Julian Dubbeld

• maandag 16 december 2024 om 16:16

Elke zomer valt op dat een groot deel van de Nederlandse continentale teams naar Polen trekt om daar een aantal meerdaagse wedstrijden te rijden. In de Course de Solidarnosc et des Champions Olympiques stonden er dit jaar met Metec-Solarwatt, Diftar, VolkerWessels, OWC Oldenzaal & RTV De Zwaluven, De Volharding en WPGA zelfs zes Nederlandse teams aan de start. Waarom is Polen zo’n geliefd koersland?

Van de traditionele wielerlanden België, Frankrijk, Spanje, Italië, Zwitserland en Nederland is Nederland het enige land dat jaarlijks wielerploegen heeft die de tocht naar het oosten van Europa maken.

In koersen als de Tour de Kurpie, Course de Solidarnosc et des Champions Olympiques, Dookolo Mazowsza en Puchar MON is het goed om belangrijke UCI-punten pakken voor de Nederlandse continentale wielerteams. Zo behaalde Diftar bijna de helft van zijn UCI-punten in 2024 in Polen. Om binnen te komen in andere (grotere) koersen is het noodzakelijk om die UCI-punten te hebben, maar dat kan niet de enige reden zijn.

“Het zijn mooie koersen om te rijden en het niveau is gewoon goed”, vertelt Diftar-ploegleider Marc Zonnebelt aan WielerFlits. “Daarnaast vinden de meeste wedstrijden in Polen in de zomer plaats en dan zijn er niet zo veel andere UCI-koersen waar we kunnen starten.”

foto: Cor Vos

Andere continentale ploegen als BEAT, Parkhotel Valkenburg en de twee WT-opleidingsploegen vullen de zomerperiode op met een lange pauze (dsm firmenich-PostNL en Visma | Lease a Bike) of met koersen als de Baloise Belgium Tour, Tour of Austria (BEAT), Sibiu Tour en de Tour of Qinghai Lake (Parkhotel Valkenburg). Maar binnenkomen bij die wedstrijden is zo makkelijk nog niet voor een Nederlandse continentale ploeg.

“Die koersen krijgen aanvragen van continental-teams uit heel Europa”, gaat Zonnebelt verder. “Er gaat een hoop tijd in zitten om voor dat soort koersen een wildcard te krijgen. Wij kiezen er dan voor om naar Polen te gaan. Ook financieel gezien is dat een stuk aantrekkelijker, omdat het land veel goedkoper is en je er met de bus naartoe kunt. Voor ons heeft het geen zin om zware klimwedstrijden verder weg te rijden, als we een ploeg met voornamelijk hardrijders hebben.”