Fietstoerisme Denk je aan Nederland, dan denk je al snel aan fietsen. Wie op pad gaat met de racefiets, doet dat niet zonder helm. Maar in het dagelijks verkeer blijkt het een minder goede combinatie. Barry Madlener, de minister van Infrastructuur en Waterstaat, wil dit veranderen.

Elk jaar belanden er immers veel mensen op de spoedeisende hulp na een fietsongeluk. Vorig jaar waren dat 74.300 fietsers: liefst 48.900 mensen kampten met ernstig letsel. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van VeiligheidNL. En de groep met ernstig letsel wordt alsmaar groter.

Van alle fietsslachtoffers in 2024 had ongeveer de helft (49%) een botbreuk. Maar een fietsongeluk kan ook leiden tot nog grotere schade: licht hersenletsel (13%) of ernstige schade aan de hersenen of de schedel (4%).

Dit is voor de overheid reden om een campagne op te zetten: met de landelijke “Zet ‘m Op”-campagne hoopt men dat meer Nederlanders vrijwillig kiezen voor een fietshelm. “Dit soort veranderingen kunnen slagen”, geeft gedragswetenschapper Inge Merkelbach van de Erasmus Universiteit aan in gesprek met de NOS. “Maar het zal een traject van de lange adem worden.”

Focus op ‘kwetsbare’ groepen
Om het aantal fietsslachtoffers te verminderen, wil minister Madlener dat een kwart van de Nederlanders over tien jaar een helm draagt. Dat is nu nog maar vier procent. Om dit aan te moedigen, zijn de komende periode in het hele land acties, waarbij het mogelijk is om een helm uit te proberen. Door kortingsacties en verbetering van het design hoopt men de drempel om over te stappen naar een helm weg te halen.

De campagne richt zich in eerste instantie vooral op de meest kwetsbare groepen: ouders van jonge kinderen, forenzen en ouderen. Zij belanden immers regelmatig in het ziekenhuis na een fietsongeluk.