Afnemend enthousiasme voor Tour Down Under: “Wie kan zich dat nog permitteren?”
De Tour Down Under is steevast de eerste grote afspraak van het wielerseizoen, maar wie naar de deelnemerslijst kijkt van de editie van dit jaar, ziet maar weinig echte toppers. Patrick Lefevere en Thomas De Gendt zien een negatieve trend. “Velen willen gewoon niet gaan”, citeert Het Nieuwsblad.
In een nog niet zo ver verleden kon de Tour Down Under rekenen op de komst van de grote namen. Peter Sagan, Alejandro Valverde, André Greipel, Julian Alaphilippe en zelfs Lance Armstrong: ze namen allemaal deel aan de Australische wielerkoers. Maar wie nu kijkt naar het startveld van de eerste WorldTour-wedstrijd van het seizoen, ziet dat er slechts vier renners uit de top-50 van de UCI WorldTour-ranking de moeite hebben genomen om af te zakken.
Aanslag op je lichaam
Wil dit iets zeggen over de (tanende) populariteit van de Tour Down Under? “Ik vrees het wel”, reageert Patrick Lefevere – tot voor kort nog de CEO van Soudal Quick-Step, bij Het Nieuwsblad. “Ooit reden renners er graag, vandaag krijg je ze er steeds minder makkelijk voor gemotiveerd. Met aansluitend de Cadel Evans Great Ocean Race ben je als renner al snel een maand weg. Terwijl renners steeds minder graag lang van huis zijn. Velen willen gewoon niet gaan.”

Voor Sam Welsford is de Tour Down Under – als Australiër – zeer belangrijk – foto: Cor Vos
Thomas De Gendt, die met negen deelnames als geen ander kan oordelen over de Tour Down Under, vult zijn oudere landgenoot aan. “De voorbereiding op de klassiekers en zelfs de Giro wordt steeds minutieuzer uitgetekend. Daarin past zo’n reis naar Australië niet meer. Niet onbegrijpelijk. Je moet twee keer een tijdverschil van negen uur en meer overbruggen. Dat is op zich al een aanslag op je lichaam. Met de recuperatie erbij kom je snel aan zeven tot acht dagen waarop je niet kan doortrainen. Wie kan zich dat nog permitteren?”
Andere aanpak
“Renners zijn steeds spaarzamer met hun koersdagen. Vaak zie je renners voor wie de Omloop het Nieuwsblad pas hun eerste wedstrijd van het seizoen is. Als je dan moet beknibbelen op wedstrijddagen, worden die vroege races op het seizoen vaak het eerst geschrapt. En voor wie toch graag koerst, zijn er – weliswaar in februari – voldoende alternatieven: Oman, UAE. Daar ben je ook zeker van goed weer en is het tijdverschil veel minder groot.”
Daarnaast is de kans op sportief succes niet al te groot, is De Gendt van mening. “Als Europeaan is het heel moeilijk om er een rit te winnen. Zelf kom je uit de winter en daar stoot je op Australiërs die net hun nationaal kampioenschap achter de rug hebben en voluit naar de Tour Down Under hebben toegewerkt. […] Dat is weinig bemoedigend. Dan zijn er al eens renners die tweemaal nadenken vooraleer het vliegtuig in te stappen.”
Anders blijf je het spurt-spurt-spurt-poef-spurt-spurt-poef rondje waar men chagerijnig is dat de beste spurters en poefers niet komen.
En sowieso als je ziet dat zo’n Welsford nu al 2 WT overwinningen meepakt snap ik niet dat er niet meer mannen komen. Hoeveel renners kunnen nou eind v/h jaar zeggen dat ze 2 WT ritten winnen. Of top 10 rijden in een WT koers. Ik snap dat dat geen argument is voor WvA of Remco maar de ploegen in het “rechterrijtje” moeten daar toch serieus over nadenken. Argument van de Gendt lijkt me lulkoek, het is toch niet dat de Aussies domineren hier?