Vuelta 2024: Primoz Roglic slaat toe in eerste bergrit, meerdere favorieten verliezen tijd
De eerste bergetappe van de Vuelta a España 2024 is gewonnen door Primoz Roglic. De Sloveen rekende na een spectaculaire finale af met Lennert Van Eetvelt, al was het op de streep nipt. De slotklim leerde ons verder veel over de verhoudingen tussen de klassementsrenners: zo verloren titelverdediger Sepp Kuss, Richard Carapaz en Adam Yates tijd.
Klimmers, opgelet! Vandaag koerste het peloton van de Vuelta a España 2024 voor het eerst op Spaanse ondergrond. In een bergetappe van 167 kilometer naar Pico Villuercas moesten de klassementsmannen al vroeg in de rittenkoers met de billen bloot, en dan met name in de laatste kilometers. Het venijn zat hem vandaag overduidelijk in de staart, met enkele bijzondere steile slotkilometers als nagerecht.
In de laatste 4 kilometer van de slotklim, de Pico Villuercas, is het stijgingspercentage bijna altijd 10% of meer en bovendien bestaat het wegdek hier dan uit grof beton. Precies, een geitenpad. De maximale stijgingspercentages zitten zelfs boven de 20% procent. In 2021 was er ook een Vuelta-finish op Pico Villuercas – met winst voor Romain Bardet – alleen was dat een beklimming van de andere kant en zaten daar geen stroken in van 13%, 14% en 16%.

Eduardo Sepúlveda ging in de aanval, maar zonder succes – foto: Cor Vos
Veel interesse in vroege vlucht
Kortom, de klimmers konden hun borst natmaken, maar ook in de eerste vijftig kilometer volgden er – met de Puerto de Cabezabellosa (9,7 km aan 5,2%) en de Alto de Piornal (14,1 km aan 5,5%) – al twee serieuze beklimmingen. Dit bleek Joshua Tarling, Mauro Schmid en Lorenzo Germani geen angst in te boezemen, want zij trokken al vroeg in de aanval. Deze vluchtpoging bleek echter geen lang leven beschoren en ook een aanvalsintermezzo van onder meer Bruno Armirail en Dylan Teuns had geen succes.
De aanvallers lieten het er echter niet bij zitten en dus trok Bruno Armirail nog maar eens ten strijde. De hardrijder van Decathlon AG2R kreeg dit keer het gezelschap van Sylvain Moniquet (Lotto Dstny), Filippo Zana (Jayco-AlUla), Pablo Castrillo (Kern Pharma) en Mikel Bizkarra (Euskaltel) en nu bleek de goede vlucht vertrokken. Het peloton spartelde nog even tegen, maar liet uiteindelijk toch begaan en zo liep de voorsprong op richting de drie minuten.

Wout van Aert in de rode trui, Mathias Vacek in het wit – foto: Cor Vos
Val van meerdere INEOS-renners
Op de top van de Puerto de Cabezabellosa – de eerste klim van de dag – pakte Moniquet de volle buit aan bergpunten. In de afdaling van deze klim werd het peloton opgeschrikt door een valpartij van twee renners van INEOS Grenadiers. Laurens De Plus en Óscar Rodríguez maakten op een onaangename manier kennis met het Spaanse asfalt, maar stapten al snel weer op hun fiets en keerden niet veel later weer terug in het peloton.
De vijf koplopers waren inmiddels begonnen aan de flanken van de volgende klim op het parcours, de Alto de Piornal, waar Remco Evenepoel en Enric Mas in 2022 nog een duel uitvochten op het scherpst van de snede. Dit keer bleef het koersspektakel uit. Moniquet won andermaal de sprint voor de bergpunten en nam daarmee de leiding in dit nevenklassement over van Luis Angel Maté. De voorsprong van de kopgroep was inmiddels gegroeid tot boven de drie minuten, waardoor Armirail zich virtueel leider mocht noemen.

De kopgroep van de dag, met de nieuwe bergkoning Sylvain Moniquet – foto: Cor Vos
Maar Armirail en co kregen zeker geen vrijgeleide, aangezien Red Bull-BORA-hansgrohe zijn zinnen had gezet op de etappe. De Duitse formatie had met Primoz Roglic misschien wel de topfavoriet in de gelederen en ging zijn verantwoordelijkheid dan ook niet uit de weg. De voorsprong van de kopgroep slonk zo zienderogen en dit was tegen de zin van Armirail. De Fransman besloot na de Puerto de Miravete – waar hij als eerste bovenkwam – dan ook eens flink door te trekken.
Armirail trekt door, Castrillo kan mee
Dit bleek de sportieve doodsteek voor Moniquet, Bizkarra en Zana, maar de jonge Castrillo bleek wel in staat om in te pikken en zo bestond de kopgroep nog maar uit twee renners. Armirail en Castrillo losten elkaar goed af in de kilometers in aanloop naar de slotklim, de Pico Villuercas, en zo liep het verschil toch weer wat op. Aan de voet van de bijna veertien kilometer lange slotklim, bedroeg de voorsprong echter nog maar anderhalve minuut.
Vlak voor deze slotklim werd er eerst nog gebikkeld om de punten voor het sprintklassement en zagen we een nieuwe clash tussen Van Aert en Kaden Groves. Dit keer trok de Australiër aan het langste eind en zo liep Groves toch weer wat punten in op zijn Belgische opponent. Dit was ook meteen zijn laatste wapenfeit, want op de eerste klimmende stroken moest Groves lossen uit het peloton. Ook Van Aert besloot al vroeg in de spaarstand te gaan met het oog op de sprintrit van morgen en de komende dagen.

