Voormalig bondscoach Egon van Kessel luidt noodklok over toekomst Nederlands wielrennen
Voormalig bondscoach Egon van Kessel luidt de noodklok over de toekomst van het Nederlandse wielrennen. Van Kessel was in het verleden bondscoach van de Nederlandse profs (2005-2008), maar heeft ook jarenlang voor de KNWU in de opleiding gewerkt. Op Facebook schrijft hij een betoog waarin hij aangeeft somber te zijn over de toekomst van de Nederlandse wielersport.
“We hebben het vorige week op de Olympische Spelen kunnen zien en eigenlijk zien we het ook over het hele seizoen; zonder Mathieu van der Poel stelt het Nederlandse mannenwielrennen niet echt meer veel voor”, zo schrijft Van Kessel.
“Na de afgelopen editie van de Giro d’Italia heb ik ook wat twijfels gekregen over Thymen Arensman. Gelukkig hebben we met het oog op de toekomst nog een veelbelovende jonge sprinter met Olav Kooij.”
Van Kessel geeft aan dat hij dagelijks de uitslagen van alle internationale wedstrijden, ook van de jongere categorieën, bestudeert. “Het valt mij op dat er weinig wordt gekoerst en dat onze twee grootste opleidingsteams (Team dsm-firmenich PostNL en Visma | Lease a Bike) voornamelijk deelnemen met buitenlanders als kopmannen. Dat belooft dus ook weinig goeds voor de toekomst van de Nederlandse talenten.”

foto: BEAT Cycling Club
“De jonge Nederlandse profs bij het WorldTeam van Visma | Lease a Bike zijn vooral op training en rijden daardoor ook maar weinig wedstrijden. Ik zou willen dat het anders was.”
Zaterdag keek Van Kessel naar de Classica San Sebastian. “Het was ver zoeken naar de eerste landgenoot in de uitslag”, geeft hij aan. Dat was overigens Wilco Kelderman op de 35ste plaats.
Van Kessel: “Als we ook nog eens stil staan bij het feit dat er veel wedstrijden op de Nederlandse kalender zijn weggevallen dan kan ik niet anders dan somber zijn over de toekomst van het wielrennen in ons land. Hopelijk heb ik ongelijk.”
Al heeft Van Kessel ook een positieve noot in zijn betoog: “Gelukkig kan ik mij als Oranje ‘supporter/volger” verheugen op de Tour de France Femmes die maandag van start gaat. Daar gaat Nederland zeker scoren.”
Dus opleidingsploegen, pro contintental teams, maar vooral denk ik wedstrijden organiseren. Wieler wedstrijden organiseren in Nederland is letterlijk nog nooit makkelijk geweest vanwege allerlei regelgeving e.d. en de onwil van het lokale leven om hier voor te wijken.
Er zijn niet genoeg wedstrijden, trainen is onveiliger dan vroeger, clubs vinden geen vrijwilligers, ... en ook niet onbelangrijk. Nederland heeft de allerbeste eendaagse renner van dit moment, maar die woont in België en toppers zien doet mensen naar een bepaalde sport gaan dus dat effect is misschien ook minder dan zou kunnen.
Hill climbs, 10k/10 mijl tijdritten, veldrijden, mountainbike parcours afzetten en daar een wedstrijd houden.
In andere landen komen ook uit deze activiteiten profrenners op.
Bij de vrouwen gaat het nog goed maar de concurrentie wordt steeds sterker. We moeten bij zowel vrouwen als mannen opletten dat we niet lossen.
Met alle respect voor Anna van der Breggen maar dit had niet meer op moeten stappen. Ze doet dit uit pure armoede voor haar ploeg