Voorbeschouwing: Ronde van Italië
De eerste grote ronde van het jaar staat op het punt om te beginnen. Aanstaande zaterdag gaat de Ronde van Italië van start met een ploegentijdrit over ruim 23 kilometer in Venetië. De Giro kent onder meer vijf echte aankomsten bergop en tijdrit over meer dan zestig kilometer. Het belooft dus een zware Ronde van Italië te worden met hopelijk een mooie winnaar.
Giro d’Italia 2008
Vorig jaar was het een merkwaardige Ronde van Italië, Astana mocht op het laatste moment toch meedoen en pakte uiteindelijk zelfs de eindwinst, maar dat ging niet zonder slag of stoot. Riccardo Riccò reed samen met Emanuele Sella een opvallende Giro, de twee pakten samen vijf etappeoverwinningen maar zijn naderhand wel op doping betrapt.
Sella maakte vooral indruk door twee bergetappes achter elkaar te winnen en vervolgens nog tweede te worden in de klim tijdrit naar Plan des Corones. Ricco pakte ook twee etappes en wist als een van de weinigen zeer dicht bij Alberto Contador te blijven. Voor de afsluitende tijdrit had Contador slechts vier seconden voorsprong op de Italiaan, maar Contador maakte het toch af in de tijdrit.
De sprintduels gingen tussen Daniele Bennati en Mark Cavendish, Bennati wist drie etappes te winnen en Cavendish twee. De mannen van Columbia imponeerden wel in de zeventiende etappe door één en twee te worden in de massasprint. André Greipel trok de sprint zo hard aan dat alleen Cavendish in zijn wiel kon blijven, de Brit kon toen met een gerust hart Greipel laten winnen.
Giro d’Italia 2009
Hieronder een overzicht van alle 21 etappes die de Giro d’Italia in 2009 kent.
Etappe 1: Venetië – Venetië 20,5 km
Net als vorig jaar start de Giro ook dit jaar met een ploegentijdrit. Werd er verleden jaar in en rond Palermo gereden, dit keer is de eer aan Venetië. De ploegentijdrit is 20,5 km lang en eigenlijk zo vlak als het maar kan zijn, op het profiel staat dat er maar een meter hoogteverschil is, dus de verschillen zullen niet extreem groot zijn.
Profiel
Etappe 2: Jesolo – Triëst 156 km
De eerste etappe in lijn gaat over 156 km van Jesolo naar Triëst en is er eentje voor de sprinters. Ten eerste omdat ze niet zoveel mogelijkheden hebben en ten tweede omdat hij kort en bijna helemaal vlak is.
Profiel
Etappe 3: Grado – Valdobbiadene 198 km
De renners rijden in de derde etappe over bijna 200 kilometer van Grado naar Valdobbiadene. Onderweg ligt één beklimming die meetelt voor de bergtrui en die heet de Combai. Het is een klimmetje van vijf kilometer met een stijgingspercentage van 4%, na die klim is het nog ruim 40 kilometer op en af tot de finish dus de kans is groot dat het een massasprint wordt in Valdobbiadene.
Profiel
Etappe 4: Padova – San Martino di Castrozza 162 km
Deze etappe wordt er al bergop gefinisht in de Giro d’Italia en dat is vroeg. De etappe gaat over 162 kilometer van Padova naar San Martino Di Castrozza en is vrij pittig. De eerste 112 kilometer zijn vlak en helemaal niet zwaar maar dan begint het. Eerst moet de Croce d’Aune beklommen worden (8.5 kilometer met een stijgingspercentage van 8.6%) daarna volgt een afdaling een stuk vals plat omhoog en de slotklim. De slotklim is met zijn 13,75 km langer dan de eerste klim maar ook een stuk minder steil met een stijgingspercentage van rond de 6%.
Profiel
Etappe 5: San Martino di Castrozza – Alpe di Siusi 125 km
Ook deze etappe is redelijk pittig en de renners zullen weer veel moeten klimmen. Vanuit de start in San Martino Di Castrozza (1498 meter hoogte) moeten de renners al gelijk klimmen tot bijna 2000 meter hoogte. Als de renners boven zijn volgt een afdaling van 20 kilometer, een stuk vlak van ook twintig kilometer en weer een afdaling van 15 kilometer. Het peloton krijgt dan tot de voet van de Alpe di Siusi, op 25 kilometer van de streep, nog een kort klimmetje te verwerken voordat het echte werk begint. De Alpe di Siusi is een klim die je in drie delen kan verdelen, eerst een goede zeven kilometer klimmen met een stijgingspercentage van 7,2%, dan een stuk vals plat omhoog van 8 kilometer en een laatste stuk klimmen van tien kilometer met een stijgingspercentage van 8%.