Bruno Armirail was de motor in de ontsnapping – foto: Cor Vos
Favorieten maken zich klaar
Na een eerste schifting in het peloton – de mindere klimmers gingen massaal overboord – was het wachten op het echte spektakel tussen de mannen voor het klassement. De nervositeit in de groep nam wel zienderogen toe, in de wetenschap dat er in de laatste vijf kilometer nog percentages tot wel 20% volgden. Armirail en Castrillo begonnen nog wel als eerste aan deze duivelste stroken, maar werden vrijwel meteen in de kraag gevat. Het laatste woord was aan de klimmers.
Het was Pavel Sivakov die als eerste de knuppel in het hoenderhok gooide, maar Roglic en Enric Mas waren bij de pinken. De Sloveen, die voor de start nog twijfelde over zijn Vuelta-kansen, voelde zich duidelijk in zijn sas en voerde dan ook het commando in de inmiddels flink uitgedunde groep der favorieten. Het tempo van Roglic was strak, maar blijkbaar niet strak genoeg voor Felix Gall. De Oostenrijkse klimmer van Decathlon AG2R schudde aan de boom en sloeg een mooie kloof.
Kaf van het koren, klassementsrenners met de billen bloot
Drie renners bleken nog in staat om het gat naar Gall te overbruggen: Roglic, Mas en de bijzonder sterke Lennert Van Eetvelt. Gall moest niet veel later zijn inspanning bekopen en verloor zo terrein. Voor toppers als titelverdediger Sepp Kuss, Thymen Arensman, Adam Yates, Richard Carapaz en Mikel Landa zag het een nog minder rooskleurig uit: zij moesten duidelijk kleur bekennen en zouden veel tijd verliezen.
Koplopers Roglic, Mas en Van Eetvelt bleken aan elkaar gewaagd en dus werd er steeds meer naar elkaar gekeken. Dit gaf Joao Almeida, de sterke Matthew Riccitello en Gall de gelegenheid om de scheve situatie recht te zetten en terug te keren. Zelfs Mikel Landa wist in de mindere steile slotkilometers terug te keren vanuit de achtergrond. Die laatste zag zijn kans schoon om op de verrassing te spelen en demarreerde in de laatste honderden meters.
Roglic met de dubbelslag
Van Eetvelt was echter attent, reed weer naar het achterwiel van Landa en begon als eerste de sprint. De Belg leek met een serieuze kick even op weg naar de zege, maar Roglic zat als een sluipmoordenaar in zijn wiel. De Sloveen bleek andermaal over de beste timing te beschikken en wist Van Eetvelt in de laatste meters nog te remonteren. De Sloveen slaat hiermee een dubbelslag, want hij neemt tevens de leiderstrui over van zijn oud-ploeggenoot Van Aert.
Hij gaat ook echt nog wel komen zodra de beklimmingen langer zijn en minder percentages hebben.
De slechtste keuze van het team(samen winnen) in al die jaren.
Maar goed, de vuelta duurt kang de klimmen van kuss en cian moeten nog komen. Eens kijken of ze daar het verschil kunnen maken.
Mooie weerspiegeling van het florerende Belgische wielrennen tegenover het morsdode Nederlandse wielrennen.
Magarin gebruikt weliswaar woorden in de hem kenmerkende overdrijvende stijl, je kunt hem toch geen ongelijk geven?
Ook: ik kan best leven met Roglic als winnaar: heeft alles uitgedund, gat gedicht op Gall en slim gesprint. Zo kan het ook, misschien kan je er iets uit leren?
Overigens: een geluk dat deze site over wielrennen gaat en niet over -ikzegmaarwat- hockey.
Die zogezegde gouden generatie stelt echt niet zoveel voor.
Die was slechter dan de Nederlandse generatie van Robben, Sneijder en van Persie.
Dat ze een tijdje een op de wereldranglijst hebben gestaan omdat die heel krom is zegt niet zoveel.
Elk groot toernooi vielen ze door de mand als ze normale tegenstanders kregen.
Wielrennen, hockey en de zevenkamp dat is zo'n beetje het enige waarin België goed is.
Nederland is over de breedte gewoon een veel beter sportland.
Daarnaast ook een veel beter land op veel gebieden dus ik snap wel dat sommige Belgen zich geroepen voelen om als er een keer succes is, dat ze het vieren.
Tiberi beperkt nog netjes, maar Martinez, O'Connor, Arensman, Uijtdebroeks en Rubio worden toch wel weggereden, wat de dominantie van Pogacar in de Giro misschien nog enigszins relativeert.
Yates is wat dat betreft wel een gigantische tegenvaller.
Te vroeg juichen, ongelooflijk dat dat nog gebeurt in een sprint met Roglic.
Dus (bijna) alles goed gedaan
Daarbij gun ik het hem wel, want ik heb Roglic in zijn carrière vaker gezien in deze rol dan als wieltjesplakker, initiatief nemend. Maar ik heb er nog altijd een hard hoofd in.