Een van de grote wedstrijden die nog niet op het palmares staat van Tadej Pogacar, is de Vuelta a España. In 2019 maakte de Sloveen als eerstejaars profrenner wel zijn grote ronde-debuut in Spanje, waarin hij meteen derde werd en drie bergritten won. Nadien won hij wel eenmaal de Giro d’Italia en vier keer de Tour de France. De Vuelta hoopt in 2026 eindelijk op een tweede deelname.

Later deze maand presenteert organisator Unipublic – dat onder de ASO valt, de organisator van de Tour – haar parcours voor 2026, terwijl de huidige wereldkampioen later deze week zijn plannen voor komend seizoen uit de doeken doet. Om Pogacar alvast te verleiden voor een deelname, maakte de Vuelta-organisatie eerder deze herfst bekend dat de komende editie van start zal gaan in Monaco.

Daarmee smeekt de Spaanse grote ronde om een start van Pogacar, die in het kleine landje woont. Een grotere geste kan de Vuelta niet aan het adres van Pogacar maken.

(Te) veel hordes
Toch gaat een deelname van de Sloveense kopman van UAE Emirates XRG een enorme uitdaging zijn. Normaliter gaat Pogacar zijn titel in de Tour verdedigen, omdat het verreweg de belangrijkste wedstrijd van het seizoen is. Nadien zal hij een rustperiode ingaan, om vervolgens op te bouwen naar het WK op de weg in Montréal (Canada) eind september. Daar is hij óók titelverdediger.

Aangezien de Vuelta start binnen vier weken na de slotrit van de Tour, lijkt een deelname vrijwel uitgesloten. Dat komt ook omdat de Vuetla-slotrit op precies veertien dagen van het WK ligt.

Net in dat slotweekend van de Vuelta vinden ook de GP de Québec én de GP de Montréal plaats. Die laatste koers won Pogacar al drie keer en op quasi hetzelfde parcours vindt het WK twee weken later ook plaats. Dat geldt dus als ideale generale repetitie.

Dat Pogacar een deelname aan de Vuelta wel ziet zitten, toont zijn recente opmerking dat hij graag zou zien dat de Vuelta en de Giro van plek zouden wisselen op de kalender. Dan is de combinatie voor de Sloveen wellicht makkelijker te maken, want hij won in 2024 immers nog zowel de Ronde van Italië als de Tour.

De Giro-organisatie heeft al laten weten in ieder geval geen brood in dat plan te zien. Bovendien betekent een deelname aan een grote ronde in mei dat Pogacar moet snijden in zijn klassieke voorjaarscampagne. Net daar heeft hij met Milaan-San Remo en Parijs-Roubaix ook twee hiaten op zijn palmares.

Onlangs vertelde hij dat hij in 2026 in ieder geval weer aan de start staat van die twee Monumenten, omdat hij ze graag wil winnen. Dat geldt ongetwijfeld ook ooit voor de Vuelta, maar dat lijkt toekomstmuziek. Aan Spaanse smeekbedes geeft Pogacar voorlopig geen gehoor.