Profiel
Etappe 6: Bressanone – Mayrhofen (Oos) 248 km
De zesde etappe is met zijn 248 kilometer een van de langste etappes in deze Ronde van Italië. Hij is minder zwaar dan de voorgaande twee etappes maar zeker nog lastig. De eerste 131 kilometer wordt er een beetje op en af gereden en de meeste renners zullen hier ook geen problemen ondervinden. Maar dan wordt er eerst de Felbertauern Tunnel (15.1 km, 4.4%) beklommen en een goede vijftig kilometer later de Hochkrimml (13 km, 5.7%). Als de renners de Hochkrimml hebben beklommen is het nog 45 kilometer tot aan de finish zodat gelosten (sprinters?) nog terug kunnen keren, maar er zou wel eens een solist over de finish in Oostenrijk kunnen komen.
Profiel
Etappe 7: Innsbruck (Oos) – Chiavenna 244 km
Dit is wel één van de meest aparte etappes van de hele Ronde van Italië. De etappe voert de renners over 244 kilometer van Innsbruck naar Chiavenna en lijkt aan de ene kant makkelijk, maar ook weer moeilijk. Er wordt namelijk op 579 meter hoogte gestart en vanuit de start wordt er meer dan 207 km vals plat omhoog gereden tot op 1815 meter hoogte, waarna het in dalende lijn naar Chiavenna gaat.
Profiel
Etappe 8: Morbegno – Bergamo 209 km
Ook dit is weer een zogenaamde middengebergte-etappe. Na 30 kilometer gaat het al bergop, en na een stukje omlaag wordt de Culmine di San Pietro beklommen, een berg van de eerste categorie waarvan de top pas op 65,5 kilometer ligt. Vervolgens is het afdalen en lang vlak stuk, totdat op zo’n 35 kilometer van de finish een klim van de tweede categorie moet worden opgereden. Er is dan op vier kilometer voor het einde nog een heuveltje dat voor leuke situaties kan gaan zorgen.
Profiel
Etappe 9: Milaan – Milaan 163 km
De organisatoren hebben een prachtig parcours door het centrum van Milaan ontworpen. Er wordt langs parken en oude gebouwen gereden, maar als de renners er voor de 11e keer langs komen zullen ze er wat minder belangstelling voor hebben. Dit is een etappe die waarschijnlijk een spectaculaire pelotonsspurt op gaat leveren.
Profiel
Etappe 10: Cuneo – Pinerolo 262 km
Nadat de renners een dag uitgerust hebben, mogen ze direct weer aan de slag in de langste rit van deze Giro. Vervelend voor de renners, maar leuk voor de kijkers is dat het ook nog eens een bergrit is. De renners die hun energie weer kwijt willen kunnen zich na 130 kilometer verheugen op een klim van de eerste categorie, die eindigt met 5 kilometer aan gemiddeld 10 procent. Na de afdaling kunnen ze weer aan de bak, nu op weg naar Sestrière dat net zo zwaar is gecategoriseerd. Deze top ligt na 200 kilometer van het begin, waarna er een lange afdaling wacht die abrupt ophoudt wanneer de Pra Martino, een korte felle tweede categorie klim, opdoemt met nog minder dan 20 kilometer voor de boeg. Na de afdaling is de kans groot dat een eenling of klein groepje als eerste de finish in Pinerolo bereikt.
Profiel
Etappe 11: Turijn – Arenzano 214 km
Na het zware werk van de dag hiervoor kunnen de renners het rustig aan doen. Een bijna volledig vlakke etappe leidt het peloton van Turijn naar Arenzano, bij havenstad Genua. Op 20 kilometer van de finish ligt de top van een bergje van derde categorie, dat grotendeels vals plat wordt opgereden. In de afdaling zullen de sprintersploegen het peloton moeten controleren om hun kopmannen het werk te laten afmaken bij de finish.
