Albert: “Tweede plaats consolideren”
Niels Albert heeft de afgelopen week in Spanje een paar dagen rust genomen. De wereldkampioen veldrijden sukkelt nog steeds met zijn ribblessure, die hem vorig week zijn leidersplaats in de Wereldbeker kostte in Roubaix. Hij beseft dat het zo goed als onmogelijk is om het eindklassement toch nog te behalen, maar zegt in een interview met Het Nieuwsblad de hoop nog niet opgegeven te hebben voor het Wereldkampioenschap.
“In Spanje was de teleurstelling van de WB-manche in Roubaix snel vergeten door de zon en de leute met de ploegmakkers. Maar met mijn blessure gaat het nog niet beter. Ik kan fietsen en ik kan trainen, maar het gaat gepaard met veel pijn,” zegt Albert.
“Als ik een bruuske beweging maak in een bocht, dan voel ik meteen dat er iets niet in orde is. Als ik in een put rij, dan spring ik een meter omhoog. Heel vervelend, ik geraak maar niet van die blessure af. Maar rusten is geen optie voor mij. We testen dit weekend vanalles uit tegen de pijn, zelfs een soort pleister die verdovend werkt”, klinkt het.
“Maar ik moet realistisch zijn voor de Wereldbeker. In deze toestand kan ik een goeie Stybar het leven niet zuur maken. In Hoogerheide wil ik mijn tweede plaats redden. Die is toch nog goed voor een pak geld [20.000 euro]”, zegt de wereldkampioen.
“Het WK in Tabor geef ik wel niet zomaar op. Dat blijft een WK. Ik had daar wel liever Dieter Vanthourenhout aan mijn zijde gehad, maar ik heb niets tegen Vervecken, integendeel. Vorig jaar was hij mijn kamergenoot op het WK en heeft hij me heel veel geholpen. Hij hield me kalm, leidde me af van de koers in de dagen voordien. Als ik mag kiezen, heb ik hem dit jaar graag weer als kamergenoot”, luidt het.