurlijk, zeker als je ook nog eens minder op je sprint traint.
Ronde van Vlaanderen, LBL alsook op de WK's, vaak elkaars grootste concurrent waren.......
alsnog bewijzen dat een vriendschap op en naast de fiets perfect mogelijk is.