Profiel
Etappe 12: Sestri Levante – Riomaggiore 60,6 km
Renners die hoopten dat de bijzonder lange tijdrit dan wel niet al te moeilijk zal zijn, komen bedrogen uit. Na een vlakke start gaat het al snel omhoog, al is het niet stijl te noemen. Na 35 kilometer is de eerste heuvel op- en afgereden en kan er aan de Passo del Termine worden begonnen, een tweede categorie bult die in de eerste kilometers een percentage van maximaal 8 procent kent. Het laatste stuk is echter makkelijker met afwisselend 1 tot 6 procent. Hierna is het wisselend dalend en vlak, tot de streep in Riomaggiore opdoemt.
Profiel
Etappe 13: Lido di Camaiore – Firenze 176 km
Er wordt vrolijk doorgegaan met het afwisselen van omstandigheden in de etappes, want ditmaal mag het peloton weer koersen over vlakke wegen. Vanaf de kust wordt er landinwaarts gedraaid en met alleen een derde categorie puist na zo’n 65 kilometer is dit een bijna vlakke rit die waarschijnlijk een massasprint oplevert.
Profiel
Etappe 14: Campi Bisenzio – Bologna 172 km
De afwisseling wordt in stand gehouden, want in deze rit kunnen er weer verschillen gemaakt worden. Hoewel er officieel bergop gefinisht wordt, is dit heuveltje nog geen twee kilometer lang. Het betekent wel dat klimmers met een sprint bergop zouden kunnen winnen. Klimmers moeten het wel zijn, want er staan drie bergen van de tweede categorie op het programma: de Passo della Collina, Valico di Mediano en Valico di Tolè. Na de afdaling van laatstgenoemde is het even vlak tot er op minder dan 30 kilometer voor het einde een heuvel van derde categorie ligt. Deze is met nog 15 kilometer te gaan helemaal afgedaald, waarna er vlak wordt gereden tot eerder het eerder genoemde slot in Bologna.
Profiel
Etappe 15: Forlí – Faenza 166 km
Deze etappe ligt vol met heuvels, waarvan de eerste zelfs tweede categorie is en een top heeft na 55 kilometer. Vanaf dan is het constant dalen en klimmen, vijf keer wordt er getopt en dan is het afdalen om vervolgens nog een dikke 10 kilometer vlak te rijden naar Faenza. Hier moet er niet gek opgekeken worden van een eenzame overwinnaar, aangezien er gedurende de rit genoeg mogelijkheden zijn geweest om eventuele concurrentie af te schudden.
Profiel
Etappe 16: Pergola – Monte Petrano 237 km
Nog één keer knallen en dan een dagje rusten, is de opdracht voor de klassementsrenners. Na 73 kilometer moeten zij vandaag voor het eerst serieus aan de slag in deze bijzonder lange rit. De Monte delle Cesane mag dan wel van de tweede categorie zijn, de eerste twee kilometers vanuit Fossombrone zijn 11,4 procent gemiddeld en maar liefst 18 procent maximaal. Later wordt het al minder, en na de top is het afdalen en relatief vlak tot 95 kilometer voor het einde, waar de eerste categorie Monte Nerone bedwongen moet worden. Onderweg naar de ongeveer even zware Monte Catria is het dan weer geen moment vlak, terwijl het na de volgende afdaling hetzelfde verhaaltje is. Na deze twee ‘opwarmers’ volgt direct de Monte Petrano, 10 kilometer lang met de streep getrokken op de top. Dit belooft een belangrijke en mooie rit te worden.
Profiel
Etappe 17: Chieti – Blockhaus 83 km
Een rustdag hadden de mannen na de vorige rit zeker verdiend, maar nu wordt ze duidelijk gemaakt dat ze die rust zeker nodig hadden. Vanuit de start in Chieti is het nog erg vlak, maar na twee bultjes op ongeveer 50 en 30 kilometer van het einde is het alleen nog maar klimmen naar Blockhaus, dat ondanks de naam toch echt in hartje Italië ligt. De Cima Coppi ligt bovenop de top voor het oprapen, samen met de etappewinst. Maar dit krijgt de winnaar niet voor niets: na een relatief lichte start wordt er al snel een maximum van 13 procent bereikt. Dit zal daarna wat afnemen, maar de volgende 17 kilometers worden nog altijd met bijna 7 procent gemiddeld genomen. Het laatste stukje is ook weer erg stijl, om in Blockhaus te komen zal tegen 11 procent stijging moeten worden opgefietst. Helaas is dit laatste stuk uit de etappe gehaald waardoor de klim iets makkelijker is, maar hij zal pittig blijven. Wie twee dagen geleden tijd verloor, zal de concurrentie willen pijnigen. Maar daarvoor moet je van zeer goede huize komen.
