Rhino, Grifo en Pipistrello: dit moet je voor het WK weten over banden in de cross
Materiaalzone Wie regelmatig naar de cross kijkt, zal ook vaak horen over de ‘Grifo ‘of ‘Rhino’. Met die twee bandensoorten rijdt het absolute merendeel van de crossers het absolute merendeel van de crossen. Maar, wat zijn de verschillen en wanneer worden beide banden gebruikt? WielerFlits legt uit.
De gouden standaard wat betreft banden in de cross, zijn A Dugast en Challenge. Het Nederlandse merk A Dugast werd afgelopen jaar overgenomen door Vittoria, maar nog altijd behoren deze banden tot de meest begeerlijke in het veld. Ook banden van Challenge, een Italiaanse producent die al hun banden met de hand vervaardigd, zijn veel gezien.Alhoewel ze niet dezelfde namen hanteren voor hun rubber, zijn er twee typen banden waarop de meeste crossen worden gereden: de Grifo en de Rhino. De Grifo is een band met een relatief licht profiel voor relatief droge crossen, waar de Rhino met een grover profiel is ontwikkeld voor moddercrossen. Tevens is er nog de Pipistrello, al zal je die niet vaak zien. Naast die drie typen banden zijn er nog verschillende banden, maar in de regel worden bijna alle crossen op die drie banden afgewerkt. We zetten de verschillen uiteen.
Er wordt meestal gesproken over de Grifo en Rhino, maar merken gebruiken stuk voor stuk hun eigen naam voor de verschillende banden. De Grifo is de ‘lichte’ band van Challenge, die bij A Dugast Typhoon heet. De Rhino is de ‘zware’ band van A Dugast, die bij Challenge dan weer (Baby) Limus heet.
A Dugast | Challenge | |
Licht profiel | Typhoon | Grifo |
Grof profiel | Rhino | (Baby) Limus |
Semi slick | Pipistrello | Dune/Koksijde |
Licht of grof profiel
De Grifo is dus een band met een licht profiel. Dat komt vooral doordat de noppen op het loopvlak relatief laag zijn. In droge omstandigheden bieden die genoeg grip en is het – naar cross-standaarden – een snelle band. Ideaal voor parcoursen waar de ondergrond niet al te los of nat is.
De Rhino is – kort door de bocht – een modderband, doordat deze grovere noppen heeft. Dat zorgt ervoor dat je meer grip hebt, wat vooral in natte omstandigheden handig is. Tegelijkertijd zorgt het ook voor meer rolweerstand. Simpel gezegd: op een snelle ondergrond moet je harder trappen dan met een Grifo om dezelfde snelheid te halen.

foto: Cor Vos
Tot slot is er nog de Pipistrello (of de Dune en Chicane bij Challenge), die speciaal voor zandcrossen is. Dat is een ‘semi-slick’ band met enig profiel op het loopvlak, maar geen groot noppenprofiel zoals de Grifo of de Rhino. Dat maakt dat het een snelle band is, maar ook een met relatief weinig grip. Doordat hij weinig profiel heeft, is hij ideaal voor zandparcoursen. De band graaf zich namelijk niet in, maar rolt relatief snel door de losse ondergrond. Dat vereist wel een degelijke techniek, want sturen komt – vanwege de relatief lage grip – met de Pipistrello erg nauw.
Per cross moet dus de afweging gemaakt worden wat de aard van het parcours is en hoeveel grip daarvoor nodig is. Daarin spelen ook de weersomstandigheden een rol. Door de aanwezigheid van de materiaalzone, is er altijd gedurende de koers de mogelijkheid te switchen van band, bijvoorbeeld als de weersomstandigheden veranderen of een eerdere bandenkeuze toch niet de juiste blijkt te zijn. Zo kan een coureur dus altijd met de juiste band koersen.
Het parcours van het WK in Liévin ligt er op dit moment al modderig bij, terwijl er voor de wedstrijd nog meer regen verwacht wordt. Dat lijkt dus bij uitstek een cross voor de Rhino, met zijn grove profiel. Maar, misschien dat we nog wat verrassingen zien. Volgens Sporza zouden er veel stenen naar boven komen door de natte, modderige ondergrond. Wellicht reden voor coureurs om te kiezen voor een specifieke band met betere lekbescherming, iets wat Wout van Aert op het WK van 2017 in Bieles naar de wereldtitel hielp.
In de tekst worden de Pipistrello en Pipisquallo door elkaar gehaald trouwens: de Pipisquallo heeft kleine nopjes op de schouders, die Pipistrello is een volledig gladde crossband en zie je eigenlijk nooit meer.
Tubeless banden zijn in de cross voorlopig nog zeldzaam.
Geen onbelangrijk detail in het verhaal…
Met tubeless zou je nl niet de absurd lage bandenspanning (soms maar 1,5 bar) kunnen gebruiken…
Richard Groenendaal nog gesproken daarover, hij verwacht dat er over een aantal jaar niemand nog met tubes rijdt. SImpelweg omdat je met 1.0 bar dan ook tubeless kunt rijden en lek rijden wordt zeldzamer met tubeless. Dat voordeel is niet te onderschatten.
Zelf rijd ik meestal met de Limus. Met een matige techniek (vergeleken met profs sowieso) is het in Nederland al snel te glad om echt lekker met Grifo's te rijden. Pas geleden een keer per ongeluk de Grifo op de fiets laten zitten en ik had dat toch al vrij snel door.
De baby limus is een beetje de keuze tussen Limus en Grifo in. Zelf nooit mee gereden.