Giro d'Italia
Verrès - Sestriere
Uitslag
Informatie
De term koninginnenrit geldt meestal voor de zwaarste etappe in een ronde. Maar in de Giro d’Italia 2025 is dat toch echt het predikaat van de voorlaatste rit. Weliswaar minder zwaar dan de voorgaande negentiende etappe, maar mythisch dankzij twee bekende beklimmingen uit het verleden. Het kleine dorpje Verrès in de Aosta-vallei dient als startplaats voor deze rit. De trekpleister van Verrès is het middeleeuwse kasteel wat er is terug te vinden. Ondanks de relatief bescheiden bekendheid, genieten de plaatselijke polenta, soepen, pompoenen en kaas wel enige aanzien. Daarnaast is de bergachtige omgeving van Verrès ook verschillende wijngaarden rijk.
Finishplaats Sestrière behoeft dan weer weinig uitleg. Gek eigenlijk, want er wonen met 850 inwoners meer dan de helft minder mensen dan in Verrès. Het dorp is ook nog geen honderd jaar oud. In 1930 liet Giovanni Agnelli - een van de grondleggers van automerk Fiat - twee hotels bouwen in de vorm van torens. Tegelijkertijd werden er ook skiliften gebouwd en groeide Sestrière uit tot een wintersportoord op de grens van Italië met Frankrijk. In 1997 vonden er dan ook de wereldkampioenschappen alpineskiën plaats en in 2006 waren veel van alle ski-medailles op de Olympische Winterspelen van het nabij gelegen Turijn (honderd kilometer verderop) hier te winnen.
Ook in het wielrennen heeft Sestrière - vernoemd naar de gelijknamige berg Colle de Sestrière - een rijke geschiedenis. Al in 1952 finishte er een bergetappe in de Tour de France, gewonnen door de Italiaanse wielergod Fausto Coppi. Het duurde daarna veertig jaar voordat de Tour er nog eens kwam en weer won er met Claudio Chiappucci een Italiaan. Daarna waren er nog finishes in 1996 en 1999, waar respectievelijk Bjarne Riis en Lance Armstrong de Tour van dat jaar beslisten. In de Giro was er al acht keer een finish in Sestrière, maar wel pas sinds 1991. De laatste keer was in 2020, toen Wilco Kelderman op de voorlaatste dag er zijn roze trui verloor aan Jai Hindley.
Route
Zo’n scenario is ook dit jaar heel goed mogelijk. De rit kent namelijk vier beklimmingen, waarvan de laatste drie in de tweede helft van de etappe liggen. De Corio (6,5 kilometer aan 3,7%) en Colle del Lys (13,7 kilometer aan 4,2%) zijn maar kinderspel in vergelijking met de laatste twee bergen van de dag. Vooral die voorlaatste klim boezemt angst in. De laatste acht kilometer van de Colle delle Finestre (18,4 kilometer aan 9,2%!) zijn namelijk onverhard én loeistijl. Op het oog is het een adembenemende klim met schitterende vergezichten, maar daar zullen de renners lak aan hebben. Zij voelen de Finestre namelijk in hun benen, die het zullen uitschreeuwen van helse pijn.
Vele forten en verdedigingswerken kenmerken de Finestre, waarvan de noordelijke zijde dus eindigt met de onverharde steenslagweg. Pas vier keer eerder zat de klim in de Giro. Bij de eerste uitgave kregen we een machtig duel tussen rozetruidrager Paolo Savoldelli, ritwinnaar Danilo Di Luca en de gevleugelde Venezolaanse klimmer José Rujano. En bij de laatste keer in 2018 was dit de klim waar de al verslagen geachte Chris Froome wegreed en na een solo van tachtig kilometer tóch in het roze aan de slotrit begon. Vorig jaar zat de Finestre nog in de Tour de l’Avenir voor mannen en vrouwen (gewonnen door Pablo Torres en Marion Bunel). In deze Giro is het de Cima Coppi, de hoogste bergtop. Daarna volgt nog een afdaling van twaalf kilometer en de slotklim van zestien kilometer (3,8% gemiddelde stijging) naar Sestrière. Daar weten we wie de Giro 2025 wint.
Profiel
Route