Is Gerben Thijssen volgend jaar ploeggenoot van Mathieu van der Poel en Jasper Philipsen bij Alpecin-Deceuninck? Zover is het nog niet, maar volgens Het Laatste Nieuws heeft de Belgische formatie interesse om de sprinter over te nemen van Intermarché-Wanty.

De 27-jarige Thijssen heeft nog een doorlopend contract bij zijn huidige werkgever tot eind 2027, maar bij de Belgische ploeg staat er het nodige te gebeuren. Alles wijst erop dat Intermarché-Wanty na het wielerseizoen zal fuseren met de Lotto-ploeg en dit geeft Thijssen wellicht de ruimte om verder te kijken en te verkassen naar een andere ploeg.

Het Laatste Nieuws meldt dat Thijssen “verregaande interesse” geniet van andere teams en “hoopt/kan nog vertrekken, mocht de fusieploeg er komen.” De rappe man zou dus op de radar staan van Alpecin-Deceuninck, al is er nog een andere ploeg in de running voor zijn handtekening.

foto: Fotopersburo Cor Vos

Thijssen maakte in 2019 zijn profdebuut in het tenue van Lotto en koerst sinds 2022 in de kleuren van Intermarché-Wanty. De afgelopen jaren wist de Genkenaar zich te ontpoppen tot een van de snelste Belgische sprinters van zijn generatie.

Hij boekte sinds zijn debuut voor Intermarché-Wanty negen profoverwinningen: zo was hij onder meer succesvol in de Volta ao Algarve, Ronde van Polen, Bredene Koksijde Classic, Ronde van Limburg en de Trofeo Palma. Dit jaar bleven de topresultaten – mede door pech en fysieke malheur – uit.

• 

  8 mei

  Lees ook Gerben Thijssen voor Girostart: "Conclusie van het voorjaar is dat er veel meer in zat"

  8 mei

Nieuwe gezichten
Met Aaron Dockx, Senna Remijn en Lennert Belmans worden er sowieso drie renners van de opleidingsformatie van Alpecin-Deceuninck overgeheveld naar de hoofdmacht. Daarnaast konden we in juli al melden dat de Italiaanse puncheur Francesco Busatto op weg is naar de formatie van de gebroeders Roodhooft.

Daar staat wel het vertrek van heel wat ervaren renners tegenover, met onder meer Gianni Vermeersch, Quinten Hermans, Timo Kielich, Xandro Meurisse, Robbe Ghys en Fabio Van den Bossche.