Profiel
Etappe 18: Sulmona – Benevento 182 km
Hoewel deze etappe als vlak te boek staat, wordt er vanuit de start in Sulmona wel degelijk geklommen. In de klim van tweede categorie kan de kopgroep van de dag waarschijnlijk gevormd worden. Na eventjes dalen moet er weer een heuveltje opgereden worden, maar dan gaat het weer naar beneden en zijn er bijna 115 relatief vlakke kilometers te rijden. Dit lijkt genoeg ruimte voor het peloton om een succesvolle achtervolging op te zetten. Dan moeten de sprinters echter wel fit zijn, na de afmattende klim van gisteren.
Profiel
Etappe 19: Avellino – Vesuvio 164 km
De mannen die niet genoeg vertrouwen in hun afsluitende tijdrit hebben, zullen vandaag vooraan waarschijnlijk gezelschap krijgen van wielrenners met interesse in bijzondere natuurverschijnselen. Na een lange aanloop met enkele in de weg liggende heuveltjes volgt namelijk de 14 kilometer lange rit over de befaamde Vesuvius. Deze vulkaan spuwde in 1944 voor het laatst lava. De renners zullen hier evenwel weinig gedachten aan wijden, want de laatste 10 kilometers kennen een gemiddeld stijgingspercentage van 8,2 procent, met een maximum van 12 procent. Zoals al eerder genoemd, de laatste kans voor klassementsrenners zonder sterke tijdrit die hun positie willen versterken.
Profiel
Etappe 20: Napoli – Anagni 203 km
Vanuit het mooie Napoli wordt deels langs de kust naar Anagni gereden. Langs de kust, dit betekent dus vlakke wegen en mooie uitzichten. Het enige dat de sprinters dwars kan zitten, naast een volhardende kopgroep, is het feit dat de finish licht stijgt in de laatste kilometers. Misschien meer een aankomst voor de Pozzato’s van het peloton.
Profiel
Etappe 21: Rome – Rome 14,4 km
De kers op de taart is dit jaar een tijdrit door de binnenstad van Rome. Zo rijden de renners langs het Colosseum en enkele prachtige zogenaamde piazza’s. Dit betekent dus een regelmatige, vlakke tijdrit waarin de klassementsmannen geen tijd zullen hebben om naar al het moois om hen heen te kijken, omdat ze zich het snot voor de ogen fietsen. Na afloop is dan eindelijk de winnaar van de Giro d’Italia 2009 bekend.
Profiel
Favorieten
Gezien de opbouw van deze Giro d’Italia, zullen het niet de standaard sprinters zijn die de vlakke etappes domineren. Doordat er al snel naar de Alpen wordt gefietst, zullen er hier namelijk wel enkelen van opgeven.
De leukste duels zullen die tussen de kanonnen Mark Cavendish en Alessandro Petacchi zijn. De Brit heeft met Mark Renshaw en Edvald Boasson Hagen enkele zeer sterke aantrekkers, maar LPR heeft standaard een groot deel van de ploeg op ‘AleJet’ afgestemd.
Andere sprinters die het twee de lastig moeten kunnen maken zijn Allan Davis en Tyler Farrar, laatstgenoemde is een van de weinigen die Cavendish dit jaar in een rechtstreeks duel heeft verslagen.
***** Mark Cavendish
**** Alessandro Petacchi, Tyler Farrar
*** Allan Davis, Robert Förster, Filippo Pozzato
** Jeremy Hunt, Robert Hunter, Juan José Haedo, Phillipe Gilbert
* Matthew Goss, Edvald Boasson Hagen, Mark Renshaw, Julian Dean
Maar hoewel er 21 etappes verreden worden, is de belangrijkste prijs in Italië natuurlijk de befaamde ‘roze trui’. Dit tricot wordt dit jaar vervaardigd door Dolce&Gabbana en is daarom alleen nog maar begerenswaardiger. Astana heeft een sterke ploeg afgevaardigd, ondanks dat de helft van de kanonnen thuisgebleven is. Levi Leipheimer moet het met ondersteuning van o.a. Lance Armstrong en Janez Brajkovic gaan doen terwijl zijn belangrijkste uitdagers Denis Menchov en Carlos Sastre nog niet half zo’n sterke ploeg hebben in de bergen.
