Wout Poels was gisteren in de rit naar Alpe d’Huez één van de renners die in een ontsnapping zijn geluk beproefde. Net als op de Mont Ventoux ging de renner van Vacansoleil-DCM in de aanval, maar wederom bleef succes uit.

“Ik had goede benen, eigenlijk al de hele week, en ik vond het een mooie dag,” kijkt hij terug op de site van zijn ploeg. De Limburger moest genoegen nemen met een 22e plaats. “Dat is waar ik een beetje van baal: ik laat me wel steeds zien, maar ik had graag iets vaker in de top tien willen finishen.”

foto: Sirotti

Aanvallers krijgen deze Tour weinig ruimte. “De rit naar de Ventoux kende een abnormaal verloop, want vaak rijdt zo’n groep waarin ik zat naar de finish”, oordeelt Poels. “Vandaag zat ik in een groepje dat ook ongevaarlijk was voor het klassement, maar toch bleven ze in het peloton maar rijden. Als we met voorsprong aan de laatste beklimming van l’Alpe d’Huez hadden kunnen beginnen, dan konden we misschien wegblijven”, denkt hij.

Poels voelt zich met het einde in zich nog goed. “Dat biedt mogelijkheden voor de toekomst, als ik echt voor het klassement wil gaan”, kondigt hij aan.