Over de vorm van Sastre is weinig bekend maar over de vorm van Menchov wel. De Rus richt zich op deze Giro omdat hij weet dat hij in de Tour de France weinig kans maakt tegen Alberto Contador. Er doen ook weer een aantal zeer sterke thuisrijders mee aan deze editie van de Giro met Ivan Basso, Damiano Cunego en Marzio Bruseghin.
Basso schreef twee weken geleden de Giro del Trentino op zijn naam en lijkt in een goede vorm te komen/zijn, terwijl Cunego dat al wat langer is. Lampre heeft met Marzio Bruseghin, de nummer drie van vorig jaar, een tweede ijzer in het vuur en de lange tijdrit lijkt in zijn voordeel en Cunego’s nadeel. De oudjes Stefano Garzelli en Gilberto Simoni zullen zelf nog hoop hebben, maar de tand des tijds lijkt bij hen op te spelen. En dan vergeet ik bijna Danilo Di Luca te noemen.
***** Levi Leipheimer
**** Denis Menchov, Ivan Basso
*** Marzio Burseghin, Damiano Cunego, Carlos Sastre
** Danilo Di Luca, Christian Vandevelde, Mauricio Soler, Lance Armstrong
* Francesco Pellizotti, Michael Rogers, Stefano Garzelli, Gilberto Simoni, Michele Scarponi
Deelnemende teams
Acaua e Sapone (ITA) – Stefano Garzelli
Ag2r La Mondiale (FRA) – Tadej Valjavec/Alexander Efimkin
Astana (KAZ) – Lance Armstrong/Levi Leipheimer/Janez Brajkovic
Barloworld (ENG) – Mauricio Soler/Robert Hunter
Bouygues Telecom (FRA) – Thomas Voeckler
Caisse D’Epargne (SPA) – Joaquin Rodriguez
Cervelo TestTeam (SUI) – Carlos Sastre /Simon Gerrans
Fuji-Servetto (SPA) – Fredrik Kessiakoff/Ricardo Serrano
Garmin-Slipstream (USA) – Christian Vande Velde/Tyler Farrar
ISD (ITA) – Dario Cioni/Giovanni Visconti
Lampre (ITA) – Damiano Cunego/Marzio Bruseghin
Liquigas (ITA) – Ivan Basso/Sylvester Szmyd
LPR Brakes (IER) – Danilo Di Luca/Alessandro Petacchi
Quick Step (BEL) – Allan Davis/Kevin Seeldraeyers/Dario Cataldo
Rabobank (NED) – Denis Menchov/Laurens Ten Dam
Serramenti PVC Diquigiovanni (VEZ) – Gilberto Simoni/Francesco de Bonis
Silence-Lotto (BEL) – Phillipe Gilbert
Team Columbia-High Road (USA) – Mark Cavendish/Thomas Lökvist/Michael Rogers
Team Katusha (RUS) – Filippo Pozzato/Ben Swift
Team Milram (DUI) – Robert Förster/Thomas Rohregger
Team Saxo Bank (DEN) – Fabian Cancellara/Jens Voigt
Xacobeo Galicia (SPA) – David Garcia Dapena
Nederlanders en Belgen
De Ronde van Italië kent slecht zes Nederlanders die meedoen, waarvan er vijf bij Rabobank rondrijden: Bram de Groot, Tom Stamsnijder, Laurens Ten Dam, Maarten Tjallingii en Jos van Edmen. Addy Engels is de zesde Nederlander die meedoet en hij is de Nederlander die het vaakst aan de start heeft gestaan van de Giro, namelijk zeven keer (deze meegerekend).
Het aantal Belgen dat meedoet is een stuk groter, er zijn twaalf Belgen verspreid over vier teams: Serge Pauwels, Dries Devenyns, Kevin Hulsmans, Kevin Seeldraeyers, Christophe Brandt, Francis de Greef, Bart Dockx, Philippe Gilbert, Pieter Jacobs, Olivier Kaisen, Jelle Vanendert en Jurgen van Goolen.
Parcoursvideo
Door F4L en Koldo